6479 Voor GOD zijn duizend jaar als één dag

18 februari 1956: Boek 69

Nog eeuwige tijden zullen voorbijgaan tot alle scheppingswerken, de gehele materiële wereld, die het onverloste geestelijke in zich draagt, kan worden opgelost, tot al het materiële zich heeft vergeestelijkt - tot al wat onvolmaakt is geworden weer de volmaaktheid heeft bereikt. Eeuwige tijden zullen vergaan. Maar voor GOD zijn duizend jaar als een dag, want HIJ is van eeuwigheid tot eeuwigheid, voor HEM is welke tijd dan ook als een ogenblik. Maar voor het onvolmaakte geestelijke zijn het eindeloze tijden tot het weer de volmaaktheid heeft bereikt, maar dan komt het de tijd van de terugkeer eveneens voor als een ogenblik.

En zo zult u, mensen getroost kunnen geloven dat ook de aarde nog eeuwige tijden zal bestaan om haar grote taak te vervullen de mensen te helpen het kindschap GOD's te bereiken, u zult kunnen geloven dat steeds weer mensen deze aarde zullen bevolken en dat bijgevolg er van een "einde" van het scheppingswerk aarde nog lang geen sprake is.

Maar dat de aarde steeds weer zal worden veranderd, d.w.z. vernieuwd, dat ze steeds weer hersteld en in staat gesteld moet worden om zich van haar taak te te kunnen kwijten en dat dit zich steeds in bepaalde perioden zal afgspelen, zult u evenzo overtuigd kunnen geloven, hoewel ook het ontwikkelingsproces nog lang niet is voltooid en u niet van een ondergang van de wereld zult kunnen spreken als u daar een totaal ophouden van de aards materiële scheppingen onder verstaat.

Nog wacht oneinig veel geestelijks vurig op zijn verlossing, nog is het eens gevallen geestelijke slechts voor een heel gering deel verlost en teruggekeerd naar GOD. Nog bevindt zich het grootste deel in het gericht, d.w.z. het is gebonden in scheppingen van allerlei aard. En al dit gekluisterde moet nog het stadium van mens bereiken en zich dan dus als mens op de aarde mogen belichamen. En daarom zal de aarde steeds weer opnieuw verrijzen, wanneer zo'n ontwikkelingsperiode blijft steken, maar steeds betekent het verrijzen van een nieuwe aarde de totale omvorming van haar aardoppervlak, een einde voor de mensen die de aarde bevolken, op enkele na aan wie de gang over de aarde de rijpheid heeft opgeleverd. En dus daarom moet ook een ophanden zijnd einde aan de mensen worden aangekondigd, het moet hun begrijpelijk worden gemaakt wat daar onder is te verstaan; omdat ze een beëindiging van de gehele wereldschepping niet willen en kunnen geloven en u hun argumenten hiervoor niet zult kunnen weerleggen.

Maar voor de mensen is het onbelangrijk of een ondergang van de wereld mogelijk is. Ze moeten zich alleen met de gedachte vertrouwd maken dat voor hen zelf het einde is gekomen, dat het hemellichaam aarde een omvorming meemaakt, waarvan de mensen het slachtoffer worden, ook wanneer er nog eeuwigheden zullen vergaan tot de aarde zich eens volledig vergeestelijkt zal hebben. Nog is dit tijdstip niet gekomen en toch staat de mensheid voor het einde, omdat een verdere ontwikkeling van het geestelijke volgens de gegeven ordening, op de aarde een ontbinding en nieuwe omvorming van de schepping vereist en een zodanig gebeuren steeds in bepaalde perioden plaats zal vinden. Dit weten kan alleen op geestelijke wijze aan de mensen worden overgebracht en daarom zal het nauwelijks geloof vinden. En het zal des te minder geloofd worden hoe meer het naar het einde loopt, omdat het ontbreken van inzicht van de mensen ook een teken is, dat de positieve ontwikkeling van het geestelijke op aarde is blijven steken, dat de mensen niet meer de graad van rijpheid bereiken die ze moeten en ook zouden kunnen bereiken, daar ze anders begrip zouden hebben voor het heilsplan van God.

Nog eeuwig zal de aarde een scholingsplaats blijven voor het diepst gevallen geestelijke, maar steeds weer opnieuw hersteld en in staat gesteld moeten worden om volgens het goddelijke heilsplan het geestelijke tot rijpheid te brengen.

En steeds weer zullen nieuwe mensengeslachten de aarde bevolken, want GOD Zelf brengt de mensen naar de nieuw gevormde aarde, uit wie zulke geslachten moeten voortkomen die aan het einde van een verlossingsperiode dicht voor hun volmaaktheid staan, zodat elk tijdperk weer opnieuw beginnen zal in volledige harmonie met GOD en het streven naar de vereniging met HEM en er dan ook steeds de garantie is gegeven dat de mensen tot volmaaktheid komen, dat ze als zalige, zich in het licht bevindende geesten, weer terugkeren naar hun VADER van eeuwigheid.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
53 Wat de wereld te wachten staat ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations