• Indietro

Satana sà che non ha più molto tempo - Diavoli nel tempo della fine

Le porte dell’inferno si aprono di più, più si avvicina la fine. Tutte le forze delle tenebre si dischiudono e si precipitano sugli uomini, ed il principe del mondo inferiore ha grande potere. Si vede alla fine del suo tempo e cerca di sfruttarlo ancora in ogni modo. E gli uomini nella loro debolezza di volontà non lo fermano, ma gli sono servi volenterosi, che lui incita ad azioni contro Dio, per separarli per sempre da Dio.

Il principe del mondo inferiore sa che non ha più molto tempo. Il suo potere viene spezzato irrevocabilmente, appena sarà venuta la fine di questa Terra. E nell’infuriare di Satana si riconosce che la fine non è più lontana. Avvenimenti più crudeli si accumulano, vengono commesse delle azioni che nessuno avrebbe prima ritenute possibili, gli uomini non si fermano davanti a niente, e loro stessi non riconoscono più in quale abisso si trovano, in quale abisso sono stati trascinati da un potere che sta al di fuori di ogni Ordine divino, che è totalmente privo di ogni amore e che soffoca anche nei cuori degli uomini ogni scintilla d’amore, che seppellisce ogni fiammella che ancora arde di nascosto.

E’ un tempo di illimitato odio e della massima assenza d’amore, gli uomini non vivono più come fratelli tra di loro, ma si combattono in ogni modo, e soltanto pochi stanno uniti e non si lasciano violentare spiritualmente, cioè si difendono contro gli attacchi di Satana e si rifugiano in Dio, chiedendo Aiuto a Lui contro il nemico delle loro anime. Ed in questi l’amore non è ancora soffocato ed il loro agire corrisponde ai Comandamenti di Dio, e per questo vengono oppressi particolarmente dal nemico delle loro anime nell’ultimo tempo, e cioè dai prossimi, che eseguono la volontà di colui che li vuole distruggere.

L’inferno ha aperto le sue porte. Innumerevoli diavoli passano e si recano vicino alla Terra emanando su questa il loro soffio velenoso e di sfruttarlo secondo la volontà del loro signore. E sono accolti con disponibilità, gli uomini stessi danno loro spazio d’agire, non li tollerano soltanto vicino a loro, ma concedono loro volenterosamente del terreno, in cui spargono della semenza cattiva e lo possono completamente avvelenare, loro aprono i loro cuori e non si difendono contro coloro che li vogliono distruggere. E quando viene un servo del Signore per ammonire gli uomini da quelle forze del mondo inferiore, per avvertirli di chiudere le porte e di concedere accesso soltanto al Dio dell’Amore, vengono mandati via dalle porte non ascoltati, le loro parole non vengono considerate ed il principe del mondo inferiore riporta la vittoria. E questo solo attraverso la volontà degli uomini, che è libera e che può decidere di se stessa.

E la fine si avvicina sempre di più. La Lingua di Dio sarà sentita prima ancora con insistenza, ma troverà anche poca considerazione, perché gli uomini sono già troppo sotto la sua giurisdizione, che cerca di tirarli giù nel regno dell’oscurità. E non viene badato alla Luce che allo stesso tempo, splendente chiaramente, scende dall’Alto sulla Terra. Per questo non c’è più un arresto, il periodo di Salvezza va verso la fine per trovare il cambio di una nuova epoca; Satana verrà legato e derubato di ogni forza e con lui tutto lo spirituale che gli è succube, come sta scritto in Parola e Scrittura.

Amen

De satan weet dat hij niet veel tijd meer heeft - Duivels in de eindtijd

De poorten der hel gaan des te verder open, naarmate het einde dichterbij komt. Alle krachten van de duisternis ontplooien zich en stormen op de mensen af en de vorst van de onderwereld heeft grote macht. Hij ziet, dat hij aan het einde van zijn tijd is en probeert deze nog op alle manieren te benutten. En de mensen in hun wilszwakte roepen hem geen halt toe, maar zijn zijn gewilige dienaren, die hij aanzet om tegen God in te handelen, om hen voor altijd van God te scheiden.

De vorst der onderwereld weet, dat hij niet veel tijd meer heeft. Onherroepelijk wordt zijn macht gebroken, als het einde van deze aarde genaderd is. En aan het woeden van de satan is te zien, dat het einde niet meer ver is. De gruwelijkste gebeurtenissen hopen zich op. Er worden daden gepleegd, die niemand tevoren voor mogelijk hield. De mensen schrikken nergens voor terug en ze beseffen zelfs niet meer, op welk dieptepunt ze zich bevinden, in welke diepte ze zijn neergetrokken door een macht, die buiten elke goddelijke ordening staat, die totaal zonder enige liefde is en die ook in de harten van de mensen elk vonkje liefde verstikt; die elk vlammetje dooft, dat nog zwak gloeit in het verborgene.

Het is een tijd van grenzeloze haat en de grofste liefdeloosheid. De mensen leven onderling niet meer als broeders, maar ze bejegenen elkaar op elke manier als vijanden. En slechts weinige staan elkaar bij en laten zich geestelijk niet overweldigen. Dat wil zeggen ze verweren zich tegen de inmenging van de satan en zoeken bescherming bij God, Hem vragend om hulp tegen de vijand van hun ziel. En in dezen is de liefde nog niet verstikt en hun handelen beantwoordt aan de geboden Gods. En daarom worden ze door de vijand van hun ziel heel erg in het nauw gebracht in de laatste tijd, en wel door de medemensen, die de wil van hem uitvoeren, die hen wil verderven.

De hel heeft haar poorten geopend. Talloze duivels komen er doorheen en begeven zich in de nabijheid van de aarde, hun giftige adem hierover verspreidend en zich ten nutte makend naar de wil van hun heer. En bereidwillig worden ze opgenomen. De mensen zelf geven hen speelruimte. Ze dulden ze niet alleen in hun nabijheid, maar ze staan hen vrijwillig de bodem af, waarin ze slecht zaad uitstrooien en hen helemaal kunnen vergiftigen. Ze openen hun harten en verweren zich niet tegen degene, die hen tracht te verderven.

En komt er een dienaar van de Heer de mensen waarschuwen voor die krachten van de onderwereld, ze te vermanen de deuren te sluiten en alleen de God van Liefde toegang te verlenen, dan wordt hem onaangehoord de deur gewezen. Op zijn woorden wordt geen acht geslagen en de vorst der onderwereld behaalt de zege. En dit alleen door de wil van de mensen, die vrij is en over zichzelf kan beslissen.

En het einde komt steeds dichterbij. Gods spreken zal nog tevoren doordringend te horen zijn, maar ook slechts weinig aandacht krijgen, omdat de mensen zich al te zeer in de ban bevinden van diegene, die hen omlaag tracht te trekken in het rijk van de duisternis. En op het Licht, dat te zelfder tijd helder stralend van boven naar de aarde neerstroomt, wordt geen acht geslagen. En daarom is er geen tegenhouden meer aan: de verlossingsperiode loopt ten einde, om door een nieuw tijdperk te worden afgelost. De satan wordt gekluisterd en van elke kracht ontdaan en met hem al het geestelijke, dat hem is onderworpen, zoals het verkondigd is in woord en geschrift.

Amen