La volontà per l’attività salvifica sulla Terra è da chiamare molto scarsa, perché gli uomini hanno aumentato la loro lontananza da Dio tramite il loro modo di vivere e la distanza che aumenta sempre di più significa anche una sempre maggior debolezza di volontà. La lontananza da Dio significa però anche una mancanza di conoscenza e perciò l’uomo non conosce la necessità e la Benedizione dell’attività salvifica; non sa nulla delle conseguenze nell’aldilà e perciò non fa nulla per diminuire lo stato di lontananza da Dio. Questa è una certa catena della volontà, perché anche se la volontà dell’uomo è libera, l’avversario ha comunque ancora un gran potere su di lei, e questo quando il cammino di vita non corrisponde ai Comandamenti divini. L’uomo possiede bensì la libertà della volontà mentre può agire e pensare come gli compiace, perché non può essere costretto dal potere maligno, né Dio gli impone nessuna costrizione. Ma se il suo pensare e tendere è cattivo, allora si rivolge nella libera volontà a colui che una volta ha abusato della sua volontà e costui si appropria ora anche della volontà di colui, che si rivolge a lui. Ed ora all’uomo è difficile usare la libera volontà e questo diventa sempre più difficile, quanto più potere concede all’avversario di Dio su di sé. Se ora l’uomo vuole diventare libero dal suo potere e liberare anche altri oppure essere loro d’aiuto, allora deve fare ciò che corrisponde alla Volontà divina, e dapprima deve esercitare l’amore, perché l’amore è la Forza opposta dell’avversario, il quale è diventato totalmente disamore. Ogni opera d’amore rende l’uomo libero, perché ora si distacca da colui che voleva rovesciare l’Ordine di Dio, il quale non riconosceva Dio come l’eterno Amore ed il cuoi potere è un dominare nel pienissimo disamore. L’attività salvifica è quindi ogni attività la cui forza di spinta è l’amore. Nel tempo attuale però è determinante l’amore dell’io per ogni attività dell’uomo. Ogni uomo nel suo lavoro pensa soltanto al suo vantaggio, ma esiste solo raramente il desiderio di aiutare con ciò il prossimo. Perciò un tale lavoro comporta poco successo spirituale. Se gli uomini fossero più legati a Dio, allora l’amore per l’io diventerebbe sempre più debole e nella stessa misura aumenterebbe l’amore per il prossimo. Allora l’uomo verrebbe spinto dall’interiore ad opere d’amore, vorrebbe sempre soltanto voler aiutare e diventerebbe totalmente libero dal potere della potenza disamorevole. Ma dato che la volontà per l’attività salvifica è soltanto raramente da trovare, l’avversario ha un gran potere sulla Terra. Questo si manifesta nel fatto che spinge gli uomini a seguirlo volontariamente e si superano quasi in opere di distruzione ed in sentimenti d’odio e di vendetta. E la lontananza da Dio diventa sempre più grande, finché sono di nuovo caduti del tutto sotto l’influenza del male e questo significa un totale crollo spirituale, a cui Dio però impone un arresto attraverso il Suo Potere. Egli svincola al Suo avversario nuovamente il potere sullo spirituale, mentre lega questo di nuovo nella forma per un tempo inimmaginabilmente lungo.
Amen
TraduttoreDe wil om verlossend bezig te zijn op aarde is heel gering te noemen, omdat de mensen door hun levenswandel de afstand tot God hebben vergroot en die steeds groter wordende afstand ook steeds grotere wilszwakte betekent. Maar het verwijderd zijn van God betekent ook gebrek aan inzicht en derhalve is de mens niet op de hoogte van de noodzakelijkheid en de zegen van het verlossend werkzaam zijn. Hij weet niets over de gevolgen in het hiernamaals en doet er daarom niets aan de verre afstand van God te verkleinen. Dit is een zekere gebondenheid van de wil, want ofschoon de wil van de mens vrij is, heeft de tegenstander toch nog grote macht over hem en wel dan, wanneer de levenswandel niet beantwoordt aan de goddelijke geboden.
Vrijheid van wil bezit de mens wel doordat hij kan handelen en denken zoals het hem goeddunkt, want gedwongen worden kan hij noch door de kwade macht, noch legt God hem welke dwang dan ook op. Maar is zijn denken en streven slecht, dan keert hij zich uit vrije wil naar hem toe die zijn eigen wil eenmaal heeft misbruikt en deze eigent zich nu ook de wil van diegene toe die zich naar hem toekeert. En nu is het voor de mens moeilijk de vrije wil te gebruiken en dit wordt steeds lastiger, hoe meer macht hij de tegenstander van God over zich verleent.
Wil nu de mens vrij worden van zijn macht en ook anderen verlossen of hen behulpzaam zijn, dan moet hij liefde beoefenen. Want liefde is toch de tegengestelde kracht aan die van de tegenstander, die totaal liefdeloos is geworden. Elk werk van liefde maakt de mens vrij, want dan maakt hij zich los van hem die de ordening van God omver wilde werpen, die God als de eeuwige Liefde niet erkende en wiens macht een heersen in algehele liefdeloosheid is. Verlossende bezigheid is dus elk bezig zijn waarvan de drijfveer liefde is.
Maar in de huidige tijd is voor elke bezigheid van de mensen de eigenliefde bepalend. Ieder mens denkt alleen maar aan zijn eigen voordeel bij zijn werk, doch het verlangen, de medemensen daardoor te helpen, is maar zelden aanwezig. En daarom levert zulke arbeid weinig geestelijk resultaat op. Waren de mensen meer met God verbonden, dan zou de liefde voor het "ik" steeds zwakker worden en zou de liefde voor de medemens in dezelfde mate toenemen. En dan zou de mens van binnenuit worden aangespoord om in liefde te werken. Hij zou nu steeds willen helpen en geheel vrij worden van het gezag van de liefdeloze macht.
Maar daar de wil om verlossend bezig te zijn slechts zo zelden te vinden is, heeft de tegenstander grote macht op de aarde. En dit uit zich daarin dat hij de mensen aanzet tot steeds grotere liefdeloosheid en dat de mensen hem gewillig volgen en elkaar bijna overtreffen in werken van verwoesting en in gevoelens van haat en wraak. En de verwijdering van God wordt steeds groter tot ze weer geheel ten prooi zijn gevallen aan de invloed van de boze en dit een algehele geestelijke ondergang betekent, waaraan God echter door Zijn macht paal en perk stelt. Hij ontwringt Zijn tegenstander opnieuw de macht over het geestelijke, doordat Hij dit voor weer ondenkbaar lange tijd kluistert in de vorm.
Amen
Traduttore