L’uomo deve amare e soffrire affinché diventi libero dalle catene, perché l’amore lo libera, e nella sofferenza l’uomo trova Dio. Si libera quindi dal potere oscuro e si unisce coscientemente con Dio, se porta tutta la sofferenza per il Signore. Gesù Cristo ha preso sulle Sue Spalle tutta la sofferenza e tutta la colpa di peccato ed ha ridato con ciò all’umanità la libertà dello spirito. Se ora l’uomo fa lo stesso, se anche lui prende su di sé per amore la sofferenza del prossimo oppure lo aiuta a portarla, lo stato di sofferenza viene sospeso e l’uomo viene messo in una certa libertà, perché ora potrà agire ed operare secondo il suo beneplacito. Ogni stato di costrizione è collegato con degli impedimenti, che limitano ogni attività, lo stato libero invece rende felice, dato che alla spinta d’attività ora non sono più poste delle barriere. Perciò l’uomo deve tendere a mettersi in questo stato libero, che si libera tramite l’amore, mentre guida la sofferenza del prossimo e lo aiuta a portarla. L’amore e la sofferenza incorporano per noi la sofferenza ed il morire di Gesù sulla Croce. Solo un ultragrande Amore poteva farcela, a prendere su di Sé con piena Consapevolezza, la colpa di peccato, soltanto l’Amore ha preso su di Sé volontariamente la sofferenza degli uomini, perché l’Amore del Salvatore era ultragrande, il divino Redentore compiangeva l’umanità, perciò ha assunto la Carne ed il Sangue, per agire riconosciuto fra i Suoi. Lui conosceva lo stato legato degli uomini e cercava di aiutarli, mentre Lui ha sofferto per loro e nel Suo infinito Amore ha cercato di guidarli a Sé. Con la Sua morte sulla Croce ha portato loro la libertà spirituale e quindi Egli li ha redenti dallo stato legato, che dapprima era stata la sorte di coloro, che si adoperavano bensì per un cammino di vita ordinato, ma che erano troppo deboli per poter svincolarsi dal potere dell’avversario. Il Signore li ha provveduti con il Suo Amore ed è morto per loro la morte più amara sulla Croce, per restituire loro la libertà, mentre Egli soffriva per l’umanità. Parteciperà pure all’Opera di Redenzione colui che nell’amore della sofferenza pensa al prossimo e prende volonterosamente e rassegnato questa sofferenza su di sé, per sgravare ciò che è destinato a portare una grande sofferenza. Il badare sempre nell’amore al prossimo e cercare di lenire la sua sofferenza avrà per conseguenza la più grande ricompensa, viene pure perpetrata la divina Opera di Redenzione, perché non è ancora venuta l’ora che mette l’uomo un limite, può ancora agire senza qualsiasi non-libertà, gli è ancora messo nel cuore sia l’amore come anche la Grazia di Dio oppure reso accessibile, affinché possa attivarsi amorevolmente e gli fa riconoscere nella Grazia divina anche la sofferenza, che sprona la sua volontà ad essere attivo aiutando.
Amen
TraduttoreDe mens moet liefhebben en lijden, opdat hij vrijkomt uit iedere boei. Want de liefde verlost hem en in leed vindt de mens de weg naar God. Hij bevrijdt zich dus van de duistere macht en verbindt zich bewust met God als hij alle leed draagt voor de Heer. Jezus Christus nam alle leed en alle zondenschuld op Zijn schouders en gaf de mensheid daardoor de vrijheid van de geest terug. Als de mens nu hetzelfde doet, als hij ook in liefde het leed van de medemensen op zich neemt of hem helpt te dragen, zal de toestand van lijden beëindigd worden en wordt de mens dus in een zekere vrijheid geplaatst, want hij zal nu naar believen kunnen regeren en heersen.
Elke dwangtoestand is verbonden met belemmeringen, die deze werkzaamheid schaden. De vrije toestand is daarentegen gelukkig makend, omdat aan de drang tot werkzaamheid nu geen grenzen gesteld zijn. En daarom moet nagestreefd worden, dat de mens zichzelf in deze vrije toestand brengt, dat hij zichzelf door de liefde bevrijdt, doordat hij het leed van de medemensen beïnvloedt en meehelpt het te dragen.
Liefde en leed belichamen voor ons het lijden en sterven van Jezus aan het kruis. Alleen Zijn enorme liefde speelde het klaar om met vol bewustzijn de zondenschuld op Zich te nemen. Alleen de liefde nam bereidwillig het leed van de mensen op zich. Want de liefde van de Heiland was buitengewoon groot. De goddelijke Verlosser had medelijden met de mensheid en daarom nam Hij vlees en bloed aan om erkend onder de Zijnen werkzaam te zijn.
Hij wist van de geboeide toestand van de mensen en probeerde hen te helpen, doordat Hij voor hen leed en hen in Zijn eindeloze liefde tot Zich probeerde te leiden. Hij bracht hen door Zijn dood aan het kruis de geestelijke vrijheid en zodoende verloste Hij hen uit de gebonden toestand, die voorheen het lot was van degenen, die wel moeite deden voor een beschaafde levenswandel, maar te zwak waren om zich te kunnen ontworstelen aan de macht van de tegenstander. En hier dacht de Heer aan in Zijn liefde en stierf voor hen de bitterste dood aan het kruis om hen de vrijheid terug te geven, doordat Hij leed voor de mensheid.
En zo zal diegene aan het verlossingswerk deelhebben, die in liefde aan het leed van de medemensen denkt en dit leed bereidwillig en berustend op zich neemt om dat te ontlasten, wat ervoor bestemd is om het grootste leed te dragen. Steeds in liefde acht slaan op de naasten en diens lijden proberen te verminderen zal het grootste loon opleveren. Het goddelijke verlossingswerk wordt in zekere zin voortgezet, want het moment, dat voor de mens de grens getrokken wordt, is nog niet gekomen. Hij kan nog werkzaam zijn zonder onvrij te zijn. Hem is zowel de liefde als ook de genade van God in het hart gelegd of voor hem toegankelijk gemaakt, opdat hij liefhebbend werkzaam kan zijn en de goddelijke genade hem ook het lijden laat leren kennen, dat zijn wil aanspoort om hulpvaardig werkzaam te zijn.
Amen
Traduttore