Zie, het is zoals een grote zee van licht die de mensheid zal overspoelen. Er kunnen weliswaar honderden jaren voorbijgaan totdat er definitief een opheldering van de mensheid kan worden bereikt, toch vertoeft de Heer midden onder jullie. Zo is voor Zijn wil alles mogelijk en de vaten voor de opname van het licht, de waarheid en het inzicht zijn op veel plaatsen opgesteld. Als één van jullie mensen het vurige verlangen heeft om in diepe liefde met zijn Heiland verbonden te zijn, dan is hij als opnamevat zeer goed te gebruiken. En als hij dan steeds zijn wil ondergeschikt maakt aan de goddelijke wil, dan handelt hij voortdurend alleen zoals het hem opgedragen wordt. En de Heer heeft heel veel van zulke gewillige arbeiders nodig in Zijn wijngaard.
Waar ook maar echte devotie voorhanden is, die zich in het hart en in de liefde uit, daar werkt de Heer en is hem steeds nabij. Zo is de verbinding tussen hemel en aarde bestendig en ook zo duidelijk dat iedereen haar herkent, als hij maar zou willen herkennen en als hij met de ogen van het hart zou proberen te kijken, niet met zijn lichamelijke ogen die, doordat ze steeds meer op het materiële gericht zijn, het wezen van de godheid en Zijn werken nauwelijks herkennen. Maar dan ligt het altijd aan henzelf.
Ieder organisch deel heeft zijn doel. Het komt de bestemming na die hem volgens de wil van de Schepper werd toebedeeld. En zo heeft eveneens het hart het hem toegewezen doel te vervullen om al het geestelijk, goddelijk waarachtige in zich op te nemen en zo in voortdurende verbinding te blijven met het hoogste wezen, de eeuwige godheid. Alle andere functies van het menselijke lichaam hebben slechts het doel het lichamelijke leven te bevorderen, maar het hart leidt met zijn eigenlijke werkzaamheid naar de eeuwigheid. Het brengt voor de mensen eeuwige waarde voort doordat het al het geestelijke opneemt en bewaart en zo de drager is van elke geestelijke gedachte. Deze geestelijke gedachten geven de mens eigenlijk pas het echte leven te verstaan en ze waarborgen pas zijn verdere geestelijke ontwikkeling.
Als het menselijke hart geen opnamevat voor al het goddelijke was, waarin zou voor jullie mensen dan wel het doel van het leven te vinden zijn? Jullie kwamen en gingen van deze aarde zoals machinaal verwekte producten van de aarde. Dan zou jullie verblijf hier toch geen enkel verder nut hebben dan een doorlopend bemesten van de aarde zodra jullie lichaam, wanneer het eenmaal tot ontbinding was overgegaan, voor deze aarde afgedaan zou hebben. De nutteloosheid van een dergelijk aards leven ten aanzien van de bedoeling van de schepping moet jullie toch duidelijk worden. Of geloven jullie dat de goddelijke Schepper Zijn scheppingsplan niet wijzer heeft uitgevoerd dan wezens te schapen die na een korte tijd op aarde in een niets vervagen? Oh, wat zijn jullie geestelijk arm, jullie die je deze verkeerde opvatting eigen hebben gemaakt.
Jullie besef zal eens bitter zijn, want de heilige wil van de Schepper kan voor jullie op aarde nooit duidelijk worden, als jullie jezelf niet beschouwen als wat jullie zijn: als kinderen, van de Vader uitgegaan, die op aarde de toestand moeten bereiken van waaruit jullie voor eeuwig weer naar de Vader terug mogen keren. Kinderen die op aarde slechts één opgave hebben: aan God gelijk te worden om voor eeuwig met de goddelijke geest van de Vader verenigd te zijn.
Bij dergelijke problemen faalt het menselijke verstand. En daar hij dat ene niet kan doorgronden, verwerpt hij meteen alles en beschouwt hij zijn bestaan als niets anders dan een toevalligheid waaraan hij zijn aardse leven te danken heeft. Als hij de weg van het vlees zou kennen die zijn ziel al heeft afgelegd en als hij al die stadia terugblikkend innerlijk zou kunnen doorleven, dan zou het doel van zijn leven hem wel duidelijker worden. Maar het aardse leven, onder een zekere dwang of in vol besef van zijn opgave, zou voor hem dan niet dezelfde waarde hebben.
De mens moet geloven wat hij niet weet. Hij moet zijn geest tot volmaaktheid ontwikkelen. Hij moet zichzelf terugvinden in de liefde voor de Heer en Schepper. Daarom zal de mens, die erin slaagt uit zichzelf, uit eigen beweging, zich van het aardse los te maken, zich in de buitengewone genade van God mogen verheugen. Diens leven zal beantwoorden aan het doel. Degene die al in de korte tijd op aarde de verbinding met zijn Heiland zoekt, is eindeloos veel wijzer. Hij heeft zijn bestemming herkend, omdat de Heer Zelf het licht in zijn hart heeft neergelaten. En om nu in dit licht van inzicht over de aarde te gaan is nuttig en brengt zegen voor de eeuwigheid.
Amen
VertalerVedete, è come un grande mare di Luce che deve inondare l’umanità. Potranno ben passare centinaia di anni, finché si potrà ottenere un definitivo chiarimento dell’umanità, ma se il Signore dimora in mezzo a voi, allora alla Sua Volontà tutto è possibile ed i vasi per accogliere la Luce, la Verità e la conoscenza, sono posti in ben molti luoghi. Se uno di voi uomini ha nostalgia di essere legato nel profondo amore con il suo Salvatore, allora è da usare molto bene come tale vaso d’accoglienza, e se poi subordina sempre la sua volontà alla Volontà divina, allora agisce continuamente soltanto come gli è assegnato. E di tali volenterosi operai il Signore ne ha bisogno molti nella Sua Vigna, ovunque c’è sempre solo vera religiosità, che hanno la loro origine nel cuore e nell’amore, là il Signore opera ed E’ sempre vicino. Così è costante il collegamento fra Cielo e Terra ed anche così evidente, che ognuno lo riconosce se soltanto voglia e volesse cercare di contemplare con gli occhi del cuore, non con i suoi occhi corporei, i quali, sempre rivolti più al materiale, difficilmente riconoscono l’Essere della Divinità ed il Suo Agire. Ma questo dipende poi sempre da loro stessi. Ogni membro organico ha il suo scopo, esegue la destinazione che gli è stata attribuita secondo la Volontà del Creatore. E così ha appunto anche il cuore da adempiere la destinazione assegnatagli, di accogliere in sé tutto lo spirituale, il Verace divino, e di rimanere così in costante collegamento con l’Entità più sublime, dell’eterna Divinità. Tutte le altre funzioni del corpo umano hanno solo lo scopo di essere utile alla vita corporea, ma il cuore con la sua vera attività conduce all’Eternità, procura all’uomo dei valori eterni, mentre accoglie tutto lo spirituale e lo cura e così è portatore di ogni pensiero spirituale, che in genere significa per ’uomo solo la vera vita e gli garantisce l’ulteriore sviluppo spirituale. Se il cuore umano non fosse il vaso d’accoglienza per tutto il Divino, dove sarebbe da cercare allora per voi uomini il vero scopo della vita? Verreste ed andreste da questa Terra simili a prodotti della Terra generati in modo meccanico, allora il vostro dimorare su questa non avrebbe tuttavia nessun altro senso che un continuo fertilizzare la Terra, appena il vostro corpo fosse passato alla decomposizione, quando fosse dismesso per questa Terra. Vi deve illuminare l’inutilità di una tale vita terrena nel senso della Creazione, oppure credete che il divino Creatore non abbia eseguito il Suo Piano di Creazione in modo più saggio, che creare degli esseri, che dopo un breve tempo terreno si sciolgono in un nulla?! Oh, quanto siete poveri spiritualmente, che vi siete fatta vostra quest’opinione errata La vostra conoscenza una volta sarà amara, perché sulla Terra non vi può mai essere rivelata la santificata Volontà del Creatore, se voi stessi non vi considerate come ciò che siete, come figli proceduti dal Padre, che sulla Terra devono raggiungere lo stato per poter ritornare in eterno di nuovo al Padre, che hanno solo un unico compito sulla Terra, di diventare simili a Dio, per essere eternamente uniti con il divino Spirito del Padre. Con un tale problema fallisce l’intelletto dell’uomo, e dato che non può sondare questo fatto, allora rigetta subito tutto e vede nella sua esistenza null’altro che una casualità, alla quale deve la sua vita terrena. Se sapesse la via della carne, che la sua anima ha percorso già prima, e se potesse viverla interiormente in retrovisione, allora gli sarebbe evidente lo scopo della sua vita, ma allora la vita terrena sarebbe sotto una certa costrizione oppure nella piena ammissione del suo compito non avrebbe un tale valore per lui. L’uomo deve credere ciò che non sa, il suo spirito deve svilupparsi nella perfezione, deve trovare sé stesso nell’amore per il Signore e Creatore. Perciò l’uomo potrà gioire della straordinaria Grazia di Dio, il quale riesce da sé, per propria spinta, staccarsi dal terreno. La sua vita corrisponderà allo scopo. E’ infinitamente più saggio colui che per il breve tempo terreno cerca già il collegamento con il suo Salvatore. Costui ha riconosciuto la sua destinazione, perché il Signore Stesso gli ha messo la Luce nel cuore, e camminare ora sulla Terra in questa Luce della conoscenza porta Benedizione ed utilità per l’Eternità.
Amen
Vertaler