In de tuin van de Heer bloeien vele bloemen die een zorgvuldige verzorging nodig hebben. En de Heer laat al deze bloemen gedijen onder Zijn toezicht. Elk zaadje in deze tuin werd door de Heer Zelf gezaaid, opdat zich daaruit een edel gewas ontwikkelde dat wederom tot vreugde van ontelbare wezens zou gedijen en bloeien.
Zo heeft de Heer ook onder Zijn schepselen die op dezelfde manier uit Zijn macht ontstonden, zo menig mensenkind voorbestemd om - als wonderbaarlijke, mensen verblijdende bloemen - een vreugdeverwekkend bestaan te leiden, gekoesterd en verzorgd door een liefdevolle Hand. En dit mensenkind oefent daarbij door zijn bestaan op vele harten een invloed uit, die lijkt op een buitengewoon mooie bloem met haar aroma en bekoorlijke pracht.
Een mens zal maar zelden afstand willen doen van de vreugde die de bloesems en bloemen van iedere gading hem bezorgen. Zo zal ook de zegen die van zulke mensenkinderen uitgaat, niet graag gemist worden, zoals ook menigeen die door de eentonigheid van zijn leven bedrukt wordt, dit leven graag vol bloesems zou willen vormgeven. En dit wordt precies door zo een wezen tot stand gebracht, wanneer het zich inspant overal helpend in te grijpen en werkelijk als een bloem werkzaam te zijn. Heb jullie medemensen lief en geef hun vreugde.
De allergrootste vreugde is het echter, wanneer bloemen van liefde geplant en verzorgd worden, die met steeds mooiere bloesems tot eer en lof van hun Schepper zingen. Zo dient ook het hart van ieder mens werkelijk rijkelijk met bloesems getooid zijn. Dit hart dient een tuin van God te zijn, waar alle deugden als bloesems en bloemen verzorgd en zorgvuldig beschermd worden, om dan in heldere schoonheid te stralen en zowel de eeuwige Schepper als ook Zijn schepselen, de mensenkinderen, te verblijden. In een omgeving die zo gevormd is en die de ogen en het hart verblijdt, wanen zij zich reeds op aarde in het paradijs. En ze zullen zich steeds inspannen een zo goed aangelegde tuin zorgvuldig te verzorgen, opdat deze tuin ook de Heer verblijdt die in Zijn Liefde al het mooie geschapen heeft, opdat de menselijke ziel daaraan de grote goedheid van de Vader herkent en Zijn altijddurende liefdevolle zorg voor alles wat in het heelal ontstaat.
Zo bloeien alle bloemen slechts voor jullie vreugde op aarde,
En elke bloem moet voor jullie een zinnenbeeld zijn,
Opdat jullie je in kleur, vorm en geur steeds meer vervolmaken,
Opdat jullie je steeds naar het licht toewenden, zoals elke bloem dat doet.
Wie van de geur van bloemen nooit blij wordt, is nooit uitverkoren
Zulke heerlijkheid, uit Gods Liefde geboren, te verzorgen.
Amen
VertalerNel Giardino del Signore fioriscono molti fiori, che necessitano di una cura accurata e tutti questi fiori il Signore li fa prosperare sotto la Sua Supervisione. Ogni semenza in questo Giardino è stata seminata dal Signore Stesso, affinché vi si sviluppi una pianta nobile, che deve di nuovo germogliare e fiorire per la gioia di innumerevoli esseri. Così il Signore ha anche scelto fra le Sue creature qualche figlio terreno, che è pure sorto dalla Sua Potenza, a condurre un’esistenza per risvegliare negli uomini la gioia simile a quella dei meravigliosi fiori, coccolato e curato da mano amorevole, che esercita con la sua esistenza una influenza in così molti cuori, che somiglia ad un fiore oltremodo bello con il suo profumo e fascino per gli occhi. Raramente un uomo rinuncia alle gioie che gli preparano i fiori di ogni specie, così non si rinuncerà volentieri nemmeno alla benedizione che procede da tali figli d’uomini, così come anche qualcuno che è oppresso dalla monotonia della vita, si vorrebbe creare questa vita fiorita, e proprio questo lo fa un tale essere mentre si sforza di intervenire aiutando ovunque e nel vero senso della parola è attivo come un fiore. Amate i vostri prossimi, e date loro gioia. La più grande gioia però è, quando vengono piantati e curati dei fiori dell’amore, che in sempre più bei fiori cantano onore e lode al loro Creatore. Così dev’essere veramente anche adorno con fiori ogni cuore d’uomo, questo dev’essere un giardino per Dio, dove tutte le virtù vengono curate ed accuratamente custodite come fiori e boccioli, per poi splendere in raggiante bellezza e rallegrare sia l’eterno Creatore come anche le Sue creature, i figli terreni, che in un ambiente così formato da rallegrare occhi e cuore si credono nel Paradiso già sulla Terra e che si adopereranno sempre di curare provvidenzialmente un tale giardino ben ordinato, affinché rallegri anche il Signore, il Quale nel Suo Amore ha creato tutto il bello, affinché l’anima umana riconosca in ciò la grande Benignità del Padre e la Sua sempre continua amabile Provvidenza per tutto ciò che sorge nel Cosmo.
Così tutti i fiori fioriscono solo per la vostra gioia sulla Terra ed ogni fiore dev’essere per voi un simbolo di ciò che vi perfeziona sempre di più in colore, forma e profumo, che quello che fa ogni fiore, vi rivolgiate sempre alla Luce. Coloro, che non gioiscono mai del profumo di un fiore, non sono eletti per curare tale Magnificenza, nata dall’Amore di Dio.
Amen
Vertaler