Io Sono il Signore Che regna nel tempo e nell’Eternità, al Quale o è sottomesso tutto ciò che ha creata la Mia Volontà, e Che guida tutto secondo la Sua Volontà ed il Suo Beneplacito. Io Sono vostro Dio e Creatore dall’Eternità, Che vi parla come vostro Padre, perché siete figli Suoi, che una volta al Suo Fianco devono essere incommensurabilmente beati nel creare ed agire in Libertà, Luce e Forza. Ma quando il vostro Padre dall’Eternità parla con voi, allora Egli vi ammaestrerà anche in tutta la Verità, vi guiderà nella Verità, Egli correggerà, quando vi viene portato dall’esterno un falso patrimonio spirituale ed esternerà anche apertamente ciò che è Verità e ciò che è errore. Perché Io Sono l’Eterna Verità Stessa e non tollero che a quegli uomini che desiderano la Verità, venga loro nascosta o deformata, che l’uomo si muova nel falso pensare. Il Mio avversario però si è fatto il principio di dichiarare la lotta alla Verità, perché la Verità fa riconoscere Me in modo giusto, ma costui vorrà solo impedire che gli uomini imparino a riconoscere ed amare Me giustamente. Perciò cerca di deformare la Mia Immagine. Mi presenta diversamente di come Sono e vuole rendere difficile agli uomini di amare e tendere a Me come loro Padre. Il suo tendere è sempre di minare la Verità, di mescolarla con l’errato patrimonio spirituale e di ostacolare gli uomnini nella conoscenza di Me Stesso. E dove il desiderio per la Verità non è ancora profondo, là gli riesce anche; ma dove l’uomo desidera seriamente la Verità, costui viene riconosciuto. Perché Io aiuto del tutto certamente coloro che desiderano stare nella Verità, e guido perciò sempre la pura Verità sulla Terra dove esiste il pericolo che la Verità venga misconosciuta, oppure dove il Mio avversario ha già trovato tanto fondamento, che la sua opera di menzogna trova risonanza. Dipenderà sempre dagli uomini stessi se giungono nel possesso della Verità, perché dipende sempre dal grado del loro desiderio per la Verità, che questa venga guidata a loro anche non deformata. Ma l’avversario cerca pure di determinare gli uomini ad accettare il suo patrimonio spirituale, che nel suo pensare abbagliato si sforza di spargere fra gli uoimini e gli riesce anche, quando trova strumenti che lo servono. Perché si tratta della loro più intima disposizione verso di Me oppure verso di lui. Questo è determinante, se Mi posso manifestare Io oppure il Mio avversario. Ma uno strumento che è attivo per Me, non potrà essere utilizzato contemporaneamente dal Mio avversario, come viceversa non Mi servo nemmeno mai di uno strumento, che ha donato la sua volontà al Mio avversario e lo serve. L’arroganza ed il bisogno di valere sono le migliori mete d’attacco del Mio avvesario, ed allora gli è facile determinare un uomo di servirlo, perché lo convince di averlo scelto Io Stesso per una missione. Ma questo auto esame lo deve svolgere anche un uomo stesso su di sé, per essere anche certo del suo compito, altrimenti non si può insinuare nessun errore, che però è evidente, quando il risultato contraddice la Mia pura Parola dall’Alto che Io Stesso guido sulla Terra, perché è sempre di nuovo necessaria un aggiustamento. Perché la Terra è inondata dall’errore, ciò che gli uomini rappresentano come Evangelo, è mescoltato con l’errore, ovunque viene rifiutata la Verità, ma accetato volentieril’errore, confonde il pensare degli uomini, non vi è più nessuna chiarezza, nessuna coincidenza, nessuna giusta comprensione. Tutto devia dalla pura Verità e viene comunque rappresentato dagli uomini come Verità. Ma l’errore è anche riconoscibile da ogni uomo che ha la volontà di stare nella pura Verità, perché Io Stesso lo affianco, perché Io come l’Eterna Verità, Mi dono ad ogni uomo che desidera la Verità. Ma viene anche pretesa la sua buona volontà e Mi può sempre richiedere l’illuminazione dello spirito ed Io esaudisco la sua preghiera. Perché ora l’uomo deve anche poter riconoscere i collegamenti ed allora saprà anche, dove si trova la Verità e dove l’errore. Io Sono il Signore, Io Stesso Sono la Verità ed Io Sono l’Amore. Io ho la Potenza di guidare la Verità a tutti gli uomini, ma non costringo nessun uomo di accettarla, perché il possesso della Verità dipende dall’uomo stesso, fin dove la desidera e vi aspira oppure la richiede. Ma che il Mio avversario non cessa di combattere contro la Verità, è sicuro e dovrebbe sempre di nuovo dare a pensare a voi uomini, che vi dovete solo coscientemente rivolgere a Me, se volete camminare nella Verità.
Amen
TraduttoreIK ben de HEER, DIE in tijd en eeuwigheid regeert, aan WIE alles is onderworpen wat Zijn Wil heeft geschapen en DIE alles stuurt naar Zijn Wil en wijze beoordeling. IK ben uw GOD en Schepper van eeuwigheid, DIE als een VADER tot u spreekt, omdat u Zijn kinderen bent, die eens aan Zijn Zijde onmetelijk gelukzalig zullen zijn in het scheppen en werkzaam zijn in vrijheid, licht en kracht.
Maar als uw VADER van eeuwigheid met u spreekt, zal HIJ u echter ook in alle waarheid onderwijzen, HIJ zal u de waarheid leren kennen, HIJ zal rechtzetten wanneer u van buiten af valse geestelijke opvattingen worden gebracht en HIJ zal ook openlijk uit laten komen wat waarheid en wat dwaling is. Want IK ben de eeuwige WAARHEID Zelf en IK duld niet dat die mensen die waarheid begeren, de waarheid wordt onthouden of misvormd, zodat de mens verkeert in een onjuist denken.
Maar Mijn tegenstander heeft het zich tot principe gemaakt de strijd aan te binden met de waarheid, omdat de waarheid MIJ laat zien zoals IK echt ben, maar hij steeds maar weer wil verhinderen dat de mensen MIJ werkelijk leren zien en beminnen. Daarom tracht hij van MIJ een vals beeld te geven. Hij stelt MIJ anders voor dan IK ben en wil het de mensen moeilijk maken op MIJ aan te sturen en MIJ als hun VADER lief te hebben. Zijn streven is steeds de waarheid te ondermijnen, haar te vermengen met onjuiste opvattingen en de mensen te hinderen bij het onderkennen van MIJ Zelf. En waar het verlangen naar waarheid niet diep is, daar lukt het hem ook, maar waar de mens de waarheid serieus begeert, wordt hij herkend. Want heel zeker help IK hen die wensen in de waarheid te wandelen en leid daarom steeds weer het zuivere Woord naar de aarde, waar het gevaar bestaat, dat de waarheid wordt miskend, of waar Mijn tegenstander al zoveel vaste grond heeft gekregen dat zijn leugenwerk weerklank vindt.
Steeds zal het van de mensen zelf afhangen of ze in het bezit van de waarheid komen, want steeds ligt het nu aan de graad van hun verlangen naar waarheid dat deze hun ook onbedorven wordt toegezonden. Maar de tegenstander tracht eveneens de mensen te bewegen zijn ideeën aan te nemen, waarvoor hij zich, in de verblinding van zijn denken, inspant die onder de mensen rond te strooien en dit hem ook lukt wanneer er werktuigen te vinden zijn die hem dienen. Want het gaat om hun innerlijke houding tegenover MIJ of tegenover hem. Dit is doorslaggevend of IK of Mijn tegenstander zich dan kan uiten. Nooit echter zal een werktuig dat voor MIJ werkzaam is, gelijktijdig door Mijn tegenstander kunnen worden gebruikt, zoals omgekeerd IK ME ook nooit van een werktuig bedien dat zijn wil aan Mijn tegenstander schonk en hem diende.
Voor de tegenstander zijn de beste doeleinden van het offensief de hoogmoed en de geldingsdrang, en dan valt het hem makkelijk een mens aan te zetten hem te dienen, omdat hij hem wijsmaakt dat IK Zelf hem voor een missie uitverkoos. Maar dit zelfonderzoek moet een mens ook bij zichzelf instellen om ook zeker te zijn van zijn taak, anders zou er geen dwaling kunnen binnensluipen, die echter duidelijk tot uiting komt, wanneer het resultaat Mijn zuivere Woord uit den hogen, dat IK Zelf naar de aarde zend, weerspreekt, daar een rechtzetting steeds weer nodig is. Want de aarde is door dwaling overspoeld; wat de mensen verdedigen als evangelie, is doorspekt met dwaling. De waarheid wordt overal afgewezen, maar de dwaling graag aangenomen, het denken van de mensen raakt in de war, er is geen duidelijkheid meer, geen overeenstemming, geen juist begrip, alles wijkt af van de zuivere waarheid en wordt toch als waarheid verdedigd door de mensen.
Maar de dwaling is ook in te zien door ieder mens die de wil heeft in de zuivere waarheid vast te staan, omdat IK deze Zelf ter zijde sta, omdat IK, als de eeuwige WAARHEID, MIJ aan ieder mens schenk die de waarheid begeert. Maar diens goede wil is ook een vereiste en steeds kan hij MIJ om verlichting van Geest vragen en IK zal zijn gebed verhoren.
Want de mens moet de verbanden kunnen inzien en dan zal hij ook weten waar waarheid en waar dwaling te vinden is. IK ben de HEER, IK ben Zelf de WAARHEID en IK ben de LIEFDE. IK heb de Macht alle mensen de waarheid te doen toekomen, maar IK dwing geen mens ze aan te nemen omdat het bezit van de waarheid van de mens zelf afhangt, in hoeverre hij ze begeert en er naar streeft of er voor zichzelf om vraagt.
Maar dat Mijn tegenstander niet zal aflaten tegen de waarheid te strijden staat vast en moest u, mensen er steeds bedacht op laten zijn dat u zich bewust alleen tot MIJ moet wenden als u in de waarheid wandelen wilt.
Amen
Traduttore