E’ un incommensurabile Atto di Grazia di Dio, che voi potete camminare come uomo su questa Terra; perché avete immeritatamente una possibilità di giungere di nuovo nel possesso di Luce e Forza, che avete una volta rifiutato liberamente. Il vostro peccato contro l’Eterno Amore era così immenso, che l’eterna dannazione ne sarebbe stata la giusta punizione, perché vi siete ribellati contro l’Essere più sublime e più perfetto, al Quale dovete la vostra esistenza, il Cui ultragrande Amore vi ha chiamato in Vita. Voi avete respinto questo Amore, Gli avete contrapposto l’animosità, il Quale vi donava soltanto l’illimitatamente Sé Stesso. E da ciò avete posto un crepaccio fra Lui e voi, che da voi non può mai essere superato, e perciò la vostra sorte sarebbe stata l’eterna separazione da Dio, che è uguale all’eterna dannazione nell’oscurità e nel tormento.
Ma l’Amore di Dio non ha rinunciato a voi, ha trovato dei mezzi e delle vie per diminuire la distanza tra Lui e voi, per guidarvi di nuovo a Sé Stesso. E per questo ci vuole anche la vita terrena come uomo, che è un particolare Atto di Grazia di Dio, perché senza il vostro proprio merito venite guidati su una via che riconduce direttamente a Dio, se la percorrete nel modo com’è la Volontà di Dio, quando per il tempo del vostro cammino terreno sottomettete la vostra volontà alla Volontà di Dio. Vi è stato tolto ogni ricordo della vostra caduta, come esseri autonomi venite soltanto messi davanti ad una decisione di volere, pensare ed agire nel bene o nel male. Voi siete peccatori a causa della vostra ribellione di una volta contro Dio, ma potete riparare questo peccato, potete privarvene, se durante il vostro cammino terreno non vi opponete contro Dio, ma vi rivolgete coscientemente a Lui, quando la vostra volontà è buona. Allora il vostro cammino sulla Terra sarà pure buono, corrisponderà alla Volontà di Dio, ed allora avrete superato la prova di volontà, vi siete dichiarati per Dio, verso il Quale una volta stavate di fronte con animosità.
L’ultragrande Amore di Dio vi ha creato questa occasione di ritornare di nuovo a Lui, di poter accogliere Luce e Forza in Pienezza e di riottenere il vostro stato Ur. E’ un Atto di Grazia, per cui potete rendervi degni solamente utilizzandolo, mentre lasciate agire su di voi il Suo infinito Amore e lo corrispondete tramite la vostra totale sottomissione, perché con la vostra propria forza non compireste mai più il ritorno, e soltanto questa immeritata Grazia dell’incorporazione come uomo può rendervi possibile il ritorno a Dio, che perciò non può essere valutata abbastanza e che viene riconosciuta bene solamente, quando l’anima si trova di nuovo nello stato di Luce e Forza. Soltanto allora riconosce com’era, ciò che è e che deve ancora diventare. Soltanto allora riconosce anche l’infinito Amore di Dio a Cui una volta si è ribellata, ed allora Lo amerà con tutta l’intimità e troverà in questo Amore anche la sua Beatitudine.
Amen
TraduttoreHet is een daad van onmetelijke genade van God dat u als mens op deze aarde mag leven. Want u hebt onverdiend een mogelijkheid, weer in het bezit van licht en kracht te komen, dat u eens vrijwillig hebt weggegeven. Uw zonde tegen de eeuwige Liefde was zo enorm dat de eeuwige verdoemenis daar de rechtvaardige straf voor zou zijn geweest. Want u kwam in opstand tegen het hoogste en volmaaktste Wezen, aan hetwelk u uw bestaan te danken had, wiens overgrote Liefde u in het leven riep. U wees deze Liefde af. U droeg Hem die u alleen onbeperkte Liefde schonk, vijandschap toe. En u bracht daardoor een kloof tot stand tussen Hem en u, die vanuit uzelf nooit te overbruggen was. En dientengevolge zou uw lot eeuwige scheiding van God zijn geweest, wat hetzelfde is als eeuwige verdoemenis in duisternis en kwelling.
Maar de Liefde van God gaf u niet op. Ze vond middelen en wegen om de afstand tussen Hem en u te verkleinen, om u weer naar Zich Zelf toe te leiden. En daartoe hoort ook het leven op aarde als mens, dat daarom een bijzondere daad van genade van God is, omdat u zonder uw eigen verdienste op een weg geleid werd die rechtstreeks naar God terugvoert, wanneer u hem zo bewandelt als het Gods wil is; wanneer u gedurende de tijd van uw aards bestaan uw wil plaatst onder de wil van God.
Elke herinnering aan uw val is u ontnomen. U werd als zelfstandig wezen alleen voor een beslissing geplaatst: goed of kwaad te willen, te denken en te handelen. U bent zondig door uw vroegere opstand tegen God. Maar u zult deze zonde weer goed kunnen maken. U zult er vrij van worden, wanneer u zich tijdens uw aardse leven niet tegenover God plaatst, maar u zich bewust op Hem richt, wanneer uw wil goed is. Dan zal uw wandel op aarde goed zijn. Hij zal overeenstemmen met de wil van God en u hebt dan de beproeving van uw wil doorstaan. U hebt u voor God uitgesproken, tegenover wie u eens vijandig stond.
De overgrote Liefde van God schiep deze gelegenheid voor u om weer naar Hem terug te keren, om licht en kracht in volheid in ontvangst te kunnen nemen en uw oertoestand weer te bereiken. Het is een daad van genade. U zult zich deze alleen waardig kunnen maken doordat u hem ten volle benut, doordat u Zijn oneindige Liefde op u in laat werken en haar beantwoordt door uw volledige onderwerping. Want u zou uit eigen kracht nooit de terugkeer naar Hem voltrekken. En alleen deze onverdiende genade van de belichaming als mens, kan de terugkeer naar God mogelijk maken, die daarom niet hoog genoeg kan worden gewaardeerd en die pas werkelijk wordt beseft, wanneer de ziel zich weer in de staat van licht en kracht bevindt. Dan pas ziet ze in, wat ze was, wat ze is en nog moet worden. Dan pas beseft ze ook de oneindige Liefde van God, die ze eens weerstond. En dan zal ze Hem liefhebben met alle innigheid en in deze liefde ook haar gelukzaligheid vinden.
Amen
Traduttore