2142a Hemellichamen - Geestelijke en aardse substantie

6 november 1941: Boek 31

Alleen die mens gaat dieper in op het vraagstuk van de schepping wiens gedachten naar GOD zijn gekeerd, want deze peinst over het ontstaan van het heelal, over de oneindigheid en de Schepper van alle dingen. Hij zal geen snelle conclusies trekken, hij zal gissen en in gedachten vragen stellen, en d.m.v. gedachten zal hem ook het antwoord toekomen zodra hij op zijn gedachten let. De geringste bereidwilligheid om te worden onderricht door wetende krachten, beloont GOD zodanig, dat Hij dezen opdracht geeft de gedachtengang van de mens in rechte banen te leiden en dus zal zijn denken overeenstemmen met de waarheid en hij zal a.h.w. uit zichzelf wijsheden putten. De GEEST uit GOD onderricht hem en dus staat hij vast in de waarheid.

De wereld is het product van de goddelijke Liefdewil. Ze is de gedachte van GOD die tot vorm is geworden. Al het tastbare en aards zichtbare behoort tot de aarde, het rijk van de materie. Maar buiten deze is er de geestelijke wereld, niet zichtbaar voor het menselijk oog, echter eveneens uit de goddelijke Kracht van de Schepper voortgekomen. Want het heelal bevat ontelbare scheppingen waarvan de grondstoffen geestelijke substantie zijn, die het menselijk oog niet kan waarnemen omdat dit alleen maar aardse materie kan zien. Zou de mens deze geestelijke scheppingen kunnen aanschouwen dan zou hem een bijzonder weten ontsloten zijn, zijn vrije wil echter was dan in gevaar, want wat hij schouwend zou zien, zou beslissend zijn voor zijn hele leven op aarde. Maar daarom moet dit weten voor hem verborgen blijven, opdat hij zijn aardse levensweg helemaal onbeïnvloed kan afleggen.

De Wil, Wijsheid en Liefde van GOD liet voortdurend scheppingen ontstaan die de mens alleen maar als heel verre hemellichamen voorkomen, waarvan hij dus vermoedt dat ze dezelfde gesteldheid hebben als de aarde. Deze hemellichamen zijn evenwel van een heel ongelijksoortige samenstelling en voor de bewoners van de aarde totaal ontoegankelijk. Toch kan de menselijke geest ook in deze scheppingen ronddolen en wat hij ziet en hoort mee terug nemen naar de aarde. En dit is een buitengewone genade van GOD, want de mens als mens zal nooit in dat rijk kunnen geraken en daarom zou hem het weten erover helemaal ontbreken. Zo echter onderricht zijn Geest hem op de volgende manier:

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
44 De hemellichamen ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations