Confronta annuncio con traduzione


Il giusto rapporto del figlio

Voi entrate nel giusto rapporto con Me, quando vedete in Me vostro Padre, non soltanto il vostro Dio e Creatore dall’Eternità. Perché voglio fare di voi dei figli, che si danno a Me nell’amore, al vostro Padre. Io non voglio soltanto essere temuto ed onorato, ma essere amato di tutto cuore, per potervi ora rendere felici con il Mio infinito Amore. E’ il giusto rapporto di figlio che voglio raggiungere, perché questo è supportato dall’amore per Me. Quando vi ho creato, ho potuto esternavi da Me soltanto come esseri creati, benché vi abbia provvisto con tutti i Doni nella misura più alta. Ho potuto ben irradiarvi con il Mio Amore ardente, tutto travolgente, ma non ho potuto costringervi di accettare questo Amore e di rispondervi ugualmente, perché una risposta d’amore obbligata per Me non poteva essere una felicità, come l’amore libero, che Mi dona Mio figlio. Soltanto l’amore donatoMi nella libera volontà, è beatificante, e cerco ininterrottamente un tale amore presso le Mie creature, che percorrono la via sulla Terra, perché questo amore porta anche a loro stessi incommensurabile beatitudine. Gli esseri che sono rimasti con Me nella libera volontà, sono bensì da considerare incommensurabilmente beati, quando si è svolta la grande caduta degli spiriti creati primordialmente Perché continuano ad essere irradiati dal Mio Amore, e quindi ardono anche d’amore. Ciononostante esiste una differenza del grado d’amore e di felicità tra loro ed i Miei veri figli, il quale però lo possono raggiungere anche quegli esseri, se percorrono ugualmente liberi la via, che fa ottenere anche a loro la figliolanza di Dio: la via sulla Terra allo scopo di una missione. Ma si sentono come ogni altro uomo inizialmente anche soltanto come una “creatura di Dio” e devono poi stabilire solo nella libera volontà il rapporto di un “figlio verso il Padre”. Ma per questo è capace ogni uomo, ogni uomo deve soltanto darsi alla Potenza; che lui può riconoscere come Dio e Creatore, se è di buona volontà. E la dedizione dell’uomo a questa Potenza ha per conseguenza, che ora il Padre afferra Suo figlio e lo tira in Alto da Sé. Allora decade da lui ogni timore, ogni paura, allora viene fiducioso da Me, “comincia” ad amarMi con l’amore di un figlio, che si sente strettamente unito a suo Padre, che però Gli si sottomette anche nella più profonda umiltà, che non Lo vuole rattristare, che desidera però anche il suo Amore, perché altrimenti non è beato. Ed allora tutto il suo pensare e tendere è rivolto soltanto a Me, allora è eliminata la separazione che esisteva finora, allora la Mia “creatura” è diventato il Mio “Figlio” ed ha raggiunto la meta, che Mi ero posto, quando l’ho creato. E la meta, che vi è posta così per la vostra vita terrena, è appunto lo stabilire questo giusto rapporto di figlio verso Me. Finché Sono per voi soltanto il Dio e Creatore, che voi bensì onorate e temete, fino ad allora Mi siete ancora molto distanti, perché allora non è ancora in voi il giusto amore, che vi spinge verso di Me e che riconosce in Me anche il “Padre”. La Mia Irradiazione d’Amore non vi può poi ancora colpire nella misura, che infiammi in voi l’amore e spinge poi verso l’Amore. Perché l’amore del figlio per il Padre è un altro che l’amore, che sentite per il vostro Dio e Creatore. Il vero amore cerca sempre l’unificazione, e l’unificazione con Me sarà sempre quella del figlio con il Padre, perché Io Sono vostro Padre, dal Cui Amore siete proceduti. E quando una volta è stabilito questo giusto rapporto, allora sapete anche, quanto vi sia vicino e quanto partecipi a tutto, anche alla minima vicissitudine del Mio figlio. E voi stessi verrete poi con ogni questione da Me, perché perdete ogni timore di Colui il Quale amate ed onorate come vostro Padre, perché vi date a Lui nella fiducia di figlio, il Quale vi ricompenserà certamente questa fiducia. Perché ora ci lega l’amore, e l’amore non fallisce, renderà sempre felice il figlio, che ha trovato la via per la Casa del Padre, al Quale è ora rimesso nell’ardente amore.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

De verhouding van kind tot VADER

U komt weer in de ware verhouding tot MIJ te staan, wanneer u MIJ als uw VADER beschouwt, niet alleen als uw GOD en Schepper van eeuwigheid. Want IK wil kinderen uit u maken die zich in liefde aan MIJ, hun VADER overgeven. IK wil niet alleen gevreesd en geeerd worden, maar van ganser harte bemind, om u nu met Mijn eindeloze Liefde gelukkig te kunnen maken. Het is de ware kinderlijke verhouding, die IK wil bereiken, omdat deze gedragen wordt door liefde tot MIJ.

Toen IK u schiep, kon IK u alleen maar als geschapen wezens buiten MIJ plaatsen, ofschoon IK u uitrustte met alle gaven in de hoogste mate. IK kon u wel doorstralen met Mijn vurige alles overweldigende Liefde, maar IK kon u niet dwingen deze Liefde aan te nemen en Haar evenzo te beantwoorden, omdat een gedwongen beantwoording van de liefde MIJ niet gelukkig kan maken, zoals de ongedwongen liefde die Mijn kind MIJ schenkt. Alleen de in vrije wil aan MIJ geschonken liefde stemt gelukkig en zo'n liefde tracht IK onophoudelijk te winnen van Mijn schepselen die de weg over de aarde gaan, omdat deze liefde hun zelf onmetelijke zaligheid oplevert.

Wel zijn ook die wezens mateloos gelukkig te noemen die in vrije wil bij MIJ bleven, toen de grote afval van de oorspronkelijk geschapen geesten plaats vond. Want zij worden voortdurend met Mijn Liefde doorstraald en ze zijn dus ook doorgloeid van liefde. Toch bestaat er een onderscheid in de graad van liefde en geluk tussen hen en Mijn ware kinderen, die echter ook die wezens nog bereiken kunnen, wanneer ze eveneens vrijwillig de weg gaan die ook hen het kindschap GOD's laat bereiken: de weg over de aarde met een missie als doel. Doch ze voelen zich, net als ieder ander mens, aanvankelijk alleen maar als een schepsel GOD's en moeten pas dan in vrije wil de verhouding van 'kind tot de VADER' tot stand brengen.

Ieder mens is er echter toe in staat, ieder mens hoeft zich maar aan de Macht over te geven Die hij als GOD en Schepper onderkennen kan, wanneer hij van goede wil is. En de overgave van de mens aan deze Macht heeft tot gevolg dat de VADER nu Zijn kind vastpakt en naar Zich toe trekt. Dan valt ook elke schroom, elke vrees van hem af, dan komt het vol vertrouwen naar MIJ, het "begint" van MIJ te houden met de liefde van een kind dat zich innig verbonden voelt met Zijn VADER, dat zich echter ook in diepste deemoed aan HEM onderwerpt, dat HEM niet wil bedroeven, dat echter ook naar Zijn Liefde verlangt omdat het anders niet gelukkig is.

En dan is al zijn denken en streven alleen maar op MIJ gericht, dan is de scheiding opgeheven die er tevoren bestond, dan is Mijn schepsel tot Mijn kind geworden en het doel bereikt dat IK MIJ gesteld heb, toen IK het schiep. En het doel dat u zo gesteld is voor uw leven op aarde is juist het tot stand brengen van deze ware verhouding als van een kind tot MIJ. Zolang IK voor u alleen maar de GOD en Schepper ben, die u wel eert en vreest, zolang bent u nog heel ver van MIJ, want dan is de ware liefde nog niet in u, die u naar MIJ drijft en die ook de VADER in MIJ ziet. Het aanstralen van Mijn Liefde kan u dan nog niet in die mate treffen dat uw liefde daaraan ontstoken wordt en dan Liefde aanspoort tot liefde. Want de liefde van het kind tot de VADER is een andere dan de liefde die u voor uw GOD en Schepper voelt.

De ware liefde zoekt steeds aaneensluiting - en de vereniging met MIJ zal steeds die van het kind met de VADER zijn, omdat IK toch uw VADER ben, uit Wiens Liefde u bent voortgekomen. En is eenmaal deze ware verhouding door u tot stand gebracht, dan weet u ook hoe nabij IK u ben en hoe IK meeleef met alles, ook met de kleinste belevenis van Mijn kind. En uzelf zult dan ook met elk verlangen bij MIJ komen, omdat u elke schroom verliest tegenover HEM, DIE u als uw VADER liefhebt en eert - omdat u zich in kinderlijk vertrouwen aan HEM overgeeft, DIE u dit vertrouwen ook zeker zal belonen.

Want nu verbindt ons de liefde en de liefde laat niet na, ze zal steeds het kind gelukkig maken dat de weg naar Huis, naar de VADER gevonden heeft, dat HEM nu in vurige liefde is toegedaan.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte