0495 Zonnestelsels - Vuurspuwende berg - Uitbarstingen

5 juli 1938: Boek 10

Ook het gehele systeem van zonnestelsels stemt overeen met het grote scheppingswerk. Als jullie je alle zonnestelsels voor de geest willen halen, dan blijft jullie verstand werkelijk stilstaan, want dit zijn dimensies die het denkvermogen van de mens overstijgen. Reeds de aarde in haar afmetingen komt jullie wezenlijk omvangrijker voor dan jullie verstandelijk kunnen opnemen. Toch is de aarde maar minuscuul te noemen, als men aan haar de omvang van de kleinste zonnestelsels zou willen afmeten.

In het oneindige heelal zijn er wederom ontelbare van deze zonnestelsels die in hun omvang, hoedanigheid en aard weer van elkaar afwijken, maar in hun eindbestemming toch alle hetzelfde doel dienen: het voortdurend verder ontwikkelen van de wezens die uit God ontstaan zijn en zich van God losgemaakt hebben en opnieuw de weg naar God moeten vinden. Elk zonnelichaam is op oneindig grote schaal een gelijkaardig scheppingswerk als de aarde.

Het is maar voor weinigen begrijpelijk dat men de zon kan vergelijken met een vuurspuwende berg. Deze vergelijking zal echter pas duidelijk zijn, wanneer men bedenkt dat de Schepper ook het binnenste van zo’n berg wijselijk op zodanige manier gestalte heeft gegeven, zodat ontelbare wezens hierin verblijven en dat de werkzaamheid van deze wezens erin bestaat onbegrensde erupties tot stand te brengen waardoor wederom de gehele hoedanigheid van de berg aan voortdurende veranderingen onderhevig is. Zodoende kan een deel van de wezens zich van zijn onthulling ontdoen en de weg wordt voor hem vrij naar andere regionen op en boven de aarde.

Bijgevolg laat de Schepper zulke uitbarstingen met Zijn gehele wil toe. En wie door zulke gebeurtenissen zijn aardse leven verliest, diens werkzaamheid op aarde was begrensd en hij gaat een andere ontwikkelingsmogelijkheid tegemoet. Geheel op dezelfde wijze zijn ook de zonnestelsels scheppingen die de Heer in het heelal geplaatst heeft met de bedoeling steeds nieuwe wereldlichamen te laten ontstaan. Elke zon is voortdurend werkzaam. In haar innerlijk gaan ongekende krachten tekeer die door hun oerkracht voortdurend delen uit het binnenste het heelal in slingeren, die daar weer door geestelijke wezens gegrepen worden en tot volledig vrije, zelfwerkzame hemellichamen gevormd worden en door scheppende geestelijke wezens voorzien worden van alles wat wederom nuttig is voor de schepselen die erop zullen leven.

Elk van die hemellichamen zal echter steeds in een bepaalde samenhang staan met de zon waaruit het is voortgekomen. Net zoals dat wat de vuurspuwende berg uitwerpt, vanwege zijn zwaartekracht weer op het aardoppervlak valt, zo zal ook het lichaam dat uit de zon losgemaakt is, door de aantrekkingskracht van deze zon steeds binnen het bereik van deze zon blijven en zal het ook voortdurend door deze zon gevoed worden met licht en warmte, zonder welke geen enkel hemellichaam in het heelal zou kunnen bestaan.

Alleen zal de bestemming van elk hemellichaam verschillend zijn, doordat steeds andere levensvoorwaarden ook steeds andere resultaten veroorzaken. En precies de geestelijke wezens die zich in bepaald opzicht verder moeten ontwikkelen hebben zo’n verblijfplaats nodig en daarom worden ze er door de Schepper van hemel en aarde, die inzicht heeft in wat hun ontbreekt, naartoe gestuurd.

Het heelal is eindeloos. De geestelijke wezens zijn ontelbaar en er moet hun allen steeds weer de mogelijkheid geboden worden het doel dat hun gesteld is, te bereiken. Geloof daarom niet dat in het heelal alleen datgene bestaat wat voor jullie ogen zichtbaar is. De ruimte is eindeloos. Eindeloos is de macht van God en eindeloos is Zijn Liefde voor Zijn schepselen. Daarom is alles geschapen uit de Liefde en de macht van God.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations