8338 GOD brengt ZIJN heilsplan ten uitvoer

25 november 1962: Boek 88

Niets zal MIJ verhinderen Mijn heilsplan van eeuwigheid te verwezenlijken, want Mijn Liefde en Wijsheid erkende al van eeuwigheid af in welke tijd het nodig is Mijn Almacht te openbaren, en uit hoofde van Mijn gezag het scheppingswerk aarde te veranderen. Deze tijd gaat nu in vervulling, want wat IK eens voor noodzakelijk acht zal IK ook verwezenlijken. Het lage geestelijke peil van de mensen vereist ook deze verandering, want het kan bijna niet meer overtroffen worden. Daarom is de dag die voorbestemd is van eeuwigheid niet ver meer af, en het is alleen nog nodig de mensen op aarde zo veel mogelijk te hulp te komen, opdat zij, die deze hulp aanvaarden, nog gered kunnen worden.

Maar niemand mag geloven MIJ er toe te kunnen bewegen van Mijn heilsplan af te zien, ofschoon IK beloofd heb innige gebeden uit het hart te verhoren. Maar om het afwenden van het laatste gericht moet u niet bidden want dit is een daad van MIJN Liefde, en u mag MIJ nooit hinderen om liefdadig te zijn. IK weet dat een totale verandering nodig is zowel voor u mensen als ook voor het nog in de scheppingen gekluisterde geestelijke, dat opwaarts moet streven. Wanneer u dus bidt om afwending van het einde doet u dat uit eigenliefde, want u wilt noch uw lichamelijk leven, noch uw bezittingen verliezen.

Is echter uw liefde zo dat zij alleen MIJ geldt en uw naasten, dan is uw geest reeds verlicht en zal ook in het laatste gericht een daad van Mijn Liefde erkennen. En dan erkent u ook zelf het lage geestelijke peil van de mensheid en ziet in, dat IK een verandering moet scheppen om te redden wat nog te redden is.

Steeds heb IK op dit einde gewezen, maar nooit een bepaalde tijd aangegeven. En ook nu geef Ik u niet de juiste tijd aan. Maar u kunt er zeker van zijn dat spoedig Mijn aankondigingen in vervulling zullen gaan, dat u niet veel tijd meer over blijft tot het einde van deze aarde en dat u er kort voor staat.

Als u dus bidt, bid dan alleen daarom dat nog veel mensen tot inzicht mogen komen. Dat zij de weg mogen nemen tot het kruis, opdat voor hen het uur van het einde geen verderf betekent maar zaligheid. En probeer alle mensen de geboden van de liefde duidelijk te maken, opdat zij hun eigenliefde veranderen in onbaatzuchtige naastenliefde. Dat zal waarlijk een waar gebed zijn, als u bidt voor de naasten die zelf nog niet tot een inzicht zijn gekomen. Maar geloof niet dat u door zogenaamde "gebedsakties" MIJ kunt bewegen MIJN heilsplan op te geven.

Dat zou waarlijk geen daad van barmhartigheid zijn, want Mijn tegenstander zou zijn aanhang daardoor nog vergroten. Ook de mijnen zouden gevaar lopen door hem in het verderf gestort te worden. Geloof dus ernstig dat Mijn Liefde en Wijsheid te allen tijde het beste wil voor Mijn schepselen, en dat ook het laatste gericht geen straffende daad is, maar een terecht zetten van alles wat uit Mijn ordening is gegaan. IK wil die orde weer herstellen die door de menselijke wil en door invloed van Mijn tegenstander omver werd gestoten. Want daardoor wordt het terugvoeringsproces van al Mijn schepselen bedreigd, omdat MIJN heilsplan altijd ten doel heeft om de eens gevallen geesten weer tot MIJ terug te brengen.

Maar u, mensen ontbreekt het overzicht en het ware inzicht, en u weet ook niet hoe diep de mensheid al geestelijk is gezonken. U weet ook niet dat de tijd gekomen is dat hun neergang tegengehouden moet worden, waarin de zielen aan Mijn tegenstander ontrukt en hernieuwd gekluisterd moeten worden. Want daardoor krijgen zij opnieuw de kans de weg tot MIJ te nemen, die zij in het leven op aarde verspeeld hebben. Zij hebben hun aardeleven niet uitgebuit en zijn daarom door eigen schuld voor een eindeloos lange tijd onzalig.

Maar Mijn tegenstander behoudt niet de macht over hen, en dat is reeds van voordeel voor de gevallen geesten (de mensen), die weer in partikels opgelost door de scheppingen van de nieuwe aarde moeten gaan.

U, mensen begrijpt niet dat steeds Mijn Liefde aanleiding is voor Mijn handelen, want u allen moet eens de mijne worden. U ziet meestal in MIJ de straffende GOD, ofschoon u die "straf" voor uzelf heeft geschapen. U heeft voor uzelf dat lot verkoren door uw gehechtheid aan de wereld en dat is u tot verderf geworden, want Mijn rijk is niet van deze wereld. De wereld behoort tot Mijn tegenstander en u stelde zich geheel vrijwillig onder zijn heerschappij. En hij zal u zolang vasthouden tot IKZelf u van hem ontrukken zal, wat geschiedt door de hernieuwde kluistering in de harde materie van de nieuwe aarde. Maar dat is dan gelijktijdig weer het begin van uw opstijgen uit de diepte ten hogen.

Dat alles wordt u steeds weer verkondigd, bereid u zelf daarom voor op het einde van deze aarde en doe alles om u los te maken van hem die u wil verderven. Kom tot MIJ, en IK zal u waarlijk helpen en bijstaan in het weerstand bieden tegen hem. Want dan behoeft u het einde niet te vrezen dat onherroepelijk komen zal zoals IK het steeds weer verkondigd heb.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
32 Het ingrijpen van GOD ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations