Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verkeerde verhouding tot de Vader - Aanvaarding van Jezus Christus

Jezus wandelde in de volheid van Zijn goddelijkheid op aarde. Niets anders dan Zijn overgrote Liefde voor de mensheid heeft de Heer hiertoe bewogen en juist deze Liefde moeten jullie aanvaarden en dan zullen jullie er ook voor pleiten dat de Heer Jezus Christus de enige ware weg tot de eeuwige zaligheid is.

Gedurende een eindeloos lange worsteling verwierven jullie de genade je op aarde te belichamen. In het begin waren jullie de Godheid nabij. Slechts door de vereniging met de Godheid kunnen jullie haar opnieuw naderen. Jullie kunnen God niet in jezelf opnemen, wanneer jullie diezelfde Godheid afwijzen. En God de Vader en Jezus Christus zijn één. Maar hoe kunnen jullie God jullie Vader willen noemen en tegelijkertijd Jezus Christus afwijzen?

Probeer de volgende verklaring in jullie op te nemen: een vader legt voor zijn kind zeer gewetensvol een bedrag opzij dat hij wil besteden om dit kind op te leiden in alle kunsten en handvaardigheden. En nu voelt dit kind plotseling een afkeer ten opzichte van de vader. Kan het dan nog verlangen verder liefdevol toebedeeld te worden? Wanneer het goed nadenkt, zal het dan niet veel eerder ofwel de afkeer moeten proberen te overwinnen ofwel van elke ondersteuning van de genade van de vader moeten afzien?

Wanneer de hemelse Vader het mensenkind nu alle genaden wil laten toekomen om hem de eeuwige zaligheid te verschaffen, en het kind op aarde stelt zich afwijzend op tegenover Degene die deze zaligheid voor hem op aarde verworven heeft, dan zal het kind ofwel volledig moeten afzien van alle heerlijkheid of het moet zichzelf overwinnen en God de Heer leren liefhebben en proberen een hartelijke verhouding tot de Vader tot stand te brengen.

Het bewust afwijzen van de goddelijkheid van Jezus zorgt echter voor een vijandige verhouding tot Hem. En dan kan God die mens nooit meer zijn daden op aarde in het hiernamaals vergelden zoals het kind op aarde dit verwacht. Want het ervaart zichzelf niet als een kind van de Vader. Het neemt niet aan wat het uit de hand van de Verlosser zou kunnen ontvangen. Het kan niet deelachtig worden aan de zegeningen van het verlossingswerk. En het kan zodoende ook niet oogsten, waar het niet gezaaid heeft.

Pas door Jezus Christus is het aardse leven geworden wat het moet zijn: het station van het inzicht. Maar voor degene die het inzicht vreest en bewust in het donker volhardt, zal het aardse leven ook geen succes kunnen opleveren. De Heer belooft immers alleen succes door Zijn leer. Maar wie wil de leer aannemen en de leermeester afwijzen?

En zo kan het leven op aarde zonder het geloof in Jezus Christus nog zo aangenaam zijn in de ogen van de mensen, maar voor God zal het niet standhouden. Want God kwam Zelf op aarde voor de mensen en gaf Zichzelf aan hen door Zijn Woord. Degenen die het horen en aannemen, zullen gezegend zijn. Maar degenen die de Heer Zelf afwijzen, zullen ook nooit Zijn Woord in zich kunnen opnemen. En een vreselijke strijd zal in het hiernamaals hun deel zijn, totdat ze daar het inzicht gevonden hebben en daardoor ook eindelijk hun goddelijke Heiland en Heer, Jezus Christus.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Il ne peut y avoir de bons rapports avec le Père sans la reconnaissance de Jésus Christ

Au cours d’une lutte infiniment longue vous avez acquis la Grâce de vous incarner sur la Terre; au début vous étiez près de la Divinité; vous pouvez vous approcher de nouveau de la Divinité seulement à travers l'unification avec Elle, vous ne pouvez pas accueillir Dieu en vous si vous refusez cette Même Divinité, Dieu le Père et Jésus Christ ne font qu’Un. Mais comment pourriez-vous vouloir appeler Dieu votre Père et en même temps refuser Jésus Christ?

Essayez d'accueillir en vous l’Explication suivante: Un père met de coté très consciencieusement pour son fils une part importante de ses avoirs afin de l’employer pour instruire ce fils dans tous les arts et les métiers, mais maintenant ce fils ressent tout à coup une aversion envers son père. Peut-il alors encore prétendre être pourvu affectueusement? Ne cherchera-t-il pas plutôt, s'il réfléchit un peu, soit à vaincre l'aversion soit à renoncer à tout soutien provenant de la grâce du père?

Si maintenant le Père céleste veut faire parvenir au fils terrestre toutes ses Grâces pour lui procurer l'éternelle Béatitude, et que le fils terrestre s'oppose à Celui Qui a conquis pour lui cette Béatitude sur la Terre, alors il devra ou renoncer entièrement à toute Gloire, ou bien se vaincre lui-même et apprendre à aimer Dieu le Seigneur et chercher à établir un rapport de cœur avec le Père.

Mais le rejet conscient de la Divinité de Jésus établit avec Lui un rapport hostile, et alors Dieu ne peut jamais plus pardonner dans l'au-delà à un tel homme les actions accomplies sur la Terre comme le fils terrestre s'y attend, parce que lui-même ne se considère pas comme fils du Père. Il n'accepte pas ce qu’il pourrait recevoir de la Main du Rédempteur, ne peut pas avoir une part dans les Bénédictions de l'Œuvre de Libération et de ce fait il ne peut pas ramasser là où il n'a pas semé.

Uniquement grâce à Jésus Christ la vie terrestre est devenue ce qu’elle doit être, l’école de la connaissance. Mais qui craint la connaissance et s'arrête consciemment dans l'obscurité, à celui-ci la vie terrestre ne pourra pas procurer le succès, c’est pourquoi le Seigneur promet le succès seulement à travers Sa Doctrine, mais qui peut accepter les Enseignements et refuser le Maître?

Et ainsi la vie sur la Terre sans la foi en Jésus Christ peut être agréable aux yeux des hommes, mais devant Dieu elle ne subsistera pas, parce que Dieu Lui-même est venu sur la Terre pour les hommes et leur a donné Lui-même Sa Doctrine à travers Ses Paroles. Ceux qui l'écoutent et l'acceptent seront dans la Bénédiction, mais ceux qui refuse le Seigneur Lui-même ne pourront pas accueillir en eux Sa Parole, et leur part sera une horrible lutte dans l'au-delà, tant qu’ils n'auront pas trouvé la connaissance et avec celle-ci finalement aussi leur divin Sauveur et Seigneur, Jésus Christ.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet