6381 Het toekeren naar God in vrije wil - Liefdesband

20 oktober 1955: Boek 68

Er is een band aangeknoopt die Mij voor eeuwig met mijn schepsel verbindt wanneer het zich in vrije wil naar Mij keert, dus als het ware de liefdesstraal opvangt die het schepsel nu naar Mij toe trekt en het nooit zal laten vallen. Deze band is onverbrekelijk en als de mens hem eenmaal is aangegaan, houdt deze hem ook in zijn greep en hij zal zich daar nooit los van kunnen maken.

Maar Ik spreek nu alleen over degenen die hun blik ernstig op Mij richten, niet over degenen die Mij alleen formeel belijden, die Mij nog niet tot de inhoud van hun verlangen, hun denken en streven lieten worden. Want Ik spreek alleen over de meest innerlijke gevoelens van de mens, over zijn geheime gedachten, over dat wat zijn ziel vervult. Ik spreek over de wil van de mens die uit eigen aandrang Mij zocht en gevonden heeft. Ik spreek over de wil die door niemand kan worden gedwongen, die niet van buitenaf beïnvloed werd, maar opstijgt uit de ziel en zich wenden kan waarheen het hem trekt.

Het is een moment van wedergeboorte wanneer de mens de weg naar Mij vindt en mijn liefdesstraal opvangt waarmee Ik hem voor eeuwig aan Mij bind. Hoe nu diens weg ook mag zijn, hij voert met zekerheid eens naar Mij, ook wanneer de mens nog door dwalingen en verwarringen heen gaat en het lijkt alsof hij zich weer van Mij verwijderd heeft.

Ik geef eeuwig nooit diegene op, die vrijwillig naar Mij kwam ofschoon hij in zijn zwakte, als gevolg van de onvolmaaktheid, vaak in gevaar is de juiste weg te verlaten. Ik ga ook op dwaalwegen naast hem en dring hem steeds weer terug op de juiste weg, want daartoe heb Ik het recht, omdat hij zich vrij naar Mij keerde en dit toekeren hem nu ook mijn voortdurende hulp verzekert. Want Ik weet dat juist zulke mensen buitengewoon in het nauw worden gebracht door mijn tegenstander en Ik zal weten te verhinderen dat deze macht over hen krijgt.

Ik alleen weet wiens wil zich vrij, uit eigen aandrang naar Mij toekeerde en daarom zult u mensen er niet over kunnen oordelen, wie Mij door middel van de wil al toebehoort en wie nog ver van Mij af staat. Want schijn bedriegt, maar u zult met zekerheid kunnen aannemen dat Ik ieder opwaarts help die ernstig op Mij aanstuurt. Want Ik laat Me niet misleiden. Ik ken de toestand van de ziel van ieder afzonderlijk. Ik ben op de hoogte van alle motieven van zijn handelen en denken en Ik vel waarlijk een rechtvaardig oordeel. Ik stuur ieder mens alle denkbare hulp toe wanneer Ik de ernst van zijn streven onderken.

Maar u mensen laat u vaak blind maken door mooie woorden. U beoordeelt de medemens naar uiterlijkheden, u staat vaak klaar met een voorbarig oordeel, u volstaan verzekeringen of vrome gebaren, om te geloven dat de medemens op de goede weg is naar Mij. En toch kan hij nog zeer ver van Mij af staan en nauwelijks een stap vooruit komen, tot hij eenmaal in zichzelf keert en dan ook mijn liefdesstraal opvangt, waarmee hij zich nu voor eeuwig met Mij zal verbinden.

En Ik wacht steeds maar op dit moment van het bewuste verlangen naar Mij, dat Ik echter nooit voorbij laat gaan, want nu pas bent u aan het gevaar ontkomen weer voor eeuwige tijden voor Mij verloren te gaan. Toch zal ook dan het worstelen nog zwaar zijn, maar u zult zeker uw doel bereiken, omdat u zich nu steeds zult kunnen vasthouden aan de liefdesband, die u meer en meer omhoog trekt en die u ook nooit meer los zult laten, omdat u gelukkig bent een houvast te hebben gevonden in uw leven op aarde.

Maar tot dit besluit moet ieder mens uit eigen beweging komen. Niemand kan ertoe worden bestemd of overgehaald, omdat Ik alleen dat waardeer wat uit het binnenste van het hart komt. Maar de mens kan op Mij opmerkzaam worden gemaakt, als Ik hem als liefdevolle Vader zal worden voorgesteld Die naar Zijn kinderen verlangt. Dan kan het kind proberen de juiste verhouding met de Vader tot stand te brengen en het zal de liefde van de Vader gewaarworden en zich gewillig aan Hem overgeven. En Ik wacht op dit moment dat Mij mijn kinderen terugbrengt. En vanaf dat ogenblik waak Ik over hen. En hoe ook hun verdere levensweg zal zijn, hij zal naar het doel leiden, omdat mijn liefde niets meer terug zal laten vallen wat eenmaal in vrije wil de weg naar Mij heeft gevonden.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations