La conseguenza del peccato è anche la sua punizione. Questo è da intendere in modo che ogni peccato ha le sue conseguenze che hanno di nuovo un effetto rovinoso per il peccatore, per cui si può parlare di una giusta punizione. Ma questa non è stata emessa da Dio sull’uomo, ma lui stesso l’ha attirata, perché ne ha dato il diretto motivo.
Ma l’effetto del peccato può anche farsi attendere per un tempo più lungo, ma arriva inevitabilmente, soltanto poi non colpisce l’uomo stesso, ma i suoi figli e figli dei figli, che quindi costoro devono sopportare una punizione che è stata provocata da generazioni prima. Questa è una apparente ingiustizia di Dio, ma allora si tratta sempre delle anime che per la loro maturazione hanno bisogno di condizioni di vita particolarmente difficili e che per la via della loro vita si sono scelte delle condizioni di vita particolarmente difficili. Portano per così dire una sofferenza immeritata e stanno anche in collegamento spirituale con le anime di coloro che hanno provocata questa sofferenza. Quindi vengono influenzate da quelle anime di rimettere una colpa che le ha seguite nel Regno dell’aldilà e quivi la cui estinzione richiederebbe troppo tempo. E Dio accetta l’espiazione di figli e figli dei figli.
Se l’uomo stesso può estinguere la sua colpa sulla Terra, allora esistono per questo innumerevoli possibilità, cioè l’uomo deve farcela con le conseguenze del peccato; allora in certo qual modo dovrà soffrire lo stesso destino che ha preparato ad altri, dovrà portare la sofferenza che ha causato ad altri; il peccato nei suoi effetti colpirà sempre di nuovo lui stesso e non potrà difendersene. Ma allora risparmia ai suoi posteri tutte queste sofferenze che lui stesso ha provocato. Ma se entra con questa colpa nel Regno dell’aldilà, quivi non trova pace prima che non abbia mosso gli uomini che gli stavano vicino sulla Terra, attraverso l’influenza mentale, di espiare il suo peccato di una volta sulla Terra, cosa che procura a costoro poi in destino terreno che fa riconoscere chiaramente i peccati dei padri.
Dai figli e figli dei figli viene accettata l’espiazione per il peccato commesso per risvegliare negli uomini il sentimento di responsabilità, appena sottovalutano la grandezza di una colpa. I peccatori nell’aldilà soffrono ultragrandi tormenti, quando vedono soffrire gli uomini sulla Terra per la loro colpa e questa viene comunque espiata due volte e rispettivamente rimessa più rapidamente, come viceversa un uomo che ha dei peccati dei suoi padri, non porta così gravemente la punizione, perché gli sembra giusta e la sua anima giunge così più rapidamente alla maturità sulla Terra.
Ma è oltremodo facile per un peccatore di diventare libero dalla sua colpa, se nella profonda fede la mette ai Piedi di Gesù Cristo, se Lo prega intimamente per il Perdono dopo che se ne è pentito seriamente e si sforza di migliorare. Allora mancheranno anche le conseguenze dei suoi peccati, non avrà da temere che la sua colpa debba essere rimessa dai suoi posteri. Diventerà libero dalla sua colpa per via di Gesù Cristo, il Quale E’ morto sulla Croce per gli uomini.
Amen
TraduttoreHet gevolg van de zonde is ook haar straf. Dat moet zo begrepen worden dat elke zonde gevolgen heeft die weer een verderf brengende uitwerking voor de zondaar hebben, om welke reden dan van een rechtvaardige straf kan worden gesproken. Maar deze straf is dan niet door GOD aan de mens opgelegd, integendeel heeft hij ze zelf naar zich toegetrokken, omdat hij de onmiddellijke aanleiding daartoe heeft gegeven.
Nu kan echter de uitwerking van de zonde ook langere tijd op zich laten wachten, maar ze komt onherroepelijk, alleen dat ze dan niet de mens zelf treft, maar zijn kinderen en kindskinderen, dat dezen dus een straf moeten dragen die generaties tevoren veroorzaakt werd.
Dit is een schijnbare onrechtvaardigheid GOD's, maar het gaat dan steeds om zielen die om rijp te worden, bijzonder zware levensvoorwaarden nodig hebben en die voor zichzelf bijzonder zware levensomstandigheden hebben gekozen. Ze dragen a.h.w. onverdiend leed en staan ook met de zielen van hen die dit leed hebben veroorzaakt in geestelijke verbinding. Ze worden dus door die zielen beïnvloed een schuld af te lossen die hen in het rijk hierna is gevolgd en waarvan het tenietdoen in het hiernamaals uitermate veel tijd zou eisen. En GOD neemt de genoegdoening door kinderen en kindskinderen aan.
Wanneer de mens zijn schuld zelf op aarde kan aflossen, dan bestaan daar ontelbare mogelijkheden voor, d.w.z. de mens moet met de gevolgen van de zonde klaarkomen, hij zal dan in zekere zin hetzelfde lot moeten lijden dat hij anderen heeft bereid, hij zal het leed moeten dragen dat hij anderen heeft aangedaan, steeds zal de zonde in haar uitwerkingen hem zelf weer treffen en hij zal zich daar niet tegen kunnen verweren.
Maar dan bespaart hij zijn nakomelingen al dit lijden dat hij zelf heeft veroorzaakt. Maar gaat hij met deze schuld binnen in het rijk hierna, dan vindt hij daar niet eerder rust, tot hij weer de mensen die op aarde nauwe banden met hem hebben ertoe heeft bewogen door beïnvloeding van gedachten, zijn vroegere zonde op de aarde uit te boeten, wat dezen dan een aards noodlot oplevert dat de zonden van de vaderen duidelijk herkenbaar laat worden.
Van kinderen en kindskinderen wordt de verzoening voor de begane zonde aangenomen om in de mensen het verantwoordelijkheidsgevoel te wekken, wanneer ze de grootte van een schuld onderschatten. De zondaars in het hiernamaals lijden buitengewone kwellingen, wanneer ze de mensen op aarde voor hun schuld zien boeten en daarom wordt de schuld tweevoudig uitgeboet en in overeenstemming daarmee sneller aflost, zoals omgekeerd een mens die op de hoogte is van de zonden van zijn voorvaderen niet zo zwaar hoeft te lijden onder de straf, omdat ze hem rechtvaardig voorkomt en zijn ziel daardoor sneller tot rijpheid komt op aarde.
Maar uitermate makkelijk is het voor 'n zondaar van zijn schuld verlost te worden als hij deze in diep geloof in JESUS CHRISTUS aan Zijn voeten legt, als hij HEM innig vraagt om vergeving, nadat hij er ernstig berouw over heeft en zijn best doet zich te beteren. Dan zullen ook de gevolgen van zijn zonden wegblijven, hij zal niet bang hoeven te zijn dat zijn schuld door zijn nakomelingen moet worden afgelost. Hij zal vrij worden van zijn schuld ter wille van JESUS CHRISTUS, DIE voor de zonden van de mensen aan het kruis is gestorven.
Amen
Traduttore