Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

L’indicazione su Gesù Cristo alle anime nell’aldilà*

Chi si confessa per Me nel Regno dell’aldilà, è anche salvato per tutta l’Eternità. Appena le anime che dimorano ancora nell’oscurità o nel crepuscolo, non oppongono più nessuna resistenza al Mio Nome, quando viene annunciato loro di Me e la Mia Opera di Redenzione tramite dei messaggeri di Luce nel travestimento oppure tramite trasmissioni mentali di uomini amorevoli, cede anche l’oscurità da loro, la Forza del Mio Nome agirà su loro e le spingerà verso di Me, cominceranno a cercarMi ed Io Mi farò anche trovare. Ma la volontà delle anime è e rimane libera e perciò può passare anche un lungo tempo prima che Mi accettino, prima che la Forza dell’intercessione tramite degli uomini diventi efficace oppure i messaggeri di Luce abbiano successo, che si avvicinano a loro in incognita e portano loro il Mio Vangelo.

Ma gli sforzi per le anime non cederanno, ed è perciò di grande benedizione, quando le anime vengono chiamate coscientemente, dove si svolgono dei discorsi spirituali, dove viene menzionata l’Opera di Redenzione, affinché a queste anime venga sempre di nuovo indicato Gesù Cristo affinché prendano comunque liberamente la via verso di Me e Mi chiedano il Perdono della loro colpa. Perché finché non sono beate, sono gravate ancora con la loro colpa, e la loro infelicità può indurle a tendere ad un miglioramento della loro situazione ed a riflettere su sé stesse, sulla loro vita sulla Terra ed il loro rapporto con Me, loro Dio e Creatore dall’Eternità.

La volontà di ribellione diminuisce già, quando sperimentano l’intercessione da parte degli uomini, quando pensano amorevolmente a lei, quando sentono la volontà di aiutare. Allora diminuisce anche la resistenza contro l’aiuto, che viene sempre di nuovo offerto nel Regno dell’aldilà, e la rinuncia alla ribellione è già una iniziale risalita, perché di una tale anima viene tenuto conto in ogni modo e le verrà donata una piccola Luce, che la rende felice ed aumenta il suo desiderio per la Luce. Le anime nell’aldilà devono trovare Me, se non Mi hanno già trovato sulla Terra. E voi uomini potete molto contribuire quando pensate più sovente alle anime che sono nella miseria, quando date ad ogni anima che si spinge nei vostri pensieri, sempre soltanto l’indicazione di rivolgersi a Me, al divino Redentore Gesù Cristo, il Quale Solo può aiutarla alla beatitudine. I vostri amorevoli pensieri che vanno a quelle anime, sono come delle scintille di Luce, che fanno scaturire in loro la gioia ed a cui badano sempre ed accorrono alla loro fonte.

Sulla Terra si tenevano lontane da ogni insegnamento spirituale, vivevano soltanto la loro vita terrena, e così entravano senza qualsiasi bene spirituale nel Regno spirituale dopo la loro morte. Soltanto ora devono conquistarsi dei beni spirituali nella libera volontà, non devono prestare nessuna resistenza, quando viene presentato loro con amore il Vangelo, e questo lo devono anche dare con amore a coloro che sono costituite come loro stesse e che vorrebbero migliorare la loro situazione. Ma appena voi uomini vi prendete cura di quelle anime, queste non sono perdute; i vostri pensieri le attireranno sempre a voi, e potranno accogliere da voi ciò che finora hanno rifiutato, ma ora lo percepiscono beneficamente, perché glielo rivolge il vostro amore, perché l’amore è una Forza che non rimane senza effetto.

Pensate sovente a quelle anime che ancora languono nell’oscurità, che non Mi hanno ancora trovato in Gesù Cristo; mostrate loro la via e portate loro vicino il Vangelo, ed avrete prestato un lavoro benefico di Redenzione, che è molto importante particolarmente nel tempo della fine, perché ancora molte anime si devono liberare dall’abisso, affinché non cadano nella Nuova Relegazione, quando sarà venuta la fine.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Het wijzen van de zielen in het hiernamaals op Jezus Christus

Wie Mij in het rijk hierna belijdt die is ook voor alle eeuwigheid gered. Zodra de zielen die nog in duisternis of in de schemering vertoeven zich niet meer afzetten tegen mijn naam, als hun door lichtboden in vermomming of door middel van gedachtenoverdracht van liefdevolle mensen over Mij en mijn verlossingswerk getuigenis wordt afgelegd, wijkt ook de duisternis van hen. De kracht van mijn naam zal reeds op hen inwerken en ze tot Mij drijven. Zij zullen Mij gaan zoeken en Ik zal Mij ook laten vinden. Maar de wil van de zielen is en blijft vrij. En daarom kan er ook een lange tijd voorbij gaan voordat zij Mij aannemen, voordat de kracht van de voorspraak van mensen werkzaam wordt, of de lichtboden succes hebben die hen vergezellen zonder herkend te worden en hun mijn evangelie brengen.

Maar de inspanningen voor deze zielen worden niet opgegeven. En het is daarom tot grote zegen als zielen er opzettelijk bij worden geroepen, daar waar geestelijke gesprekken plaatsvinden. Waar van het verlossingswerk gewag wordt gemaakt, opdat ook deze zielen steeds weer op Jezus Christus gewezen worden, opdat ze toch vrijwillig de weg nemen tot Mij en Mij om vergeving van hun schuld vragen. Want zolang zij nog onzalig zijn, zijn ze ook nog belast met hun schuld. En hun ellende kan hen aansporen een verbetering in hun toestand na te streven en na te denken over zichzelf, over hun leven op de aarde en hun verhouding tot Mij - hun God en Schepper van eeuwigheid.

Hun weerstand wordt al verminderd als zij liefdevolle voorspraak van de kant van de mensen ondervinden, als er met liefde aan hen gedacht wordt en zij de wil om te helpen bespeuren. Dan wordt ook hun weerstand tegen de hulp die hun in het hiernamaals steeds weer geboden wordt minder, en het opgeven van die weerstand is reeds het begin van vooruitgang. Want met iedere opwelling van zo'n ziel wordt rekening gehouden en er wordt haar een klein lichtje geschonken dat haar verblijdt en haar verlangen ernaar vergroot. De zielen in het hiernamaals moeten de weg naar Mij vinden, als zij Mij op aarde nog niet gevonden hebben. En u mensen kunt daar veel toe bijdragen als u vaker denkt aan die zielen die in nood zijn, wanneer u iedere ziel die uw gedachten binnendringt steeds weer erop wijst zich aan Mij toe te vertrouwen, aan de goddelijke Verlosser Jezus Christus, die alleen haar zalig kan maken.

Uw liefdevolle gedachten die naar deze zielen uitgaan, zijn als lichtvonken die vreugde in hen opwekken en waar zij altijd acht op slaan en waar zij op toesnellen. Op aarde hielden zij zich ver van ieder geestelijk onderricht. Zij leefden alleen hun aardse leven en zo gingen ze na hun dood geheel zonder geestelijke goederen het rijk hierna binnen. Nu moeten zij zich in vrije wil eerst geestelijke goederen verschaffen. Ze mogen geen weerstand bieden als hun in liefde het evangelie uiteengezet wordt en ze moeten dit ook in liefde doorgeven aan degenen die er net zo aan toe zijn als zij en die hun toestand graag willen verbeteren. Zodra u mensen zich over deze zielen ontfermt, zijn ze niet verloren. Uw gedachten zullen hen altijd tot u trekken en ze zullen door u in ontvangst kunnen nemen wat ze tot nog toe afwezen, maar nu als een weldaad ervaren omdat uw liefde het hun doet toekomen. Want de liefde is een kracht die niet zonder uitwerking blijft.

Denk vaak aan deze zielen die nog in de duisternis smachten, die de weg naar Mij in Jezus nog niet gevonden hebben. Toon hun de weg en maak hen vertrouwd met het evangelie en u zult zegenrijke verlossingsarbeid verrichten dat zeer belangrijk is, in het bijzonder in de eindtijd, want dan moeten nog veel zielen zich bevrijden uit de diepte, opdat zij niet aan een hernieuwde kluistering ten offer vallen wanneer het einde gekomen is.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte