Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Il cosciente lavoro dell’uomo sulla sua anima

Nulla vi deve trattenere di compiere il lavoro sulla vostra anima; perché lei solamente determina il vostro destino nell’Eternità. E nessuno può togliervi questo lavoro, nessuno lo può fare per voi. E perciò è perduto anche ogni giorno in cui non avete conquistato un piccolo progresso per la vostra anima, ed anche se è solamente una singola opera d’amore che voi compiete, aiuta però la vostra anima alla maturazione. Ogni giorno che ha soddisfatto soltanto il vostro amor proprio, che ha portato dei vantaggi soltanto al vostro corpo, è un giorno perduto, perché come anima doveva languire durante un tale giorno, invece è stato vissuto inutilmente. E voi però potete progredire facilmente, perché vi si offrono molte occasioni, in cui potete affermarvi, in cui potete eseguire proprio quel lavoro all’anima, delle possibilità in cui potete vincere voi stessi, in cui dovete lottare contro brame e vizi di ogni genere, in cui potete preparare delle gioie con buone azioni, con parole gentili o apporto di aiuti che procurano sempre un vantaggio spirituale alla vostra anima.

Sempre di nuovo vi si offriranno delle occasioni in cui potete anche tenere intimi dialoghi con il vostro Dio e Padre, per ottenere da ciò Benedizione per la vostra anima. E sempre di nuovo potete ascoltare o leggere la Parola di Dio a far partecipe alla vostra anima di un aiuto del tutto particolare tramite questo dialogo con Dio, perché ora offrite del Cibo alla vostra anima con cui diventa capace di maturare. Per quanto le giornate siano redditizie per il vostro guadagno terreno, una buona azione, per quanto piccola, è da valutare molto di più; perché porta un guadagno all’anima che non può più perdere in eterno. Ma quello che il corpo riceve non gli rimane, è soltanto un bene imprestato, che gli può essere ripreso ogni giorno. E di nuovo potete procurare anche del danno alla vostra anima, quando la caricate con peccati, quando il vostro modo di vivere non è buono e quando voi aggiungete al peccato primordiale esistente ancora molti altri peccati, per i quali un tempo soltanto l’anima ne deve rispondere, perché è eterna.

Perciò non dovete vivere il giorno da spensierati, dovete ben riflettere su quello che fate e dovete sforzarvi di badare di più alla vostra anima che al vostro corpo, perché l’anima è il vostro io reale che deve fare il cammino sulla Terra allo scopo della maturazione, allo scopo del perfezionamento che può raggiungere solo sulla Terra. Ma questo premette anche la vostra volontà, consiste appunto nel fatto di combattere coscientemente contro debolezze ed errori di ogni genere. E se ora l’uomo vuole diventare perfetto, allora deve chiedere per sé anche la Forza per vivere secondo la Volontà di Dio, cioè svolgere delle opere d’amore che gli verrà anche donata certamente. Egli deve condurre una vita cosciente sempre con la meta di portare il suo essere ancora imperfetto alla perfezione e di sforzarsi con tutte le forze di farlo.

Ed egli verrà poi anche spinto dall’interiore all’azione nell’amore. Non potrà fare altro che svolgere buone opere e potrà anche registrare giornalmente un progresso spirituale. Ed allora non si lascerà nemmeno trattenere da stimoli mondani. Perché una volta lui sarà seriamente a giungere alla perfezione, allora preporrà sempre il lavoro sulla sua anima, e verrà anche sempre aiutato da parte di esseri spirituali che vegliano sul suo cammino terreno, affinché egli pensi, parli e agisca nella Volontà di Dio. Perché lo scopo terreno è unicamente la maturazione della sua anima, cosa che però viene riconosciuto solo di rado, e perciò la sorte delle anime è sovente infelice, ma per propria colpa, perché all’uomo viene sempre di nuovo presentato del perché cammina sulla Terra. Se non vuole credere, allora una volta la sua anima dovrà espiare, mentre porta con sè l’oscurità nel Regno dell’aldilà, con cui è entrata come uomo sulla Terra.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Het bewust werken van de mens aan zijn ziel

Niets mag u ervan afhouden te werken aan uw ziel, want zij alleen bepaalt uw lot in de eeuwigheid. Niemand kan u deze arbeid uit handen nemen, niemand kan ze voor u verrichten. Daarom is ook elke dag waarin u niet een kleine vooruitgang hebt behaald voor uw ziel, verloren. En al is het maar een enkel werk van liefde dat u verricht, toch helpt het uw ziel om te rijpen. Elke dag die alleen uw eigenliefde bevredigd heeft, die alleen voor uw lichaam voordeel bracht, is een verloren dag. Want zodra de ziel gebrek moest lijden was zo'n dag vergeefs geleefd. En toch zou u gemakkelijk vooruit kunnen gaan. Want er doen zich zo veel gelegenheden aan u voor waarin u zich kunt waarmaken, waarin u nu net dat werk aan uw ziel zou kunnen verrichten. Gelegenheden waarin u zichzelf zou moeten overwinnen en strijden tegen begeerten en ondeugden van allerlei aard. Gelegenheden waarin u vreugde kunt brengen door goed te doen, door vriendelijke woorden of door hulpverlening, die steeds uw ziel een geestelijk voordeel opleveren.

Steeds weer worden u gelegenheden geboden waarin u met uw God en Vader ook innige samenspraak zou kunnen houden, om daaruit zegen te verkrijgen voor uw ziel. Altijd weer kunt u het woord van God aanhoren of lezen en door dit spreken van God een bijzondere hulp aan uw ziel ten deel laten vallen, omdat u nu de ziel geestelijk voedsel aanbiedt waardoor ze in staat is zich verder te voltooien. En al zijn de dagen voor uw aardse gewin nog zo succesvol, een nog zo kleine goede daad heeft een veel grotere waarde, want die is een verrijking voor uw ziel die zij voor eeuwig niet meer verliezen kan. Wat echter het lichaam ontvangt beklijft niet. Het is maar geleend goed dat het lichaam elke dag weer kan worden afgenomen. En wederom kunt u ook uw ziel schade toebrengen door haar te belasten met zonden wanneer uw levenswandel niet in orde is en u aan de reeds bestaande oerzonde nog vele andere zonden toevoegt, die alleen de ziel eenmaal moet verantwoorden omdat zij onvergankelijk is. Daarom moet u niet zo onnadenkend van de ene dag in de andere leven. U moet goed weten wat u doet en u moet er op letten meer acht te slaan op uw ziel dan op uw aardse lichaam. Want de ziel is uw eigenlijke ik, dat de weg over de aarde moet afleggen met het doel te rijpen, ten gunste van haar vervolmaking die ze alleen op aarde bereiken kan. Maar dit stelt ook uw wil voorop, wat juist hierin bestaat, bewust te strijden tegen allerlei zwakheden en gebreken.

En als de mens nu volmaakt wil worden, dan moet hij voor zichzelf ook kracht vragen om naar Gods wil te leven, dat wil zeggen: om daden van liefde te verrichten. En deze kracht zal hem dan ook zeker geschonken worden. Hij moet een bewust leven leiden, steeds met het doel zijn nog onvolmaakt wezen tot volmaaktheid te brengen en dit naar beste vermogen te doen. Hij zal dan ook innerlijk worden aangespoord om in liefde te werken. Hij zal niet anders kunnen dan goede daden verrichten en zodoende zal hij ook dagelijks geestelijke vooruitgang kunnen boeken. En dan zal hij zich ook niet meer laten weerhouden door wereldse verleidingen. Want zodra het hem eenmaal ernst is zijn doel te bereiken, tot volmaaktheid te komen, zal hij de arbeid aan zijn ziel altijd voorop stellen. En hij zal ook altijd geholpen worden door de geestelijke wezens die over zijn weg over de aarde waken. Die steeds weer zijn gedachten proberen te beïnvloeden, zodat hij vanuit Gods wil denkt, spreekt en handelt. Het doel van zijn aardse leven is alleen het rijpen van zijn ziel, wat echter maar zelden wordt ingezien en daarom is het lot van de ziel vaak zo ellendig, evenwel door eigen schuld. Want steeds weer wordt het de mens voorgehouden waarom hij op aarde leeft. Wil hij niet geloven, dan moet zijn ziel er eens voor boeten doordat zij de duisternis waarmee zij de aarde als mens heeft betreden met zich meeneemt in het rijk hierna.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte