Non pretendete da Me Misericordia, voi che negate la stessa misericordia al vostro prossimo che vi ha fatto del male, perché nessun uomo è senza peccato, ogni singolo dipende dalla Mia Misericordia che gli dimostro malgrado la sua empietà. Così devo far valere ovunque le Grazie come anche voi dovete fare lo stesso nei confronti di coloro che hanno bisogno di aiuto piuttosto che un duro giudizio se devono guarire nelle loro anime. Devo sempre di nuovo sottolineare che voi uomini verrete tutti oppressi dal Mio avversario. Ogni singolo può bensì difendersene attraverso la sua invocazione a Me, Che ho Potere anche su quell’avversario e l’impiego anche se un uomo Mi chiede credente e fiducioso Protezione ed Aiuto. Ma lui si mostra sovente sotto tale maschera agli uomini che non sono in grado di riconoscerlo e perciò capitano anche nelle sue reti di cattura. Questo è bensì anche un proprio fallimento perché sono di spiriti oscuri e non fanno nulla per accendere in sé una piccola Luce ed una volta si pentiranno amaramente di questo fallimento perché portano con sé quest’oscurità nel Regno spirituale ed avrebbero comunque potuto arrivare alla Luce nella vita terrena. Ma la Mia Grazia e Misericordia presterà loro sempre di nuovo l’Aiuto, sia sulla Terra come anche nel Regno dell’aldilà, non li condannerò ma cercherò sempre di liberarli dal loro commiserevole stato. Tutti dovete ricordarvi di questo, dovete agire proprio così e le debolezze dei vostri prossimi devono far sorgere in voi un’ardente compassione, dovete temere per le loro anime e voler aiutarli, cosa che vi è anche possibile mediante pensieri o preghiere d’intercessione, rivolgendo loro la Forza dell’amore, che toccherà quelle anime in modo benevolo. Dovete lottare con il Mio avversario per tali anime e sarete più forti di lui, appena vi muove l’amore per voler aiutare l’anima. Ed affinché divampi in voi l’amore per tali anime infelici che l’avversario tiene catturate, dovete immaginarvi che non li libererà per tanto tempo, una volta che ha lasciato il suo corpo ed è entrata nell’oscuro regno dell’aldilà, dove le manca ogni Forza per resistere, dov’è totalmente nel suo potere. Anche allora l’amore di una persona può ancora levargli tali anime, ma finché l’uomo dimora ancora sulla Terra, la Forza dell’intercessione può avere per conseguenza ancora un cambiamento nel suo pensare e può ancora lavorare su di sé ed arrivare alla conoscenza delle sue debolezze ed errori. E già questa conoscenza può preservarlo dalla sorte dell’oscurità nel Regno dell’aldilà. Donate compassione a tutti coloro che sono guidati nell’errore e cercate di condurli sulla retta via. E se questo non vi riesce, allora pregate per loro, ma non lasciatele al nemico che porta indicibili tormenti su quelle anime, dai quali li potete liberare mediante la vostra amorevole intercessione. Io sento ogni chiamata compassionevole e per via del vostro amore sono anche pronto ad aiutare. Ma se una tale anima rimane lasciata a sé stessa, si ingarbuglierà sempre più profondamente nelle reti di cattura di Satana, senza che lei stessa lo riconosca perché è totalmente cieca nello spirito e lei stessa non accetta la Luce che le potrebbe splendere sulla via terrena. Perché l’avversario cerca proprio di mantenere la debolezza della volontà e questa può essere eliminata soltanto mediante l’apporto di Forza, che un’amorevole intercessione rivolgerà sempre all’anima. Non sottovalutate la Forza dell’intercessione. Ciò che ad un buon oratore non riesce, può produrre un’amorevole intercessione. E perciò metto al cuore di tutti voi queste anime che camminano nell’oscurità affinché le includiate nella vostra preghiera, che vogliate portare loro la misericordia, perché sono povere e misere e possono soltanto ancora sperimentare l’apporto di Forza pensando a loro con amore. Considerate sempre l’avversario come il massimo nemico ed aiutate loro di liberarsene, ed avete compiuto davvero un’opera d’amore per cui quelle anime vi ringraziano eternamente.
Amen
TraduttoreVerlang van Mij geen barmhartigheid, u die dezelfde barmhartigheid ontzegt aan uw medemensen die u iets hebben misdaan. Want er is geen mens zonder zonde. Ieder afzonderlijk is op mijn barmhartigheid aangewezen, dat Ik ze hem betoon ondanks zijn zondigheid.
En zo moet Ik overal genaden als recht laten gelden, zoals u ook hetzelfde zult moeten doen tegenover degenen die eerder hulp nodig hebben dan een hard oordeel, wanneer hun ziel moet genezen. Steeds weer moet Ik er nadrukkelijk op wijzen dat u mensen allen in het nauw wordt gebracht door mijn tegenstander.
Weliswaar kan ieder afzonderlijk zich daartegen verweren door zijn roep naar Mij. Ik heb immers ook over de tegenstander macht en gebruik deze ook wanneer een mens Mij gelovig en vol vertrouwen om bescherming en hulp vraagt. Maar hij benadert de mensen vaak onder vermomming, zodat ze niet in staat zijn hem te herkennen en daarom raken ze ook in zijn vangnetten verstrikt. Wel is dit ook eigen falen, omdat ze een verduisterde geest hebben en niets doen om een klein lichtje in zich te ontsteken. En ze zullen ook dit falen eens bitter berouwen, want ze nemen de duisternis mee naar de overkant in het geestelijke rijk en zouden toch evenzogoed in het aardse leven het licht hebben kunnen verwerven. Maar mijn genade en barmhartigheid zullen hun steeds weer hulp bieden, zowel op aarde als ook in het rijk hierna. Ik zal ze niet verdoemen. Integendeel, Ik zal steeds trachten hen uit hun erbarmelijke toestand te bevrijden. En hieraan zult u allen moeten denken. U moet net zo handelen en de zwakheden van uw medemensen moeten in u een innig mededogen opwekken. U moet bezorgd zijn om hun ziel en hen willen helpen, wat u ook mogelijk is door voorsprekende gedachten of gebeden, door het doen toekomen van liefdeskracht die deze zielen weldadig zal beroeren. U zult met mijn tegenstander moeten worstelen om zulke zielen en u zult sterker zijn dan hij, zodra liefde u ertoe brengt de ziel te willen helpen. En opdat de liefde in u ontvlamt voor zulke ongelukkige zielen, die de tegenstander gevangen houdt, zult u zich moeten indenken dat hij haar lange tijd niet zal vrijlaten als ze eerst eenmaal zonder haar lichaam is en in het duistere rijk hierna is binnengegaan, waar haar elke kracht ontbreekt om weerstand te bieden, waar ze geheel in zijn macht is. Ook dan nog kan de liefde van een mens hem zulke zielen ontwringen. Maar zolang de mens nog op de aarde verblijft, kan de kracht van de voorbede nog een verandering van zijn denken tot gevolg hebben en kan hij nog aan zich zelf werken en tot inzicht van zijn zwakheden en fouten komen. En dit inzicht kan hem al behoeden voor het lot van de duisternis in het rijk hierna. Schenk erbarmen aan allen die op de verkeerde weg zijn geleid en probeer ze op de juiste weg te voeren. En lukt u dit niet, bid dan voor hen. Maar laat ze niet aan de vijand over die onuitsprekelijke kwellingen over die zielen doet komen, waarvan u ze kunt vrijmaken door uw liefdevolle voorbede. Ik hoor elke meelijwekkende roep en ter wille van uw liefde ben Ik ook tot hulp bereid. Maar blijft zo’n ziel aan zichzelf overgelaten, dan zal ze steeds dieper verstrikt raken in de vangnetten van de satan, zonder dat ze het zelf beseft, omdat ze volledig blind van geest is en zelf niet het licht aanneemt dat haar zou kunnen bijlichten op de weg over de aarde. Want juist de wilszwakte tracht de tegenstander te behouden. En deze kan alleen worden opgeheven door toevoer van kracht, die een liefdevolle voorbede steeds de ziel zal doen toekomen.
Onderschat de kracht van de voorbede niet.
Wat een goede spreker niet lukt, dat kan de liefdevolle voorbede tot stand brengen.
En daarom druk Ik u allen op het hart, deze in duisternis voortgaande zielen in uw gebed op te nemen, dat u hun barmhartigheid zult mogen betonen, want ze zijn arm en ellendig en kunnen alleen het geven van kracht gewaarworden door liefdevol aan hen te denken. Beschouw steeds de tegenstander als de grootste vijand en help de anderen vrij van hem te worden, en u hebt waarlijk een werk van liefde volbracht, waar die zielen u eeuwig dankbaar voor zullen zijn.
Amen
Traduttore