Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Cambiamento della volontà e dell’essere – L’Aiuto è Gesù Cristo

Nel tendere di venire più vicino a Dio, si trova tutto l’esaudimento della vita terrena, perché allora la volontà si è anche rivolta a Lui, ed il ritorno a Dio si è già svolto nella volontà. Ma l’allontanamento di una volta da Dio aveva cambiato anche l’essere e reso una creatura imperfetta, e così come la volontà si deve cambiare verso Dio, così deve anche cambiare l’essere nella perfezione, prima che possa di nuovo unirsi con Dio, per poter ora creare ed operare con Lui e nella Sua Volontà nel Regno spirituale. Quindi l’uomo deve tendere a questa perfezione durante il suo cammino terreno, e questo significa che deve lavorare coscientemente su di sé, per espellere da sé tutte le caratteristiche dell’imperfezione, per mutare sé stesso nel contrario: per cambiare tutti i vizi, tutti gli errori e tutti i vezzi in virtù. Questa è una difficile impresa e richiede Forza, ma Dio rivolge la Forza ad ogni uomo che tende verso Lui Stesso ed appena si risveglia nel cuore la volontà per Dio, l’Amore di Dio lo afferra e lo provvede ora costantemente con la Forza per venire più vicino alla sua meta. Ma quanto pochi hanno soltanto questa seria volontà, perché non è sufficiente che l’esprima la bocca, che l’uomo desideri Dio, ma questo desiderio deve sorgere nel cuore e condurre all’unione con Dio totalmente senza pressione dall’esterno. Da Dio viene richiesta la volontà dell’uomo e questa è libera. Perciò è anche benedetto ogni uomo, la cui volontà lo muove verso Dio e la sua risalita è certa, in quanto non ha mai più da temere di sprofondare nuovamente nell’abisso che ha lasciato. E di nuovo comprenderete ora che la volontà per Dio non può mai essere la volontà per il mondo, perché si tratta di due opposti, sono due mete, che possono essere il tendere dell’uomo, Dio oppure il mondo, ma mai Dio e il mondo. Chi desidera seriamente venire a Dio, non sarà più tentato dal mondo, ma chi desidera il mondo ed i suoi beni, nel suo interiore è ancora molto lontano da Dio, non è stato ancora liberato dall’abisso ed è in grande pericolo di sprofondare in esso. Non lavorerà nemmeno mai su sé stesso per cambiare il suo essere, ma considererà il suo essere come giusto e buono, saprà imporsi ovunque e ometterà anche l’amore, perché il suo essere è dominato soltanto da tutti quegli istinti, che dimostrano la sua avversità verso Dio. Ed anche se ora dispone di ultragrande forza corporea, anche se in modo terreno è in grado di maneggiare la vita, non può compiere il lavoro sulla sua anima, perché per questo gli deve giungere la Forza da Dio, che però non può affluire a lui, finché la sua volontà è ancora distolta da Dio. E la sua volontà non può staccarsi dal mondo, quando non gli viene concesso nessun aiuto. Ma l’Aiuto E’ Gesù Cristo, l’Aiuto è il Tesoro di Grazie che Gesù Cristo ha conquistato sulla Croce per voi uomini, per fortificare la vostra debole volontà. E chi si rivolge a Gesù Cristo e Gli chiede la Forza, riconosce anche Dio Stesso in Gesù, e questo è uguale al rivolgere la volontà a Dio, che viene anche sempre ricompensato con l’apporto di Forza. Ma il mondo non libera un’anima così facilmente, ed un uomo del mondo raramente prenderà anche soltanto la via verso Gesù Cristo. E perciò soltanto mediante la Parola di Dio può essergli indicato di occuparsi di Gesù Cristo e la Sua Opera di Redenzione. Un uomo del mondo può essere conquistato soltanto tramite la Parola di Dio, perché questa stessa è la Forza, se non viene respinta. Perché Dio Stesso parla ad ogni uomo, per indurlo a donarGli la sua volontà, di rinunciare alla ribellione contro di Lui e di darsi totalmente a Lui. Ma dapprima deve sempre essere pronta la volontà a sentire il Discorso di Dio, perché questa è la decisione dell’uomo sulla Terra, che rinunci alla sua resistenza, che riconosca Dio ed ora Gli si arrenda. E Dio lo afferrerà e lo tirerà su a Sé, ritornerà nella sua Casa Paterna, che ha abbandonato una volta liberamente.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Verandering van wil en wezen - De hulp is Jezus Christus

In het streven dichter bij God te komen, is de hele vervulling gelegen van het aardse bestaan. Want dan heeft de wil zich ook op Hem gericht en de terugkeer naar God is dus wat de wil betreft voltrokken. Maar het vroegere zich afkeren van God heeft ook het wezen veranderd en tot een onvolmaakt schepsel gemaakt. En zoals de wil geheel moet veranderen en zich op God moet richten, zo moet ook het wezen geheel veranderen en volmaakt worden, voordat het zich weer met God kan verenigen om nu met Hem en volgens Zijn wil te kunnen scheppen en werken in het geestelijke rijk. Dus moet de mens gedurende zijn levenswandel op aarde streven naar deze volmaaktheid. En dit betekent dat hij bewust aan zichzelf moet werken om alle kenmerken van onvolmaaktheid uit zich te bannen om zichzelf in het tegenovergestelde te veranderen: om alle ondeugden, fouten en slechte gewoonten af te leggen en om te zetten in deugden.

Dit is een moeilijke onderneming en het vraagt kracht. Maar God doet ieder mens die op Hem zelf aanstuurt de kracht toekomen. En zodra diep van binnen de op God gerichte wil wordt gewekt, pakt Gods liefde hem vast en voorziet hem nu voortdurend van kracht om dichter bij zijn doel te komen. Maar hoe weinig mensen slechts hebben deze ernstige wil. Want het is niet voldoende dat de mond het uitspreekt dat de mens naar God verlangt, maar dit verlangen moet in het hart ontstaan en geheel zonder druk van buiten af naar de band met God leiden. Door God wordt om de wil van de mens gevraagd en deze is vrij. Maar daarom is ook ieder mens die deze op God gerichte wil opbrengt gezegend en zijn vooruitgang is zeker. En hij hoeft nooit meer te vrezen weer weg te zinken in de diepte die hij heeft verlaten.

En weer zult u nu begrijpen dat de op God gerichte wil nooit de wil kan zijn die op de wereld is gericht. Want het gaat hier om twee tegenstellingen. Er zijn twee doelen die door de mens kunnen worden nagestreefd: God of de wereld, maar nooit God en de wereld. Wie ernstig naar God verlangt, hem zal de wereld niet meer bekoren. Maar wie de wereld en de goederen ervan begeert, die staat van binnen nog ver van God af. De diepte heeft hem nog niet vrijgelaten en hij bevindt zich in het grootste gevaar weer omlaag, naar de diepte te zinken. Hij zal ook nooit aan zichzelf werken om zijn wezen te veranderen. Veeleer beschouwt hij zijn wezen als juist en goed. Hij zal zich overal weten te handhaven en daarbij ook de liefde buiten beschouwing laten. Want zijn wezen is alleen beheerst door al die driften en neigingen die zijn vijandschap tegenover God bewijzen. En al beschikt hij nu ook over grote lichamelijke kracht en al zal hij ook aards het leven aankunnen, de arbeid aan de ziel kan hij echter niet volbrengen, daar hem daarvoor de kracht uit God moet toekomen, maar deze hem niet kan toestromen zolang zijn wil nog van God is afgekeerd. En zijn wil is niet in staat zich van de wereld los te maken wanneer hem geen hulp wordt verleend. Maar de hulp is Jezus Christus. De hulp is de genadeschat die Jezus Christus aan het kruis voor u mensen heeft verworven om uw zwakke wil te versterken. En wie zich tot Jezus Christus wendt en Hem om kracht vraagt, die erkent in Jezus ook God zelf. En dit is hetzelfde als het op God richten van de wil, dat ook altijd met toevoer van kracht wordt beloond.

Maar de wereld laat niet zo gemakkelijk een ziel los en een wereldse mens zal ook maar zelden de weg naar Jezus Christus nemen. En daarom kan hij alleen door het woord Gods erop worden gewezen zich door middel van gedachten met Jezus Christus en Zijn werk van verlossing bezig te houden. Een mens van de wereld kan alleen worden gewonnen door Gods woord, want dit is zelf de kracht zodra het niet wordt afgewezen. Want God spreekt ieder mens aan om hem te bewegen aan Hem zijn wil te schenken, de weerstand tegen Hem op te geven en zich helemaal aan Hem over te geven. Maar tevoren moet steeds de wil bereid zijn het toespreken van God te vernemen. Want dit is de beslissing van de mens op aarde, dat hij zijn weerstand opgeeft, dat hij God erkent en zich aan Hem overgeeft. En God zal hem vastpakken en tot zich omhoog trekken. Hij zal terugkeren in zijn vaderhuis dat hij eens vrijwillig heeft verlaten.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte