Al problema della Creazione del mondo si avvicina soltanto l’uomo i cui pensieri sono rivolti a Dio, perché questi riflette sulla formazione del Cosmo, sull’Infinito e sul Creatore di tutte le cose. Non trarrà conclusioni affrettate, egli avrà delle supposizioni e porrà delle domande in pensieri, e gli arriverà anche la risposta in pensieri, per quanto vi badi. La minima predisposizione volenterosa di essere istruito da Forze sapienti, Dio la ricompensa nel modo che Egli incarica quelle di guidare sul giusto binario il percorso di pensieri dell’uomo e così il suo pensare corrisponde alla Verità ed egli attingerà per così dire delle saggezze da sé stesso. Egli viene istruito dallo Spirito da Dio, e così l’uomo si trova nella Verità. Il mondo è il prodotto della Volontà d’Amore divino. E’ il Pensiero di Dio diventato forma. Tutto l’afferrabile e terrenamente visibile appartiene alla Terra, al regno della materia. Ma al di fuori di questa c’è il mondo spirituale non visibile all’occhio umano, ma proceduto pure dalla Forza Creativa divina, perché il Cosmo ospita innumerevoli Creazioni i cui elementi di base sono sostanza spirituale che l’occhio umano non può percepire, perché questo può vedere solamente la materia terrena. Se l’uomo potesse vedere queste Creazioni spirituali, gli sarebbe dischiuso un grande sapere, ma la sua libera volontà sarebbe in pericolo, perché quello che vedrebbe sarebbe determinante per tutta la sua vita terrena. Per questo gli deve rimanere nascosto questo sapere, affinché possa percorrere il suo cammino di vita terrena assolutamente non influenzato. La Volontà, la Saggezza e l’Amore di Dio ha fatto sorgere continuamente delle Creazioni che all’uomo appaiono soltanto come corpi celesti assolutamente distanti, che lui presume siano della stessa costituzione come la Terra. Ma questi corpi celesti sono comunque di formazioni differenti e del tutto irraggiungibili agli abitanti della Terra. Ciononostante lo spirito umano può anche volteggiare in queste Creazioni, e portare sulla Terra quello che vede ed ascolta. E questa è una straordinaria Grazia di Dio, perché l’uomo come tale non potrà mai giungere in quel Regno e per questo gli mancherebbe totalmente il sapere. Ma così il suo spirito lo istruisce nel seguente modo:
TraduttoreAlleen die mens gaat dieper in op het vraagstuk van de schepping wiens gedachten naar GOD zijn gekeerd, want deze peinst over het ontstaan van het heelal, over de oneindigheid en de Schepper van alle dingen. Hij zal geen snelle conclusies trekken, hij zal gissen en in gedachten vragen stellen, en d.m.v. gedachten zal hem ook het antwoord toekomen zodra hij op zijn gedachten let. De geringste bereidwilligheid om te worden onderricht door wetende krachten, beloont GOD zodanig, dat Hij dezen opdracht geeft de gedachtengang van de mens in rechte banen te leiden en dus zal zijn denken overeenstemmen met de waarheid en hij zal a.h.w. uit zichzelf wijsheden putten. De GEEST uit GOD onderricht hem en dus staat hij vast in de waarheid.
De wereld is het product van de goddelijke Liefdewil. Ze is de gedachte van GOD die tot vorm is geworden. Al het tastbare en aards zichtbare behoort tot de aarde, het rijk van de materie. Maar buiten deze is er de geestelijke wereld, niet zichtbaar voor het menselijk oog, echter eveneens uit de goddelijke Kracht van de Schepper voortgekomen. Want het heelal bevat ontelbare scheppingen waarvan de grondstoffen geestelijke substantie zijn, die het menselijk oog niet kan waarnemen omdat dit alleen maar aardse materie kan zien. Zou de mens deze geestelijke scheppingen kunnen aanschouwen dan zou hem een bijzonder weten ontsloten zijn, zijn vrije wil echter was dan in gevaar, want wat hij schouwend zou zien, zou beslissend zijn voor zijn hele leven op aarde. Maar daarom moet dit weten voor hem verborgen blijven, opdat hij zijn aardse levensweg helemaal onbeïnvloed kan afleggen.
De Wil, Wijsheid en Liefde van GOD liet voortdurend scheppingen ontstaan die de mens alleen maar als heel verre hemellichamen voorkomen, waarvan hij dus vermoedt dat ze dezelfde gesteldheid hebben als de aarde. Deze hemellichamen zijn evenwel van een heel ongelijksoortige samenstelling en voor de bewoners van de aarde totaal ontoegankelijk. Toch kan de menselijke geest ook in deze scheppingen ronddolen en wat hij ziet en hoort mee terug nemen naar de aarde. En dit is een buitengewone genade van GOD, want de mens als mens zal nooit in dat rijk kunnen geraken en daarom zou hem het weten erover helemaal ontbreken. Zo echter onderricht zijn Geest hem op de volgende manier:
Traduttore