Ci sono innumerevoli momenti nella vita terrena, quando Dio bussa ai cuori degli uomini e desidera entrarvi, quando viene a loro nella Parola, sia attraverso la bocca d’uomo oppure attraverso la voce del cuore. E nessun uomo può dire che Dio non avesse badato a lui. Egli desidera entrare nel cuore di ogni uomo, per poter ora diventare efficace in lui, perché la trasformazione dell’anima può svolgersi solo nell’avvalersi della Forza da Dio, che affluisce all’uomo nella Sua Parola. Quindi la Parola di Dio dev’essere ascoltata, affinché l’uomo tramite la sua vita secondo questa Parola, entri in possesso della Forza da Dio. E’ la manifestazione della Sua Volontà, che Dio fa giungere agli uomini attraverso la Sua Parola. Se ora l’uomo fa la Volontà di Dio, allora non si oppone più al suo Creatore, ma Lo riconosce. Quindi entra nel giusto rapporto verso Dio, non va più contro, ma con Lui. Si unisce con Dio, Gli si sottomette e d’ora in poi non fa più la sua propria volontà, ma la Volontà di Dio. Anche se l’uomo cammina ancora sulla Terra, è già un aspirante al Regno spirituale, perché ha superato il tempo di prova sulla Terra che gli era dato solamente per trovare l’unificazione con Dio. L’Amore divino Stesso ora gli Si avvicina e rimane con lui in intimo collegamento, lo nutre continuamente con la Parola, che per lui è il Pane del Cielo. Perché ora Dio ristora l’uomo con il Cibo del Cielo, dà Sé Stesso a lui nella Parola e quindi è continuamente con lui. Gli trasmette il sapere sulla Verità, e fa dell’uomo un portatore di Luce, che può agire ed agirà nuovamente per amore, che ora è pure volenteroso di amare e vorrebbe condurre oltre il Dono divino. Ed ora alla Tavola del Signore si potranno ristorare anche i prossimi volenterosi, anche a loro viene offerto il Pane nella Parola, senza il quale l’uomo non ha la Forza di percorrere la via terrena che conduce in Alto. E verrà saziato chi ha fame e sete per il Dono del Cielo. Vi sarà un ininterrotto dare e ricevere di ciò che Dio Stesso elargisce a coloro che Gli concedono l’accesso nel loro cuore. Dio Stesso vuole Essere attivo in lui, perciò Egli desidera entrare sempre e sempre di nuovo. Se un uomo non sente che Egli bussa, se non vuole sentire quando la Voce divina risuona dolcemente udibile, la Sua Voce diventa più forte. Allora Egli arriva agli uomini in forma di sofferenza e vuole renderSi riconoscibile ed offrire loro il Suo Aiuto. Egli esige sempre soltanto che Gli diano ascolto, che badino alla Sua Voce, che non chiudano i loro cuori alla Sua Voce che ammonisce. Perché senza la Sua Parola l’uomo non può condurre il cammino della sua vita terrena secondo la Volontà divina, perché senza la Sua Parola gli manca ogni Forza.
Amen
TraduttoreEr zijn talloze momenten in het aardse leven, waar God op de harten van de mensen aanklopt en ernaar verlangt om binnengelaten te worden. Waar Hij in het woord tot hen komt, hetzij door de mond van een mens, of door de stem van het hart. En niet één mens kan zeggen dat God geen aandacht aan hem geschonken heeft. Hij verlangt ernaar toegelaten te worden in elk menselijk hart om nu werkzaam in hem te kunnen worden, want de omvorming van de ziel kan nu plaatsvinden met behulp van de kracht uit God, die de mens door Zijn woord toestroomt. Zodoende moet er aandachtig naar het woord van God geluisterd worden, opdat de mens door zijn leven volgens dit woord in het bezit van de kracht uit God komt.
Het is de uiting van Zijn wil, die God door Zijn woord de mensen toe doet komen. Als de mens nu de wil van God doet, dan verzet hij zich niet meer tegen zijn Schepper, maar hij erkent Hem. Hij heeft nu de juiste verhouding tot God en is niet meer tegen de Heer, maar hij is met Hem. Hij verbindt zich met God en onderwerpt zich aan Hem en doet van nu af aan niet meer zijn eigen wil, maar de wil van God.
Ofschoon de mens nog op aarde is, is hij al een kandidaat voor het geestelijke rijk, want hij heeft de proeftijd op aarde doorstaan, die hem alleen maar gegeven werd om tijdens deze proeftijd de vereniging met God te vinden. De goddelijke liefde zelf nadert hem nu en blijft in een nauwe verbinding met hem. Ze voedt hem voortdurend met het woord, dat voor hem het brood uit de hemel is. Want God laaft de mens nu met de spijs uit de hemel. Hij geeft Zichzelf in het woord aan hem en is dus onafgebroken bij hem. Hij geeft hem de kennis van de waarheid en Hij maakt de mens tot lichtdrager. Die zal nu vanuit zijn liefde, daar hij nu eveneens bereidwillig is om lief te hebben en het goddelijke geschenk door zou willen geven, weer werkzaam zijn.
En nu zullen ook de bereidwillige medemensen zich mogen laven aan de tafel van de Heer. Ook hen wordt het brood door het woord aangereikt, zonder welke de mens niet de kracht heeft om de opwaartse weg te gaan. En degene die hongert en dorst naar het geschenk uit de hemel zal verzadigd worden. Er zal een ononderbroken geven en ontvangen zijn van dat, wat God Zelf uitdeelt aan degenen, die Hem toegang verlenen tot hun hart. God Zelf wil werkzaam zijn in hen en daarom verlangt Hij ook telkens weer toegang.
Als een mens Zijn kloppen niet hoort, als hij het niet horen wil wanneer de goddelijke stem zachtjes hoorbaar klinkt, wordt Zijn stem luider. Dan komt Hij in de vorm van leed naar de mensen en wil Zich herkenbaar maken en hen Zijn hulp aanbieden. Hij eist alleen maar, dat ze Hem gehoor schenken, dat ze acht slaan op Zijn stem, dat ze hun hart niet afsluiten voor Zijn waarschuwende stem. Want zonder Zijn woord kan de mens zijn gang over de aarde niet volgens de goddelijke liefde leiden, want het ontbreekt hem zonder Zijn woord aan elke kracht.
Amen
Traduttore