Compare proclamation with translation

Other translations:

영과 이성. 신체의 기능. 하나님으로부터 온 영.

내면의 깨달음의 은사가 없다면, 너희는 무지한 가운데 이 땅의 삶을 살게 된다. 너희가 영원한 창조주로부터 이성과 이해력을 받았기 때문에 알고 있다고 믿지만, 영의 깨달음을 구하지 않는 한, 너희는 이성과 이해력을 세상적인 의미로만 사용할 수 있다. 따라서 이성과 이해력이 같은 이성과 이해력이 아니다. 사람은 자신의 영을 깨우지 않고도 이성을 사용할 수 있다. 그는 자신의 이성적인 생각을 통해 이 땅에서 가장 큰 성공을 할 수 있다. 그러나 영의 가장 깊은 어두움 속에서 걸을 수 있다. 같은 방식으로, 생명으로 깨어난 영은 인간 안에서 매우 활동적이 될 수 있고, 이로써 이를 외적으로도 알아볼 수 있고, 이성적인 사고는 전혀 사용할 필요가 없다.

이제 인간은 아주 지혜롭게 자신을 표현할 수 있다. 다시 말해, 특별한 이성적인 일을 하지 않고 이웃 사람들에게 큰 지식을 전해줄 수 있다. 그러므로 잘 발달된 이성이 하나님의 지혜를 받아들이기 위해 전혀 필요하지 않다. 심지어 인간의 이성은 자주 영적인 지식을 받는 일에 방해가 된다. 왜냐하면 영적인 지식이 인간의 심장 안으로 들어가기를 원하지만, 그러나 이성적인 생각의 방해를 받기 때문이다. 왜냐하면 사람이 깨어난 하나님으로부터 온 영을 지혜를 주는 분으로 깨닫지 못하는 동안에는 세상 지혜가 항상 하나님의 지혜에 대항하려고 하기 때문이다.

하나님으로부터 온 영이 사람에게 가르치는 내용은 이성이 필요하지 않지만, 하나님으로부터 온 영이 가르친 것을 활용하기 위해서는 인간의 이성이 활발히 일해야만 한다. 그러면 사람은 하나님의 은사를 사용해야만 한다. 다시 말해 그에게 주어진 모든 능력들을 혼의 높은 성장을 위해 사용해야만 한다. 그러면 능력을 하나님의 뜻에 합당하게 활용한 것이다. 인간의 이 땅의 존재와 그의 목적과 실제 사명에 대해 생각하도록 사람에게 이성이 주어졌다. 그러나 사람은 그런 목적을 위해 이성을 가장 적게 사용한다. 모든 이성의 생각은 대부분 이 땅의 문제로 향한다. 모든 생각이 이 땅의 삶을 향상시키는 일로 향한다. 그러므로 하나님으로부터 온 영이 역사하지 않고, 유일하게 이성이 일을 한다. (1940년 7월 4일) 하나님의 영의 역사는 영적인 영역을 연구하려는 인간의 노력의 결과이다.

이 땅의 문제에만 관심이 있는 사람은 하나님으로부터 온 영을 깨닫지 못한다. 그는 자신의 이성을 활용한다. 다시 말해 신체의 기능을 단지 육체에게 유익하게 보이는 일을 위해 활용한다. 신체의 기능은 이제 사람의 의지에 따라 일한다. 반면에 영적 문제를 해결하려고 하고, 인간의 의지가 단지 의지 자신을 하나님의 영에 굴복시키는 정도로 역사한다면, 하나님으로부터 온 영이 역사한다. 그러면 이제 하나님의 영이 생각을 정리해주고, 생각을 올바른 깨달음으로 인도한다.

그러므로 사람은 무의식적으로 받지 않는 힘을 자원하여 사용한다. 그는 적극적인 사랑을 행함을 통해 자신 안에서 이 힘을 증가시켜야만 한다. 그러므로 그는 자신의 이성적인 생각의 결과가 전적인 진리라는 보장 아래 이성적인 생각을 증가시킬 수 있다. 반면에 유일하게 이성의 활동만으로는 절대적 진리라는 보장을 받지 못한다. 그러므로 그가 이성이 말하게 할 뿐만 아니라 심장도 함께 말하게 한다면, 항상 진리에 합당하게 받는다는 보장을 받고 자신의 지식을 크게 증가시키는 일은 그 자신에게 달려 있다. 왜냐하면 자신 안에 있는 하나님의 영의 불씨는 단지 느낌을 통해 깨어나게 할 수 있기 때문이다. 하나님의 영의 불씨를 깨우기 위해 길러야 할 느낌은 사랑이다.

사랑을 행하지 않으면 하나님의 영을 깨어나게 할 수 없다. 그러므로 순수한 진리와 지식의 증가는 항상 아주 적극적인 사랑을 행한 결과가 될 것이다. 연구하는 사람이 자신을 이미 사랑으로 만들고, 이 땅의 사고 활동도 또한 하나님의 영의 인도를 받는 가운데, 진리라는 보장을 받는 연구가 영적 문제를 해결하는 목표를 향한다면, 영과 이성이 함께 일할 수 있게 될 것이다.

아멘

Translator
번역자: 마리아, 요하네스 박

Geest-Verstand – Functie van het lichaam – Geest van God

Zonder de gave van het innerlijk inzicht, gaan jullie onwetend door het aardse leven. Jullie geloven weliswaar wetend te zijn, omdat jullie door de eeuwige Schepper met verstand en rede uitgerust zijn, maar jullie kunnen deze slechts met aardse gezindheid gebruiken, zolang jullie God niet om verlichting van de geest vragen.

Geest en verstand zijn dus niet hetzelfde. De mens kan zijn verstand gebruiken zonder zijn geest in zich opgewekt te hebben. Hij kan door zijn verstandmatige denken de grootste aardse successen behalen en toch in de diepste duisternis van de geest voortgaan. En tegelijkertijd kan een tot leven gewekte geest in de mens buitengewoon werkzaam zijn, zodat hij ook naar buiten toe herkenbaar is en er hoeft op het verstandsmatige denken beslist geen beroep te worden gedaan. De mens kan zich nu buitengewoon wijs uiten. Dat wil zeggen de medemensen een groot weten ter kennis geven, waarvoor geen bijzonder werk van het verstand nodig was.

Een goed ontwikkeld verstand is dus niet absoluut nodig om in staat te zijn om goddelijke wijsheden op te nemen. Vaak is het menselijke verstand zelfs hinderlijk voor het in ontvangst nemen van geestelijke kennis, want deze wil onbelemmerd in het hart van de mens binnendringen, maar het stuit bij louter verstandsmatig denken op tegenstand, omdat aardse wijsheid steeds de goddelijke wijsheid tegenstreeft, zolang de mens de opgewekte geest van God niet als gever van de wijsheid herkent.

Wat de geest uit God de mensen onderwijst, heeft het verstand niet nodig, maar voor de toepassing van hetgeen door de geest van God onderwezen is, moet ook het menselijke verstand werkzaam zijn. Dan moet de mens het geschenk van God gebruiken en dus alle aan hem gegeven bekwaamheden alleen gebruiken voor de opwaartse ontwikkeling van de ziel. Dan zijn deze overeenkomstig de wil van God gebruikt.

De mens werd het verstand gegeven om na te denken over zijn bestaan op aarde en diens doel en zijn eigenlijke bestemming. Maar daar wordt dit het minst voor gebruikt. Meestal draait al het verstandsmatige denken om aardse vraagstukken. Elke activiteit van de gedachten betreft de verbetering van het aardse leven en dan is dus alleen het verstand actief, maar is de geest uit God nog niet aan het werk.

(04-07-1940). Zijn werkzaam zijn is in de eerste plaats het gevolg van de menselijke inspanningen om geestelijke gebieden te onderzoeken en opnieuw moeten aan deze inspanningen het diepe verlangen naar de waarheid en de kennis van het eeuwig goddelijke ten grondslag liggen, maar dit onderzoeken moet niet ter wille van aardse voordelen ondernomen worden. De geest uit God is op geen enkele manier waarneembaar voor de mens, die alleen voor aardse vraagstukken interesse heeft. Die maakt alleen gebruik van het verstandsmatige denken. Dat wil zeggen voor de functie van zijn lichaam voor een werk, dat juiste weer alleen nuttig voor het lichaam lijkt.

En deze functie wordt nu geheel overeenkomstig de wil van de mens uitgevoerd, doordat, als de geest uit God aan het werk is, als het erom gaat geestelijke vraagstukken op te lossen, de menselijke wil er slechts in zoverre aan deelneemt, zoals hij zich aan de goddelijke geest overlaat, maar de geest uit God ordent nu de gedachten, dus leidt de werkzaamheid van de gedachten naar het juiste inzicht. De mens is nu dus bereidwillig om een beroep te doen op een kracht, die hem niet onbewust toegestuurd wordt. En deze kracht moet hij zelf in zichzelf tot ontplooiing brengen door actief te zijn met daden van liefde. Hij kan dus zijn verstandsmatige denken laten toenemen en wel met de zekerheid van volledige waarachtigheid van datgene, wat het resultaat van zijn denken is, terwijl de werkzaamheid van het verstand alleen geen zekerheid voor de absolute waarheid is.

De mens heeft het zelf in de hand om zijn kennis aanzienlijk te vergroten, steeds met de garantie het overeenkomstig de waarheid overgedragen te krijgen, als hij niet alleen het verstand, maar ook het hart laat spreken. Want de goddelijke geestvonk in hem kan enkel gevoelsmatig opgewekt worden en dit gevoel, dat voor het opwekken van de geest beoefend moet worden, is de liefde. Zonder actief te zijn in de liefde is het opwekken van de goddelijke geest onmogelijk, dus zal de zuivere waarheid en de toegenomen kennis steeds het gevolg zijn van een uiterst actieve werkzaamheid in de liefde.

De geest en het verstand zullen pas dan samen kunnen werken, wanneer de onderzoekende mens zijn wezen al tot liefde gevormd heeft en nu dit onderzoeken de oplossing van geestelijke vraagstukken betreft, hoewel ook dan de aardse activiteit van de gedachten eveneens door de geest van God geleid wordt en dus dan ook de waarheid garandeert.

Amen

Translator
번역자: Peter Schelling