In ogni singola fase di sviluppo l’essenziale viene legato per una durata, finché non ha raggiunto la maturità di cui ha bisogno per l’ultima incorporazione come uomo. Quindi comincia di nuovo con lo stato legato nella dura materia, quando nella fase di sviluppo precedente ha fallito come uomo, per ripercorrere di nuovo la via attraverso il mondo minerale, vegetale ed animale sù fino all’uomo. Lo spirituale invece, che nell’ultima epoca non ha ancora raggiunto l’ultimo stadio, ma attraverso l’ultima distruzione della Terra da Parte di Dio è diventato libero, viene legato nelle forme esterne, che di nuovo corrispondono alla sua maturità, cioè, il percorso di sviluppo interrotto nella vecchia epoca viene perpetuato nella nuova fase di sviluppo sulla Nuova Terra. E perciò la Nuova Terra sarà provvista con le Creazioni più diverse, soltanto in un modo del tutto nuovo che devia da quelle della vecchia Terra. E così si svolgeranno di nuovo dei Miracoli di Creazione che staranno anche come Miracoli davanti agli occhi degli uomini che vivranno per primi sulla Nuova Terra, come dimostrazione della Magnificenza di Dio, come dimostrazione del Suo Amore, Onnipotenza e Sapienza. Perché quello che si vedrà sulla Nuova Terra, metterà gli uomini in sublime sorpresa, e nell’ammirazione loderanno Dio, Lo ameranno e Lo ringrazieranno di tutto cuore. E l’essenziale procede ora nel suo sviluppo. Ma il relegato nella solida materia percepisce le sue catene come grande tormento e cerca di spezzarle. Secondo la durezza della sua volontà ci riesce, oppure il suo tentativo sarà vano. Ma Dio tiene in conto la volontà dell’essenziale, dato che la materia sulla nuova Terra è della massima solidità e durezza, affinché la volontà di quello che vi è legato, venga spezzata, affinché l’essenziale rinunci finalmente alla sua resistenza. Perciò nel minimo cambiamento della volontà la forma viene allentata, cosa che significa nel terreno che la solida materia sulla nuova Terra è bensì straordinariamente dura, ma anche molto fragile e perciò può rispettivamente rompersi o spezzarsi facilmente, quando la Volontà di Dio ha previsto la liberazione da questa prigionia. E così pure le altre Creazioni sono di una breve durata di vita; perché si deve svolgere un veloce cambiamento dello spirituale, che è anche possibile, ma dipende in genere dalla volontà dello spirituale di servire. Soltanto l’essenziale deve poter raggiungere più velocemente l’ultima formazione come uomo che nella fase attuale di sviluppo, se accade, non è totalmente opposto alla Volontà di Dio. E perciò i primi uomini della Nuova Terra sperimenteranno Miracoli su Miracoli. E saranno anche toccati da questi, in modo che l’amore in loro per Dio cresce sempre di più, che Gli si uniscono attraverso questo amore sempre più intimamente e vivono nella Sua Grazia. Ma a loro questi Miracoli sono anche comprensibili. Loro sanno che sono soltanto dei Segni dell’ultragrande Amore di Dio, il Quale vuole conquistare tutto lo spirituale per Sé e gli offre ogni opportunità per cambiare la sua volontà. E questo lungo tempo sarà così, finché ciò che è ancora legato nel mondo vegetale ed animale, raggiunge lo stadio dell’incorporazione nell’uomo. Allora scomparirà un poco alla volta la comprensione nell’uomo per la Meraviglia della Creazione divina. Viene di nuovo risvegliato il senso per la materia, e con ciò l’influenza di Satana agirà di nuovo più forte sugli uomini a causa della loro propria brama di ciò che cela ancora in sé dello spirituale immaturo. Ed allora il legame con Dio si allenterà e la lotta tra la Luce e la tenebra si rafforzerà di nuovo, che inizialmente ha potuto stare calmo, perché tutto ciò che abitava nella libera volontà sulla Terra era compenetrato dalla Luce. Perché il percorso di sviluppo dell’essenziale rimane in ogni fase lo stesso, lo spirituale deve sostare nella solida forma, finché è volonteroso di percorrere la via del servire attraverso le Opere della Creazione, che non significano più delle catene così dure. Ed ora deve servire finché non ha raggiunto una certa maturità, che ora gli procura uno stato in cui deve servire nella libera volontà, ma non ne viene più costretto come negli stati antecedenti. Ed allora non deve fallire, altrimenti l’intero percorso di sviluppo è stato percorso inutilmente. Perché la libera volontà dell’uomo decide se questa è la sua ultima incorporazione sulla Terra, oppure se deve di nuovo passare attraverso l’intera Creazione, se nell’ultimo stadio si rivolge alla Luce, oppure si lascia catturare da forze oscure e deve di nuovo essere relegato nella solida materia per tempi eterni.
Amen
TraduttoreIn elke afzonderlijke ontwikkelingsperiode wordt het geestelijk wezenlijke zolang gebonden gehouden, tot het de rijpheid bereikt heeft die nodig is voor de laatste belichaming als mens. En zo begint dit weer met de kluistering in de harde materie wanneer het in de ontwikkelingsfase daarvoor als mens gefaald heeft, om nu weer door de steen- planten en dierenwereld de weg te gaan tot de staat als mens. Het geestelijke daarentegen dat in het afgelopen tijdperk dat laatste stadium nog niet bereikt heeft, maar door de vernietiging der aarde door GOD is vrijgeworden, wordt gekluisterd in de uiterlijke vormen overeenstemmend met de graad van rijpheid. Dat wil zeggen, de onderbroken weg van ontwikkeling wordt voortgezet in de nieuwe ontwikkelingsperiode op de nieuwe aarde.
Daarom zal ook de nieuwe aarde weer van de meest verschillende scheppingen voorzien zijn, in werkelijk geheel nieuwe, van de oude aarde afwijkende aard. En zo voltrekken zich weer nieuwe wonderen in de schepping, die de mensen die als eerste de nieuwe aarde mogen bewonen ook als wonderen voor de geest komen, als bewijs van GOD's Heerlijkheid en als bewijs van Zijn Liefde, Wijsheid en Almacht. Want wat de nieuwe aarde te zien zal geven zal de mensen ten zeerste verwonderen, en in bewondering zullen zij GOD loven en prijzen, HEM liefhebben en HEM van harte dank zeggen.
En het wezenlijke gaat nu voorwaarts in zijn ontwikkeling. Maar het in de harde materie gekluisterde voelt zijn boeien als grote kwelling en tracht die te verbreken. En al naar gelang de sterkte van zijn wil zal het gelukken, of zijn pogen zal geheel vergeefs zijn. Maar GOD houdt rekening met de wil van het wezenlijke, want de materie op de nieuwe aarde is zeer vast en hard, opdat de wil van het daarin gebonden geestelijke gebroken wordt, en het wezenlijke zijn weerstand tenslotte opgeeft. En daardoor wordt bij de geringste verandering van wil de vorm soepeler, d.w.z. dat de vaste materie op de nieuwe aarde buitengewoon hard, maar ook weer zeer bros is. Zij kan daarom ook gemakkelijk uiteenspringen of barsten, zodra GOD's Wil het bevrijden uit deze gevangenschap voorzien heeft. Evenzo zijn ook de andere scheppingen van kortere levensduur; want er moet een snelle verandering van al wat geestelijk is plaatsvinden. Wat ook wel mogelijk is maar ook weer van de bereidwilligheid tot dienen van het geestelijke daarin afhankelijk is. Dus zal het wezenlijke sneller de laatste omvorming als mens kunnen bereiken dan in de huidige ontwikkelingsperioden, wanneer zijn wil niet helemaal weerspannig is aan GOD.
En daarom zullen de eerste mensen op de nieuwe aarde wonder op wonder beleven. Het zal een diepe indruk op hen maken, zodat de liefde tot GOD in hen steeds groter wordt omdat zij door deze liefde zich steeds inniger met HEM verbinden en in Zijn genade leven. Maar voor dezen zijn ook de wonderen begrijpelijk. Zij weten dat het tekenen zijn van GOD's overgrote Liefde, Die het geestelijke winnen wil voor Zichzelf, en het elke mogelijkheid biedt om hun wil te wijzigen. En voor een lange tijd zal het zo blijven, tot al het in begin nog gekluisterde in de planten- en dierenwereld het stadium van belichaming als mens bereikt heeft. Daarna zal meer en meer het begrip voor het wonderlijke in de goddelijke schepping bij de mensen verdwijnen. De lust naar de materie zal weer de overhand krijgen, en daardoor zal de invloed van satan weer sterker worden door het eigen begeren naar dat wat het nog onrijpe geestelijke in zich bergt.
En dan zal de verbinding met GOD weer afnemen. De strijd tussen Licht en duisternis zal weer sterker worden die in het begin rusten kon, omdat alles wat in vrije wil de aarde bewoonde met "Licht" doorstroomd was. Want de ontwikkelingsweg van het wezenlijke blijft in elke periode hetzelfde. Het geestelijke moet zich zolang in de vaste vorm ophouden tot het gewillig is de weg van dienen te gaan door de scheppingswerken heen, wat een minder sterk gekluisterd zijn inhoudt. En dan moet het hierin dienen tot het een bepaalde rijpheid verkregen heeft. Een staat waarin het in vrije wil dienen moet maar er niet toe gedwongen wordt zoals dat in de voorstadia het geval was. Dan mag het niet falen, omdat anders de gehele vorige weg vruchteloos afgelegd is. Want de vrije wil van de mens beslist of dit zijn laatste belichaming op aarde is, of dat hij weer door de gezamenlijke schepping heen moet gaan. (=geen reïncarnatie = opm.v.d.uitg.) Want in dit laatste stadium keert hij zich naar het Licht of laat zich door duistere krachten gevangen nemen, zodat hij weer in de harde materie gekluisterd moet worden voor eeuwig lange tijden.
Amen
Traduttore