Nella cosciente invocazione a Dio consiste il Potere più grande. L’uomo può ottenere tutto con Lui, la cui predisposizione d’animo verso Dio è in modo che entri con Lui in contatto, quando si trova in una miseria terrena o spirituale, perché può essere liberato da ogni preoccupazione. Ora provvede Qualcun altro per lui, il Cui Potere è più grande. Dio ha liberato ai Suoi figli un Ponte verso Lui, la preghiera. Chi utilizza questo Ponte, ha sempre e continuamente la possibilità di portarGli le sue preoccupazioni e miserie; e portare a Dio le preoccupazioni significa esserne privato, perché Dio toglie la sofferenza ad ogni uomo che è volonteroso, più Gli viene portata la preoccupazione con fiducia. Se l’uomo si è liberato solamente una volta dal sentimento dell’insuperabile lontananza da Dio, si sente anche la Sua creatura, se riconosce quindi la sua appartenenza a Dio, allora è giusta anche la sua preghiera, perché ora parlerà come un figlio con il suo Creatore, con suo Padre dall’Eternità e verrà a Lui chiedendo in tutte le sue miserie. L’uomo è impotente, qualunque cosa intraprende può essere portato a termine secondo il desiderio soltanto quando Dio da il Suo Assenso. Se quindi l’uomo vuole diventare padrone con la propria forza delle sue preoccupazioni e sofferenze senza l’Aiuto divino, la sua fatica ed il suo tendere sarà comunque senza successo, se Dio non da il Suo Assenso. Ogni riuscita dipende da Dio, e comprensibilmente Dio assisterà l’uomo il quale viene direttamente a Lui e chiede la Sua Assistenza. La giusta preghiera testimonia del giusto rapporto figliale che Dio vuole sapere stabilito, ed allora entra in Azione l’Amore Paterno ed Egli adempie all’uomo ogni preghiera. La frequentazione con Dio deve essere libera da ogni esteriorità, come deve anche essere libero dall’esagerata sottomissione, che si manifesta nel comportamento e nella gesticolazione. Il rapporto del figlio verso il Padre deve essere confidenziale, ben infantile e sottomesso nell’obbedienza, ma l’intimo amore deve unire il figlio con il Padre. Un tale rapporto intimo deve anche procurare al figlio l’esaudimento di ogni richiesta, perché Dio E’ l’Amore, e l’Amore non nega nulla a Suo figlio di ciò che gli crea gioia. Il figlio può anche esprimere delle richieste terrene per quanto venga riconosciuto che l’Amore Paterno dona al figlio com’è adeguato per lui. Questa conoscenza ha per conseguenza che l’ esaudimento di ogni preghiera deve essere affidato al Padre, che il figlio preghi “Padre, la Tua Volontà sia fatta” e che ora si da fiducioso all’Amore Paterno ed accoglie dalla Sua Mano con dedizione ciò che gli è destinato. La fede dev’essere alla base di ogni preghiera e la fiducia nella Sua Bontà e Sapienza, allora il figlio terreno lascia l’esaudimento della sua richiesta al Padre celeste, ed allora la preghiera è così come è compiacente a Lui, ed Egli l’esaudirà.
Amen
TraduttoreIn het bewust aanroepen van God ligt de grootste kracht. Alles kan bereikt worden door de mens van wie de instelling tegenover God zo is dat hij met Hem in verbinding treedt als hij zich in aardse of geestelijke nood bevindt, want dan kan hij van elke zorg bevrijd zijn. Er zorgt nu aan ander voor hem Wiens macht de grootste is. God heeft Zijn kinderen een brug naar Hem ontsloten: het gebed. Wie deze brug gebruikt heeft voortdurend de mogelijkheid aan Hem de zorgen en noden voor te leggen. En God de zorgen te kunnen voorleggen betekent ook: er vrij van te worden. Want God neemt van ieder mens het leed af, des te gewilliger en met des te meer vertrouwen het aan Hem wordt voorgelegd.
Heeft de mens zich eerst eenmaal vrijgemaakt van het gevoel van een onoverbrugbare afstand tot God, voelt hij zich als Zijn schepsel, ziet hij dus in dat hij aan God toebehoort, dan is ook zijn gebed juist. Want hij zal nu met zijn Schepper, zijn Vader van eeuwigheid spreken als een kind en zich vertrouwelijk tot Hem wenden in al zijn noden. De mens is machteloos, wat hij ook begint. Het kan alleen dan naar wens worden afgehandeld, wanneer God Zijn toestemming geeft.
Wil de mens dus uit eigen kracht zijn zorgen en leed de baas worden en goddelijke hulp buiten beschouwing laten, dan zullen zijn moeite en streven toch zonder resultaat zijn wanneer God Zijn toestemming niet geeft. Al het welslagen is toch afhankelijk van God en begrijpelijkerwijs zal God bijstand verlenen aan de mens die rechtstreeks naar Hem komt en om Zijn bijstand vraagt. Het juiste gebed getuigt van de juiste kinderlijke verhouding die God tot stand wil hebben gebracht. En dan komt de vaderliefde in actie en Hij vervult de mens elke vraag.
De omgang met God moet vrij zijn van alle uiterlijkheden, evenals die ook vrij moet zijn van overdreven onderworpenheid die in houding en gebaren tot uitdrukking komt. De verhouding van het kind tot de Vader moet vertrouwelijk zijn, wel kinderlijk toegenegen en onderdanig in gehoorzaamheid, maar innige liefde moet het kind met de Vader verbinden. Zo’n innige verhouding moet het kind ook vervulling van allerlei verzoeken opleveren, want God is de Liefde en de Liefde weigert Zijn kind niets wat hem vreugde brengt. Ook aardse verzoeken zal het kind mogen uitspreken voor zover het heeft ingezien dat de liefde van de Vader het kind zo bedenkt, zoals het voor hem bevorderlijk is.
Dit inzicht heeft tot gevolg dat de vervulling van elk verzoek aan de Vader wordt overgelaten, dat het kind bidt: "Vader, uw wil geschiede" en dat het zich nu vol vertrouwen aan de liefde van de Vader overgeeft en gelaten uit Zijn hand in ontvangst neemt wat het is toebedacht. Geloof en vertrouwen op Zijn goedheid en wijsheid moet aan elk gebed ten grondslag liggen. Dan laat het mensenkind de vervulling van zijn vragen over aan de hemelse Vader en dan is het gebed zoals het Hem welgevallig is en Hij zal het verhoren.
Amen
Traduttore