Confronta annuncio con traduzione


La divinizzazione – La scintilla spirituale

Voi dovete essere uniti con. Me per tempi eterni, dovreste entrare nel Mio Regno ed agire uniti a Me e creare per la vostra beatitudine. Dovreste essere attivi nella Mia Volontà, e questo per vostra propria spinta, non condizionati dalla Mia Volontà. Perché solamente allora voi siete Miei figli, solo allora siete legati con Me in eterno nella beatitudine. Ma questo intimo collegamento è solo il successo dell’aver vinto l’abisso, che è posto come compito ad ogni creatura, che vuole formarsi a Mio figlio. La via dall’abisso in Alto richiede dalla creatura grandi sforzi, che però sono sempre possibili da compiere, perché il Mio Amore l’attira sempre in Alto, perché il Mio Amore assiste ogni creatura, dove la sua forza non è sufficiente. Quindi dalla creatura viene richiesta soltanto la volontà, di salire dall’abisso in Alto, ed allora non gli mancherà mai la Forza per raggiungere la meta. Ma viene richiesta la libera volontà, perché la libera volontà ha anche una volta causato il contrario, la caduta nell’abisso e la separazione da Me. Tutto ciò che tende via da Me è e rimane debole, perché rifiuta la Forza del Mio Amore, e soltanto quando è di nuovo pronto ad accettarla, avrà anche la Forza, di riprendere la via del ritorno da Me, nella Casa del Padre. La giusta punizione per l’allontanamento volontario da Me sarebbe l’eterna dannazione, quindi sarebbe essere stato eternamente separato da Me, che avrebbe significato per un essere creato pieno di luce e forza dei tormenti infernali. Ma il Mio ultragrande Amore per le Mie creature non lo permette, e perciò è stata creata una possibilità, che l’Amore riottenga ciò che è diventato infedele, senza che venga ingannata la Giustizia. La colpa è stata riparata dall’eterno Amore Stesso. Io Sono disceso sulla Terra ed ho compiuto l’Espiazione per l’incommensurabile colpa, in modo che è diventato possibile il ritorno di ciò che una volta era caduto. Ma dipende dalla volontà della creatura stessa. Ed affinché questa volontà si rivolga di nuovo a Me, affinché possa di nuovo essere di nuovo perseguito come meta più sublime degli esseri dall’abisso, agisco attraverso il Mio Spirito su loro. Cioè, l’Amore, che è il Mio Essere che come Forza ha fatto sorgere tutto, si cerca una via nei cuori delle Mie creature, che hanno già intrapresa la via del ritorno nell’ambito del Mio eterno Ordine. Ma una volta queste creature devono confessarsi di nuovo nella libera volontà, se vogliono continuare la via verso Me oppure ritornare di nuovo nell’abisso. In questo stadio, come uomo, il Mio Amore cerca ora di agire su di lui, associandogli una piccola scintilla del Mio Spirito d’Amore, che lo deve influenzare, se l’uomo lo permette. Attraverso questa piccola scintilla l’uomo può stare in continuo collegamento con Me, ma non è costretto a stabilire questo contatto. Ma questa scintilla spirituale nell’uomo è un incommensurabile fattore d’aiuto che offre anche la garanzia, che l’uomo trovi il collegamento con Me, premesso che la sua volontà con Mi opponga aperta resistenza. Quando ho compiuto come Gesù l’Opera di Redenzione, quando ho preso su di Me la grande colpa di peccato ed ho fatto Penitenza, solo allora la via è stata resa libera dall’abisso in Alto. Ma allora ho trasmesso agli uomini, che erano pronti, di camminare per questa via, la Forza che fino ad allora mancava loro. Io Stesso Mi sono messo in contatto con loro, non li ho più lasciati senza Aiuto, Io Stesso Mi Sono collegato con loro attraverso la scintilla spirituale. Ma dipende da ogni singolo, se anche lui vuole stabilire il contatto con Me, perché IO non impongo a nessuna creatura Me e la Mia Forza spirituale ma gliela metto a disposizione, in modo che ognuno, che lo voglia, possa essere compenetrato dal Mio Spirito e dalla sua Forza. Il Mio Spirito è la Mia Parte, è la Forza dell’Amore, che il principio ur ha compenetrato tutte le Mie creature, che loro però hanno rifiutato, cosa che ha avuto per conseguenza la caduta nell’abisso. Ma tutti gli uomini possono di nuovo ottenere illimitatamente da Me questa Mia Forza d’Amore, se prima si sono liberati dalla loro colpa di allora, mediante il riconoscimento di Gesù Cristo come Redentore e mediante l’accettazione del Perdono della loro colpa chiesta a Lui. Solo allora possono di nuovo ricevere da Me la Forza d’Amore divino, allora il Mio Spirito può diventare attivo in loro, allora posso riversare il Mio Spirito, ed il collegamento con Me è poi stabilito in quanto che ora una caduta nell’abisso non può più accadere, che la via verso l’Alto con l’ultima meta, il totale collegamento con Me, viene compiuta senza fatica ed ora la Mia creatura come figlio Mio ritorna da Me nella sua Casa Paterna. Ma senza il Mio Aiuto questo sarebbe impossibile, perché la creatura si era privata di ogni forza. Ma il Mio Amore gli rivolge di nuovo questa Forza, il Mio Amore si unisce di nuovo con questa creatura, se questa è pronta a ritornare da Me. Sì, il Mio Amore dona alle Mie creature il Mio spirito, la scintilla spirituale in voi, affinché e vi guidi, che vi indichi la giusta via verso di Me.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Vergoddelijking - Geestvonk

U zult met Mij verbonden moeten zijn voor eeuwige tijden. U zult mijn rijk moeten binnengaan en met Mij verenigd werken en voortbrengen tot uw gelukzaligheid. U zult actief moeten zijn volgens mijn wil en toch uit eigen aandrang, niet door mijn wil bepaald, dan pas bent u mijn kinderen, dan pas bent u voor eeuwig in gelukzaligheid met Mij verbonden. Maar deze innige band is pas het gevolg van de overwinning van de diepte, die ieder "schepsel" tot taak is gesteld dat zich tot een kind wil vormen. De weg uit de diepte omhoog stelt grote eisen aan het schepsel, die echter steeds vervulbaar zijn omdat mijn liefde het voortdurend omhoog trekt, omdat mijn liefde ieder schepsel bijstaat, waar diens kracht niet voldoende is. Van het schepsel wordt dus alleen de wil verlangd om uit de diepte op te stijgen. Dan zal het hem nooit aan kracht ontbreken om het doel te bereiken, omdat eens ook de wil het tegendeel bewerkstelligde, de val in de diepte en de scheiding van Mij.

Al het van Mij weg strevende echter is zwak en blijft zwak, omdat het mijn liefdeskracht zal afwijzen. En pas wanneer het weer bereid is deze aan te nemen, zal het ook de kracht hebben de weg af te leggen naar Mij in het vaderhuis. De rechtvaardige straf voor het vrijwillig zich van Mij afkeren zou eeuwige verdoemenis zijn, dus eeuwig gescheiden zijn van Mij, wat voor een vrij geschapen wezen vol licht en kracht, helse kwellingen betekent. Maar dit laat mijn overgrote liefde voor mijn schepselen niet toe en daarom is er een mogelijkheid geschapen dat de Liefde hetgeen afvallig geworden is terugkrijgt, zonder dat de "rechtvaardigheid" werd omzeild. De schuld is vereffend door de eeuwige Liefde zelf. Ik kwam naar de aarde en deed boete voor de onmetelijke schuld, zodat de terugkeer van het eens gevallene nu mogelijk werd, maar van de wil van het geschapene zelf afhankelijk is.

En opdat deze wil zich weer naar Mij toekeerde, opdat Ik weer als hoogste Doel werd nagestreefd door de wezens in de diepte, werkte Ik door mijn Geest op de wezens in, dat wil zeggen de liefde - die mijn oorspronkelijk wezen uitmaakt - die als kracht alles liet ontstaan, zoekt zich een weg ook in de harten van mijn schepselen, die de terugkeer naar Mij al hadden aanvaard in het kader van mijn eeuwige orde, echter een keer weer in vrije wil zich moeten uitspreken, of ze de weg naar Mij voortzetten of weer naar de diepte willen terugkeren.

In dit stadium van de vrije wil, als mens, tracht mijn liefde op hem in te werken, doordat Ik een vonkje van mijn Geest van liefde aan hem toevoeg dat hem moet beïnvloeden wanneer de mens dit toelaat. Door dit geestvonkje kan de mens in voortdurende verbinding met Mij staan. Hij is er echter niet toe gedwongen deze verbinding tot stand te brengen. Maar de Geest in de mens is een hulpfactor van onmetelijke waarde, die ook de garantie zal bieden dat de mens de aaneensluiting met Mij zal vinden, vooropgesteld dat zijn wil Mij niet meer openlijk weerstand zal bieden.

Toen Ik zelf als mens Jezus het verlossingswerk volbracht, toen Ik de grote zondeschuld op Me nam en daar boete voor deed, werd voor het eerst de weg vrijgemaakt uit de diepte omhoog. Toen echter verschafte Ik de mensen die bereid waren deze weg te gaan de kracht die hun tot zover had ontbroken. Ik trad zelf met hen in verbinding. Ik liet ze niet meer zonder hulp. Ik verbond Mij zelf met hen door de geestvonk, echter het aan ieder afzonderlijk zelf overlatend of hij ook de verbinding met Mij wil aangaan, want Ik dring Mij en mijn geestkracht aan geen enkel schepsel op, maar zal ze hem ter beschikking stellen zodat ieder door mijn Geest en Zijn kracht kan worden doorstroomd die het maar wil.

Mijn Geest is een deel van Mij. Hij is de liefdeskracht die al mijn schepselen in het allereerste begin doorstroomde, die ze echter hebben afgewezen, wat de val in de diepte tot gevolg had. Alle mensen kunnen mijn liefdeskracht weer onbeperkt van Mij betrekken als ze zich eerst hebben vrijgemaakt van hun vroegere zondeschuld door het erkennen van Jezus Christus als Verlosser en de Hem afgesmeekte vergeving van hun schuld.

Dan pas kunnen ze de goddelijke liefdeskracht van Mij in ontvangst nemen. Dan kan mijn Geest in hen werkzaam worden, dan kan Ik "mijn Geest uitgieten" en de verbinding met Mij is zover tot stand gebracht dat nu een terugval in de diepte niet meer kan plaatsvinden, dat de weg omhoog met het laatste doel van de algehele vereniging met Mij moeiteloos wordt afgelegd en mijn schepsel nu als mijn "kind" naar Mij terugkeert in zijn vaderhuis.

Zonder mijn hulp zou het onmogelijk zijn, juist omdat het schepsel zich van elke kracht had ontdaan. Mijn liefde echter doet hem deze kracht weer toekomen. Mijn liefde sluit zich weer met het schepsel aaneen, als dit bereid is naar Mij terug te keren. Mijn liefde zal al mijn schepselen mijn Geest sturen, dat hij u zal leiden en onderrichten, zodat hij u de juiste weg zal wijzen naar Mij.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte