Degene die zelfzuchtig verlangt in de kring der wetenden opgenomen te worden, degene die zich nooit inspant om te geven van wat hij ontvangt, misbruikt de goedheid van de hemel. De Heer heeft hun Zijn liefde betoond, maar zij betonen niet dezelfde liefde aan hun medemensen. En zo kan de ziel zich ook nimmer losmaken van de materie. Dan is dit weten zoals de vanuit zichzelf verkregen kennis. Het wordt niet als vooruitgang van de ziel gewaardeerd, maar slechts als dode opname van hetgeen hem levend is overgedragen.
Zeg dit aan degenen die vanwege aards voordeel in de materie volharden. Maak hen attent op de woorden van de Heer: het belangrijkste in het leven is het volgen van de leer van Christus en degene die niet bereidwillig geeft wat hij ontvangen heeft, kan deze leer nooit naleven. In je naaste omgeving zal duidelijk worden welke invloed het navolgen van de geboden van God heeft, waar diegene steeds gezegend zal blijven, die de woorden van de Heer bereidwillig doorgeeft.
De mensen letten niet op de nood van hun omgeving en dus geven ze ook geen hulp waar het zo nodig zou zijn. Wie in de genade leeft, de liefde van God te kennen, moet zich er alles aan gelegen laten liggen anderen bij te staan en hij moet in het innerlijk besef van zijn eigen nood ook de nood van zijn broeders leren te verstaan. Weliswaar ontbreekt het meestal niet aan de wil, maar zijn eigen welzijn staat bij zo menig mensenkind voorop, terwijl echter het welzijn van de medemens hem niet bijzonder beroert. Dat is geen liefde zoals de Heer het predikt. Het eigenbelang zal voor zo’n mens het eigen loon verminderen en er zullen hem voortaan grenzen gesteld zijn aan het inzicht in de goddelijkheid.
De eigenliefde vertroebelt de intensiteit van het licht. De zielen die in het licht wandelen, is het echter bevolen mee te werken aan de verlichting van de geest van zo vele dwalenden. En wanneer dan het moment komt dat de Heer ter rechtvaardiging heeft uitgekozen, dan zullen vele leemtes zichtbaar zijn waar het grootste gebod was in liefde te werken. In het besef door de Heer begenadigd te zijn, zich voortdurend liefdevol overgeven aan zijn opdracht, ook anderen aan deze genade te laten deelnemen, zal de mens pas de rijpheid geven die voor het liefdeswerk in het hiernamaals bevorderlijk is. “Laat het Mijn zorg zijn”, zegt de Heer, “waar Ik de grenzen van het geestelijke weten wil plaatsen. Niemand moet geloven dat Ik over Mij en Mijn wil laat beschikken.”
En Ik zal wel op het juiste moment ingrijpen, wanneer aan iets een einde moet worden gemaakt. Maar jullie die de genade nog niet ten volle erkend hebben, mogen geen bevel voeren over degenen die Ik voor de arbeid in Mijn wijngaard heb bestemd. Wie echter moeite wil doen om Mijn Woord aan te nemen, die wil Ik opnemen in Mijn schare van degenen die Mij dienen. Ik wil hun Zelf de weg wijzen, opdat de weg naar het geloof voor hen gemakkelijk wordt. Zichzelf in alle liefde wijden aan de zorg om het heil van de mensenkinderen, zal in ieder geval zegenrijker zijn dan te piekeren over de dingen die de menselijke kennis niet kan doorgronden. En neem daarom de woorden gelovig aan die door Mij Zelf gegeven zijn en neem ze op in jullie harten. Dan gaan jullie de juiste weg.
Amen
VertalerColui che desidera egoisticamente di essere accolto nella cerchia dei sapienti, chi non si sforza mai di dare di ciò che riceve, abusa della Benignità del Cielo. Il Signore ha mostrato loro il Suo Amore, ma loro non dimostrano lo stesso amore ai loro prossimi, e così l’anima non si può mai staccare dalla materia, questo sapere è poi uguale a quello conquistato da sé, non viene valutato come progresso dell’anima, ma solo come accoglienza morta di quello che gli viene trasmesso in modo vivo. Dillo a coloro che per via del vantaggio terreno rimangono nella materia, indica loro le Parole del Signore: La cosa più importante nella vita è di seguire la Dottrina di Cristo, e colui che non vuole ricevere, non può mai seguire questa Dottrina. Nel tuo vicino ambiente ti verrà evidente, quale effetto ha l’osservazione dei Comandamenti di Dio, ma dove rimarrà sempre nella Benedizione colui, che dà agli altri volontariamente le Parole del Signore. Gli uomini non badano alla miseria nel loro ambiente, e così non danno nemmeno l’aiuto là, dove sarebbe così necessario. Chi vive nella Grazia di conoscere l’Amore di Dio, deve prendersi a cuore di assistere costoro, e nella conoscenza interiore della propria miseria imparare anche a comprendere quella dei fratelli. Sovente non manca bensì la volontà, ma a certi figli terreni è più vicino il proprio benessere, ma quello del prossimo non li tocca particolarmente. Questo non è amore, come lo predica il Signore. L’egoismo di tali uomini sminuirà il proprio merito, e sin dall’ora gli saranno poste delle barriere nella conoscenza della Divinità. L’amore proprio offusca la Luce della Forza di splendere, ma alle anime che camminano nella Luce, è vietato di collaborare nell’illuminazione dello spirito di molti erranti. E quando poi verrà l’ora che il Signore ha scelto per la giustificazione, allora molte lacune saranno aperte, dove l’agire nell’amore era il più intimo Comandamento. Nella consapevolezza, di avere la Grazia del Signore, darsi pieno d’amore al suo compito, anche far partecipi altri di questa Grazia, darà all’uomo quella maturità, che è necessaria per il lavoro d’amore nell’aldilà. “Lasciate che sia la Mia Preoccupazione”, dice il Signore, “dove voglio mettere le barriere del sapere spirituale, e nessuno deve credere che lascio disporre di Me e della Mia Volontà.... ” e dove dev’essere comandato l’alt, là interverrò già nel momento giusto, ma coloro che determino per il lavoro nella Mia Vigna, a costoro non dovete comandare, voi che non avete ancora riconosciuta la Grazia. Ma chi si vuole adoperare di accettare la Mia Parola, lo voglio accogliere nella Mia schiera di coloro che Mi servono. Io Stesso voglio indicare loro affinché per loro diventi facile la via verso la fede. Dare sé stesso in tutto l’amore alla preoccupazione per la salvezza dei figli terreni, sarà tuttavia più di Benedizione che scervellarsi su ciò che il sapere umano non può sondare, e perciò accettate con fede e nel vostro cuore le Parole da Me Stesso, allora percorrete la retta via.
Amen
Vertaler