• Indietro

Il Marchio della Verità: Gesù Cristo – L’Amore

Tutto ciò che testimonia di Me è Verità, perché il Mio avversario non darà mai una testimonianza per Me ed il Mio Nome. Dove si parla quindi per Me ed il Mio Regno, dove il Mio Nome viene magnificato e menzionata la Mia Opera di Redenzione, per condurre voi uomini a Me, dove viene predicato il chiaro Vangelo dell’Amore, là non può mai e poi mai essere all’opera il Mio avversario, premesso sempre, che non vengano dette soltanto delle parole vuote, che non hanno niente in comune con il “vivente “ annunciare di Gesù Cristo. E così potete emettere in ogni momento un giusto giudizio, come e quando vi viene annunciata la Verità, che ha in Me la sua Origine. Perché la Mia Opera di Redenzione viene sempre evidenziata come segno dell’Origine divina degli Insegnamenti, che Io Stesso voglio sapere diffusi fra gli uomini. E così a voi uomini non dovrebbe essere difficile l’esame, se volete seriamente accogliere la Verità. Allora Gesù Cristo Stesso Sarà la Pietra di Paragone, perché mai e poi mai il Mio avversario annuncia di Lui, farà piuttosto tutto per indebolire l’Opera di Redenzione di Cristo, per impedire gli uomini a cercare da Lui la Salvezza dal peccato e dalla morte. L’amore soltanto, che l’Uomo Gesù ha vissuto d’esempio sulla Terra, può liberarvi, e perciò la Sua divina Dottrina dell’Amore deve sempre essere evidenziata, deve essere predicato e vissuto fino in fondo l’amore da tutti coloro, che sono i Miei veri rappresentanti sulla Terra, che parlano nel Mio Nome, che vi conducono la Mia Verità. E di nuovo avete un sicuro segnale di un autentico rappresentante del Mio Nome: la predica d’amore e l’agire d’amore. Dove manca questo, non vi può essere la Verità, perché Io Stesso non posso Essere là dove non c’è l’amore, ma Io Stesso posso soltanto Essere l’Origine della Verità. Perciò non dovrebbero sorgere dei litigi, se Io Stesso oppure il Mio avversario è all’opera, quando a voi uomini viene guidato un sapere che pretende il diritto di essere la Verità. Perché questi segnali li potete riconoscere voi stessi, e dove mancano, potete rifiutare con diritto ciò che vi viene offerto, ma dovete sempre badare che non vi lasciate ingannare da parole vuote, perché il Mio avversario si serve di tali parole, che però possono essere riconosciute da ogni uomo come luce d’inganno, che desidera seriamente la Verità. E quindi dipende da voi stessi, se ricevete del bene spirituale secondo la Verità e lo riconoscete. Non dovete camminare nell’errore e non vi sarà mai impossibile di riconoscerlo, perché la vostra volontà stessa determina la vostra facoltà di giudicare. Voi potete rifiutare ogni bene spirituale senza pensiero, che non mette al centro Gesù Cristo e la Sua Opera di Redenzione. Perché allora Io non vengo giustamente riconosciuto, Che Io ho compiuto in Gesù Cristo l’Opera di Redenzione e non posso mai più Essere separato da Gesù, con il Quale Io ho potuto diventare Uno mediante il suo ultragrande Amore per Me ed il prossimo. Chi vuole riconoscere Me, deve anche riconoscere Gesù Cristo, perché Lui ed Io E’ Uno. Ed appena un insegnamento non fa riconoscere questo chiaramente, non può valere come pura Verità, ed allora non viene nemmeno esternata l’amore disinteressato, che era l’unica Volontà dell’Uomo Gesù e così anche la Mia Volontà ed è quindi il simbolo della Dottrina, che Gesù ha annunciato sulla Terra, e che deve sempre essere annunciata, ma non viene mai annunciata là dove il Mio avversario respinge la Verità e cerca di sostituirla con il proprio sapere. Badate a questi segnali e riconoscerete chiaro e limpido anche ogni dottrina d’errore, persino quando è formata da belle parole, che però fanno mancare la viva fede in Gesù Cristo e per il Quale l’amore è effettivo, ed accettate ogni dottrina senza pensieri, perché testimonia di Me in Gesù Cristo.

Amen

Kenmerk van de waarheid: Jezus Christus - Liefde

Alles wat van Mij getuigt is waarheid. Want nooit zal mijn tegenstander getuigenis afleggen voor Mij en mijn naam. Waar dus voor Mij en mijn rijk wordt gesproken, waar mijn naam wordt verheerlijkt en van mijn verlossingswerk gewag wordt gemaakt om ook de medemensen naar Mij toe te leiden, waar het heldere evangelie van de liefde wordt gepreekt, daar kan nooit of te nimmer mijn tegenstander aan het werk zijn - steeds vooropgesteld dat er niet slechts op los gepraat wordt met lege woorden die met het levendige verkondigen van Jezus Christus niets meer gemeen hebben.

En zo zult u te allen tijde een juist oordeel kunnen vellen, hoe en wanneer u de waarheid wordt verkondigd die in Mij haar oorsprong heeft. Want mijn werk van verlossing zal steeds op de voorgrond worden geplaatst als teken van de goddelijke oorsprong van de leringen die Ik zelf onder de mensen verbreid wil hebben. En zo zou u mensen het onderzoek niet zwaar mogen vallen, zodra u serieus van zins bent de waarheid aan te nemen. Dan zal Jezus Christus zelf de toetssteen zijn. Want nooit getuigt mijn tegenstander van Hem. Veeleer zal hij alles doen om het verlossingswerk van Christus te ontkrachten, om de mensen te verhinderen bij Hem redding te zoeken uit zonde en dood.

Alleen de liefde die de mens Jezus u op aarde heeft voorgeleefd, kan u verlossen. En daarom moet Zijn goddelijke liefdesleer steeds naar voren worden gebracht. De liefde moet worden gepreekt en ontplooid door al diegenen die mijn ware vertegenwoordigers op aarde zijn, die in mijn naam spreken, die u de waarheid uit Mij doen toekomen. En wederom hebt u een vast kenmerk van een echte vertegenwoordiger van mijn naam: het preken over en het daadwerkelijk beoefenen van de liefde. Waar dit ontbreekt, daar kan de waarheid niet zijn, omdat Ik zelf niet daar kan zijn waar geen liefde is. Alleen Ik zelf kan echter de oorsprong van waarheid zijn.

Er zouden dus geen tegenstrijdigheden over hoeven te ontstaan, of Ik zelf of mijn tegenstander aan het werk is als u mensen een weten wordt toegevoerd dat aanspraak maakt op de waarheid. Want deze kenmerken zult u steeds zelf kunnen herkennen. En waar ze ontbreken, zult u met recht kunnen afwijzen wat u wordt aangeboden. Alleen zult u er steeds op moeten letten dat u zich niet door lege woorden om te tuin laat leiden, want ook mijn tegenstander bedient zich van zulke woorden, die echter door ieder mens die ernstig naar de waarheid verlangt als bedrieglijke schijn kan worden herkend. En dus ligt het aan uzelf of u waarheidsgetrouwe geestelijke leringen ontvangt en ze herkent. U zult niet in dwaling hoeven te verkeren. Het zal voor u nooit onmogelijk zijn zoiets in te zien, want uw wil bepaalt zelf uw oordeelkundigheid.

U zult elke geestelijke leer die niet Jezus Christus en Zijn verlossingswerk in het middelpunt plaatst zonder bedenking mogen afwijzen. Want dan word Ik ook niet juist herkend, Die in Jezus Christus het verlossingswerk volbracht en eeuwig niet meer van Jezus te scheiden ben, met Wie Ik één kon worden door Zijn overgrote liefde voor Mij en voor de medemensen.

Wie Mij wil erkennen moet ook Jezus Christus erkennen. Want Hij en Ik zijn één. En zodra een leer dit niet duidelijk laat inzien, kan ze niet als zuivere waarheid gelden. En er zal dan ook niet de onbaatzuchtige liefde naar voren worden gebracht die de enige wil van de mens Jezus was en bijgevolg ook mijn wil is en dus het summum van de leer die Jezus op aarde heeft verkondigd en die steeds verkondigd moet worden. Maar deze leer wordt nooit daar verkondigd waar mijn tegenstander tracht de waarheid te verdringen en door eigen weten te vervangen. Sla acht op dit kenmerk, dan zult u helder en duidelijk ook elke dwaalleer herkennen, zelfs wanneer ze door mooie woorden is gevormd, maar die het levende geloof in Jezus Christus en de alleen doeltreffende liefde laten ontbreken. En neem zonder bedenking elke leer aan die van Mij getuigt in Jezus Christus.

Amen