0654 Oppervlakkig geloof – Godsdienst op ieder tijdstip – Voor de vorm houden aan geboden

4 november 1938: Boek 14

Wat jou door de genade van de Heer toegestuurd werd, moet je aanwenden in de vorm zoals die het gemakkelijkst toegang vindt tot het menselijke hart. De menselijke geest is er steeds alleen maar op bedacht het zuiver geestelijke op de tweede plaats te zetten en voor alles de wereld met haar genoegens en eisen op de eerste plaats. En zo’n instelling zal in het leven slechts met moeite garant staan voor de rijpheidstoestand van de ziel. Want alleen onverdeelde arbeid kan deze nog in de tijd op aarde tot voltooiing brengen en elke positieve ontwikkeling van de ziel valt steeds te betwijfelen als de wereldse interesses nog overheersend zijn. Daarom is het een eenvoudig, maar ook oppervlakkig geloof, dat alleen maar tot uiting komt wanneer aan de gedachten aan God in het hart ruimte gegeven wordt, maar daarvoor bepaalde tijden nodig heeft.

Steeds en te allen tijde moet de mens in het geloof staan, dat wil zeggen dit in het leven zo laten overheersen dat hij aan niets begint zonder de innige verbinding met God, dat hij zich ook op ieder tijdstip inspant om de wil van God te vervullen en zich dus in de eerste plaats eraan gelegen laat liggen God te dienen voordat hij aan de wereld en haar eisen tegemoet komt. Als de Vader in de hemel ook alleen maar op bepaalde tijden voor Zijn kinderen op aarde klaar zou staan, dan zag het er voor hen waarlijk zeer treurig uit. En zo moet de mens altijd eerst God zoeken, dan zal de aardse werkzaamheid eveneens haar geregelde gang gaan, maar nooit wil God achteraan geplaatst worden of pas op de tweede plaats komen, wanneer het mensenkind dat zo wenst. Zouden de mensen, die zich alleen maar aan formele geboden houden, dit in gedachten willen houden, dan moesten ze heel spoedig inzien dat daaruit niet de ware godsverering kan bestaan.

Eeuwig en altijd moet de mens doordrongen zijn van de liefde tot God, dan zal hij ook in ieder uur van de dag samenspraak kunnen houden met zijn Schepper en niets meer kunnen beginnen zonder Diens zegen afgesmeekt te hebben. En pas dat is de ware godsdienst, als de mens steeds en op ieder moment God aanhangt en bereid is Hem te dienen. Wie een levend geloof heeft, kan ook niet anders dan in voortdurende verbinding met Zijn Heer en Heiland al op aarde de hoogste gelukzaligheid vinden. Hij zal zich steeds dichter tot de goddelijke Schepper aangetrokken voelen en uiteindelijk niets meer ondernemen zonder Gods hulp en zegen. En de wereld zal hem niet meer bekoren en ze kunnen voor hem ook niet de zegeningen van het geloof vervangen, want de Heer en Heiland is waarlijk alles wat begerenswaardig is en Zijn nabijheid en liefde wegen tegen alle vreugden van het bestaan op aarde op. En jullie moeten je daarom zo vormen dat het verlangen naar de Heer in jullie groter wordt, dan gaat dit in dezelfde mate voor jullie in vervulling en jullie geloof zal levend worden, jullie zullen nu uit eigen beweging voor de Heer werkzaam zijn en niet alleen maar vervullen wat door de geboden van jullie geëist wordt. En pas dan zijn jullie ware kandidaten voor het rijk van God geworden, pas dan zijn jullie van het ware geloof doordrongen en leven daarmee het leven op een waarachtig God welgevallige wijze.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations