E’ una lotta inutile che il mondo conduce, perché non porterà ad alcun risultato soddisfacente. Viene deciso dal Signore del Cielo e della Terra, che questa venga terminata in un altro modo di come il mondo lo spera. Ma questa fine sarà indescrivibile. Il rumore di lotta viene ancora superato dalla Voce di Dio che suona dall’Alto. Provocherà uno smisurato caos tra gli uomini, perché nessun comando umano potrà incuterle un freno, e gli uomini devono lasciare passare su di loro impotenti i Mandati del Signore. Ed ora viene lasciato ad ogni singolo di riconoscere la Mano di Dio e di sottomettersi o di ribellarsi contro il destino che lo colpisce. Perché il pensare dell’umanità deve venire rivolta violentemente su Dio, e benedetto colui che trova questa via e riconosce Dio come Causa di tutto l’avvenimento e si affida a Lui ed alla Sua Grazia. Ma questi saranno solo pochi, perché lo spirito degli uomini è abbagliato, le loro chiarificazioni del nuovo tempo hanno fatto perdere loro la fede in un Essere il Quale decide tutto sulla Terra, e nella loro predisposizione d’animo arrogante trovano difficilmente la via del ritorno da Dio, e questa arroganza spirituale è la loro rovina. Soltanto chi si sente piccolo ed impotente e chiede Aiuto a Dio, costui conserverà la sua vita, anche se la perde sulla Terra. Ma chi crede di non aver bisogno dell’Aiuto di Dio, si è giocata la sua vita in modo terreno e spirituale. E se Dio gli lascia ciononostante la vita terrena, è questo soltanto un atto della massima Misericordia, affinché debba lo stesso conquistare la conoscenza sulla Terra. Perché il Signore conosce i cuori, Egli vede negli angoli più lontani, Egli riconosce ogni moto e non lascia andare in rovina ciò che è ancora possibile salvare. E chi in mezzo agli spaventi chiede Aiuto a Dio il Signore, nel cuore di costui entra una meravigliosa calma, riconoscerà all’improvviso la vita terrena senza valore, se non è accompagnata da profonda fede, e questa riconoscenza lo induce a sacrificare ora volontariamente ciò che prima gli sembrava allettante. Egli si concede volontariamente al Signore e coglie ora dalla Sua mano - o vita o morte -. Egli sacrifica soltanto il suo corpo, per risvegliarsi nell’aldilà alla Vita. E così il suo trapasso da questo mondo non è un fallimento, ma resurrezione ad una Vita migliore. La Volontà divina assegna ad ognuno il suo posto, Egli toglierà dal mondo colui il cui tempo è terminato e riconsegnerà al mondo colui il cui cammino terreno non ancora completato. Perché Nulla è arbitrario di ciò che avviene, ma è tutto deciso dalla Saggezza ed Amore di Dio. Ma chi poi ancora non riconosce la Mano di Dio, la sua anima è in grave bisogno, perché per questa non esiste alcun mezzo di salvezza. Lei ha infinitamente ingrandita la distanza da Dio durante la sua esistenza terrena e tende di nuovo verso lo stato bandito, quindi il suo cammino sulla Terra è completamente inutile, dato che non riconosce Dio. E per via di tali anime Dio fa risuonare la Sua Potenza. Ma se anche questa Chiamata si estingue senza essere stata sentita, allora il destino di queste anime è solo eterna dannazione.
Amen
TraduttoreHet is een vergeefse strijd, die de mensen tegen elkaar voeren, want ze zal tot geen bevredigend resultaat leiden. Het is door de Heer van hemel en aarde besloten, dat deze wordt beëindigd op een andere manier dan de mensen hopen. Dit einde zal echter onbeschrijfelijk zijn. Het gebulder van de strijd zal nog worden overstemd door de Stem van God, Die van boven klinkt. Ze zal een mateloze verwarring aanrichten onder de mensen, want geen menselijk bevel zal haar kunnen gebieden te stoppen en machteloos moeten de mensen over zich heen laten gaan, wat de Heer hen zendt.
En nu zal het aan ieder afzonderlijk blijven overgelaten, de Hand Gods te herkennen en zich eraan te onderwerpen, of zich te verzetten tegen het lot dat hem overkomt. Want het denken der mensheid moet met geweld op God worden gericht. En gezegend is hij, die deze weg vindt en God als Veroorzaker van al het gebeuren onderkent en zich aan Hem en Zijn genade aanbeveelt.
Doch van dezen zullen er weinige zijn, want de geest van de mensen is verblind. Hun hedendaagse voorlichtingen hebben hen het geloof doen verliezen aan een Wezen, Dat alles bepaalt op aarde. En in hun hoogmoedige instelling vinden ze moeilijk de weg naar God terug en deze geestelijke arrogantie is hun verderf. Alleen wie zich klein en machteloos voelt en God aanroept om hulp, zal zijn leven behouden, al offert hij het ook stoffelijk. Maar wie gelooft Gods hulp niet nodig te hebben, heeft zijn leven stoffelijk en geestelijk verspeeld. En als God hen toch nog het aardse leven laat, is dit alleen een daad van grootste barmhartigheid, opdat hij het inzicht toch nog op aarde zal verkrijgen. Want de Heer kent de harten. Hij kijkt in het verst verborgen hoekje. Hij onderkent elke opwelling en zal niet ten onder laten gaan, wat nog gered kan worden.
En wie temidden van de verschrikkingen God de Heer aanroept om hulp, in diens hart zal een wonderlijke rust komen. Hij zal het aardse leven ineens als waardeloos inzien, wanneer dit niet samengaat met een diep geloof. En dit inzicht laat hem nu gewillig prijsgeven, wat hem tevoren begerenswaardig toescheen. Hij vertrouwt zich gewillig toe aan de Heer en aanvaardt uit Diens Hand nu leven of dood. Hij geeft echter alleen zijn lichaam weg om in het hiernamaals te ontwaken ten leven. En dus is zijn heengaan van de wereld geen ondergang, maar de opstanding tot een beter leven.
De goddelijke Wil wijst ieder zijn plaats aan. Hij zal van de wereld wegnemen wiens tijd is beëindigd en Hij zal de wereld teruggeven wiens aardse bestaan nog niet is voltooid. Want wat gebeurt is niet willekeurig. Integendeel, alles is door Gods Wijsheid en Liefde bepaald.
Maar wie ook dan nog de Hand Gods niet herkent, diens ziel is in grote nood. Want voor haar is er geen middel tot verlossing. Ze heeft de verwijdering van God oneindig vergroot gedurende haar bestaan op aarde en stuurt weer aan op de gekluisterde toestand. Dus is haar gang over de aarde volkomen nutteloos, daar ze God niet onderkent. En terwille van dergelijke zielen laat God Zijn geweldige Stem weerklinken. Maar wordt er naar deze roep niet geluisterd, dan is het lot van deze ziel enkel eeuwige verdoeming.
Amen
Traduttore