모든 완성에 이르지 못한 영적인 존재는 세상에 어떤 무질서를 가져온다. 왜냐하면 모든 것이 질서에 합당한 것이 온전한 영적인 존재이고, 하나님의 뜻으로 행동하는 것이고, 하나님의 뜻은 질서와 온전함이기 때문이다. 무질서한 상태는 결코 신적인 것이 될 수 없다. 그러므로 하나님이 원하는 상태에 있는, 즉 하나님의 질서 안에 있는 존재는 자신 안에 하나님의 의지를 품고 있어야만 한다. 다시 말해 그들이 하나님께 가까이 가기를 원하면, 그들은 이전에 하나님의 질서에 따라 살아야만 한다. 그러나 성숙하지 못한 존재는 하나님과 반대되는 목표를 추구한다. 그는 모든 하나님의 질서를 파괴하려는 자의 뜻을 따를 것이다.
그러나 이런 무질서는 온전하지 못한 영이 자유의지를 소유하고 있을 때, 즉, 인간으로 육신을 입고 있을 때 발생할 수 있다. 왜냐하면 이 전에는 하나님이 존재의 모든 활동을 미리 정하기 때문이다. 그러므로 모든 활동이 잘 정리된 활동이어야만 한다. 모든 창조의 작품에서 표현되는 것은 하나님이 원하는 질서대로 존재하고, 하나님을 대적하는 뜻에 의해 임의로 바꿀 수 없다. 그러나 이 땅의 삶은 인간의 마음에 달려있다. 그러므로 사람은 자신의 자유의지의 자세에 따라 질서의 상태나 무질서의 상태를 만든다.
당연히 자신의 뜻을 포기하고 하나님과 연합이 된 삶은 또한 질서에 합당하게 진행돼야만 하고, 하나님의 뜻과 완전히 일치해야만 한다. 이런 일은 이해할 수 있는 일이다. 사람이 하나님의 뜻에 복종하는 한, 사람은 눈에 띄게 하나님의 뜻을 어길 수 없다. 따라서 그의 삶의 방식은 하나님의 뜻대로 인도돼야만 한다. 그는 하나님이 원하는 것 외에는 다른 어떤 것도 추구할 수 없다. (1940년 6월 13일) 이제 질서에 어긋나는 일은 무질서를 의미하기 때문에 무너져야만 한다. 모든 질서에 합당한 것은 그 자체로 계속 존재한다는 보장을 받는다. 반면에 무질서의 대표자인 대적자는 모든 것을 파괴하고, 이 가운데 엄청난 혼란을 야기하는 일에 큰 관심을 가지고 있다.
사람들의 생각이 어떻게 든 이 땅의 삶에서 파괴적인 방식으로 표현될 때, 사람들의 생각이 완전한 무질서에 빠진 것임을 이제 또한 이해할 수 있게 될 것이다. 보존하려는 본능은 항상 신적인 것이 될 것이고, 파괴하려는 본능은 사탄적이 될 것이다. 그러므로 자신 안에 파괴하려는 충동에 굴복하는 사람은 이제 자신의 의지를 의식적으로 하나님의 창조물을 파괴하려는 하나님의 대적자의 의지를 따른다. 왜냐하면 대적자가 하나님을 대적하여 승리할 수 있도록 성숙하지 못한 영적인 존재를 사용하기 때문이다. 대적자는 영적인 존재를 공격하고, 인간의 의지를 약화시켜, 사람이 하나님을 대적하는 방식으로 일하게 한다. 즉, 하나님에 의해 하나님의 지혜로 창조한 것을 무시하고, 파괴하려고 시도한다. 이런 일은 하나님의 질서에 위배된다.
존재하는 모든 것이 온전함에 이르지 못한 영적인 존재의 성장을 섬긴다. 어떤 창조물을 파괴하려는 모든 욕망은 하나님의 뜻에 개입하는 것이다. 하나님의 뜻은 모든 영적인 존재에게 시간을 주고, 영적인 존재가 그 형체 안에서 성장하여, 다시 말해 하나님이 원하는 질서 안에서 다시 다음 육신을 입는 단계를 체험할 수 있는 능력이 있게 하는 일이다. 자신의 성장 발달 과정에서 조기에 방해를 받는 존재는 자신의 형체를 벗어나거나 자신의 영의 상태에 합당하지 않은 외적 형체에 머문다. 이런 일은 영적인 존재에게 필요한 성장정도에 도달하지 못했기 때문에, 이 땅에 또한 우주 전체에 끔찍한 상상할 수 없는 영향을 미칠 것이다.
왜냐하면 모든 것이 순수하지 못한, 하나님을 떠난 영적인 존재에게 당하게 될 것이기 때문이다. 하나님이 존재에게 제재를 가하지 않는다면, 모든 하나님의 지혜에 대해 격노하려는 하나님과의 공개적인 싸움이 되었을 것이다. 때문에 성숙하지 못한 존재들의 의지는 하나님의 질서를 유지하기 위해 인간으로 육신을 입기 전에, 묶여 있는 반면에, 이 땅에 사는 동안 잘못된 의지는 비할 데 없는 혼란을, 인간의 생각에 혼돈을, 가장 큰 무질서를 일으킬 수 있다.
이런 무질서에 대항하여 전적으로 싸우는 일이 모든 선한 영적인 존재들이 하는 일이다. 왜냐하면 하나님 자신이 성숙하지 못한 영적인 존재들에게 완전한 의지의 자유를 보장하기 위해 어떤 강요하는 수단도 사용하지 않기 때문이다. 단지 하나님의 뜻에 대항하는 모든 추구가 항상 죄가 될 것이다. 존재가 질서를 무질서로 바꾸는 일을 기뻐한다면, 존재는 자체가 질서인 하나님의 법을 어긴 것이다.
왜냐하면 존재가 하나님이 창조한 모든 것을 파괴하려는 대적자의 의지를 따르기 때문이다. 존재는 이 일에 성공하지 못할 것이다. 그러나 그렇게 하려는 의지가 이미 하나님의 사랑과 지혜와 전능함에 가장 크게 대항한 것이다. 그는 하나님께 반항하고, 따라서 최악의 결과를 초래한다. 하나님을 대항하여 분노하는 영적인 존재가 하나님의 뜻과 하나님의 질서에 반항을 하는 동안 존재는 자유를 누릴 수 없다. 존재가 하나님이 원하는 질서에 순복하지 않는 동안에는 존재는 자유롭지 못하다.
아멘
TranslatorAl het onvolmaakte geestelijke brengt een zekere wanorde in de wereld, want al het geordende is het volmaakte geestelijke, het handelt naar Gods wil en Gods wil is orde en volmaaktheid. De toestand van wanorde kan nooit iets goddelijks zijn, dus moeten de wezens, die in de door God gewilde staat dus die zich in goddelijke ordening bevinden, de wil van God in zich dragen, d.w.z. ze moeten tevoren naar Gods wil handelen, willen ze dichter bij God komen. Het onrijpe streeft echter het tegenovergestelde van God’s doel na, het zal zich naar de wil voegen van diegene, die alle goddelijke orde vernietigen wil. Deze wanorde kan echter alleen opgeroepen worden, wanneer het onvolmaakte geestelijke de vrije wil bezit, dus belichaamd is als mens, want tevoren bepaalt de goddelijke wil elke werkzaamheid van het wezen, en dus moet deze bezigheid een goed geordende zijn hetgeen in het totale werk van de schepping tot uitdrukking komt, dat zich in een door God gewilde ordening bevindt en niet naar believen door een God weerstrevende wil veranderd kan worden.
Echter het aardse leven is blootgesteld aan de willekeurigheid van de mens en zo schept de mens zich, al naar gelang de instelling van zijn vrije wil, een toestand van orde of ook van wanorde. Een leven in verbinding met God met overgave van de eigen wil moet begrijpelijkerwijs ook volgens de orde verlopen, en het moet geheel beantwoorden aan de goddelijke wil. De mens kan niet duidelijk zondigen tegen de goddelijke wil, zolang hij zich aan deze ondergeschikt maakt. En derhalve moet zijn levenswandel in overeenstemming met de door God gewenste ordening geleid worden, hij kan niet anders dan datgene nastreven, wat God wil. Wat nu tegen deze ordening gericht is, moet dus, omdat het wanorde betekent, ineenstorten. Al het geordende heeft de garantie in zich, dat het blijft bestaan, terwijl de vertegenwoordiger van de wanorde, de tegenstander, er het meeste belang bij heeft, alles te vernietigen en dus daartoe een geweldige wanorde veroorzaakt.
Het zal nu ook begrijpelijk zijn, dat het denken van de mensen in volledige wanorde terecht gekomen is, als het zich op de een of andere manier vernietigend in het leven op aarde uit. Steeds zal de drang tot zelfbehoud goddelijk zijn, en de vernietigingsdrang satanisch, en wie toegeeft aan de innerlijke drang tot vernietiging, die maakt zijn wil bewust ondergeschikt aan degene die Gods tegenstander is en die Zijn scheppingswerk vernietigen wil, want deze (tegenstander) bedient zich van het onrijpe geestelijke, om over God te kunnen triomferen. Hij belaagt de geesten, hij probeert de wil van de mens te verzwakken, opdat deze op een tegen God gerichte wijze werkzaam is, d.w.z. het door Hem in Zijn wijsheid geschapene niet eerbiedigt en probeert het te vernietigen. En dit druist in tegen de goddelijke ordening.
Al wat is, dient tot rijping van het onvolmaakte geestelijke. Elke wil tot vernietiging van welk scheppingswerk dan ook is een ingrijpen in de wil van God, Die voor al het geestelijke zijn tijd heeft vastgesteld en het pas uit een dergelijke vorm bevrijdt, wanneer het geestelijke in deze vorm rijp, d.w.z. bekwaam geworden is, overeenkomstig de door God gewenste ordening weer het volgende stadium van belichaming door te maken. Een wezen dat voortijdig in zijn hogere ontwikkeling gestoord is, zou zijn vorm willen ontvluchten of ook een uiterlijke verschijningsvorm willen aannemen die niet bij zijn geestestoestand past, en dat zou, omdat de benodigde rijpheid daartoe ontbreekt, het begin zijn van een onvoorstelbare wanorde, die een schrikbarende uitwerking zou hebben op de aarde en ook op het totale universum. Want alles zou aan de willekeur van het onrijpe, van God afgewende geestelijke zijn overgeleverd. Het zou een openlijke strijd tegen God zijn, die tegen alle goddelijke wijsheid in, zou woeden, indien dit niet door God verhinderd zou worden.
Om die reden is ook de wil van het onrijpe wezen vóór de belichaming als mens gebonden, om de goddelijke ordening in stand te houden, tegen het gevaar in het aardse bestaan, dat de verkeerde wil zodanig uitwerkt, dat een chaos die zijn gelijke niet kent, een verwarring van het menselijke denken de grootste wanorde aanrichten kan. En deze wanorde betreft de totale strijd van al het goede geestelijke, want God Zelf voert geen dwangmiddel als remming uit, om aan het onrijpe geestelijke de volledige wilsvrijheid over te laten. Alleen zal steeds alle streven, dat tegen de goddelijke wil gericht is, zonde zijn; het wezen overtreedt de goddelijke wet die op zich zelf orde is als het er genoegen in schept, deze orde in wanorde te veranderen. Want dan schikt het zich naar de wil van de tegenstander, wiens verlangen het is, alles te vernietigen wat God geschapen heeft Dit zal hem niet lukken, maar alleen al de wil daartoe is de ergste zonde tegen Gods liefde, wijsheid en almacht, het is verzet tegen God en leidt tot de meest ernstige gevolgen. Het tegen Hem woedende geestelijke kan zich niet in zijn vrijheid verheugen, zo lang het zich verzet tegen de goddelijke wil en de goddelijke ordening. Het is onvrij, zolang het zich niet voegt naar de door God gewilde ordening ....
Amen
Translator