0359 Geduld en zachtmoedigheid van de Heer - Zijn goedheid duurt eeuwig

2 april 1938: Boek 8

We hebben voor jou altijd leringen van de Heer gereed en onverstoorbaar geven we ze jou in Zijn naam. En zo willen we je vandaag iets bekend maken over de lankmoedigheid en het geduld van de Heer. Zijn goedheid duurt eeuwig. Met deze woorden is alles gezegd. Wanneer het de wil van de Heer was, zou een minimale fractie van een seconde voldoende zijn om alles te vernietigen wat jullie in het heelal zien. En miljoenen wezens zouden hun ondergang vinden in een ogenblik. De schepping van de Heer bestaat echter al sinds eeuwigheid en ook de schepselen, de wezens van allerlei soort, zullen eeuwig bestaan. Maar totdat al deze wezens de toestand bereikt hebben dat ze volledig één zijn met het eeuwige licht, de goddelijke Vader, moeten ze voor jullie oneindige tijden in het heelal verblijven in steeds nieuwe vormen en steeds andere ontwikkelingsmogelijkheden.

De eerste stadia voltrekken zich in een door God gewilde regelmaat en de wezens, of eerder hun zielen, bereiken langzaam de graad die uiteindelijk voorwaarde is voor de belichaming als mens. Maar dan, na een duizenden jaren lange voorafgaande gang van de ziel door steeds weer andere uiterlijke vormen, moet ze zich eigenmachtig vormen tot dat wat haar bestemming is. Het is volledig aan haar overgelaten het licht van het inzicht aan te nemen of af te wijzen. Maar aangezien ze zonder terugblikkend bewustzijn zeer vaak haar bestemming niet herkent, is de hemelse Vader in eindeloze liefde en geduld begaan om haar te helpen en haar zo door bewijzen van Zijn liefde attent te maken op de weg die voor haar moeilijk wordt om te gaan.

Maar de lankmoedigheid van de Heer, Zijn goedheid en liefde duren eeuwig. Zolang zich slechts een vonkje van de ziel van de mens zich over zichzelf bezint, zolang dit vonkje de verbondenheid met de Godheid, hoe gering die ook is, in zich voelt, zolang is ook de liefde van de Vader met deze ziel begaan en staat ze haar behulpzaam terzijde totdat ze eindelijk tot inzicht is gekomen en uit zichzelf, uit eigen beweging, de genade van de Heer afsmeekt. En dan is de weg naar boven veel gemakkelijker. Dan is het inzicht er, dan verlangt de mens of diens ziel vanzelf naar boven, naar de Vader. En de hemelse Vader is een verlangend kind steeds nabij en Hij zal het met zekerheid naar het eeuwige Vaderland voeren.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations