Parole non possono esprimere con quale Amore il Padre nel Cielo assiste i Suoi figli. Egli E’ sempre e continuamente preoccupato per le Sue creature e vuole sempre soltanto conquistare il loro amore, affinché vengano a Lui e rimangano con Lui in tutta l’Eternità. E la Sua Preoccupazione è rivolta soprattutto a coloro che si lasciano trascinare dalla corrente del tempo, non badando al grande pericolo di seguire queste correnti e di perdere sotto i pedi il suolo fermo, la fede in Dio, che gli è sostegno ed appoggio nella vita terrena. La loro volontà non è rivolta né al Bene nel al male, non cercano il male, però non prestano nessuna resistenza quando si avvicina loro. Non sono però nemmeno distolti con evidenza dal Bene, ma loro stessi non si attivano in opere d’amore; non sono né ardenti né freddi, ma senza qualsiasi propria spinta all’attività. E così non hanno nessuna meta davanti agli occhi, e la loro vita è vuota e sarebbe vissuta invano se il Padre nel Cielo non li volesse disturbare dalla loro oziosa calma. Questi uomini sovente devono essere colpiti molto duramente, prima di perdere la loro indifferenza ed adoperarsi per un pensare diverso. Solo la più profonda solitudine e la sofferenza più dolorosa possono anche lasciare un’impressione su queste anime, e sovente il successo di ciò è anche solo indignazione o amarezza, perché chiudono occhio ed orecchio alla sofferenza dei prossimi, e nulla di ciò che colpisce l’altro, smuove la loro compassione. Quindi, Dio deve farSi notare in un altro modo, che significa per gli uomini miseria ed affanno, perché non viene riconosciuto il Suo Amore più intimo, e l’uomo nella spensieratezza non trova più la via verso di Lui. E la via che percorre, conduce nello smarrimento. Perciò gli uomini saranno colpiti da una innominabile miseria che nell’affanno del tempo non riconoscono la Mano di Dio, innominabile è la sofferenza che devono sentire su sé stessi. Ed il Signore attende, finché non giunge a Lui la chiamata dal cuore dell’uomo, e quell’ora sarà benedetta e la conseguenza di una tale sofferenza sarà un risveglio spirituale, nel quale l’uomo trova la via verso Dio, perché solo ora comincia a pensare alla sua anima. Non è più sospinto senza volontà nel vortice della vita, ma sta con i piedi piantati al suolo fermo, è diventato credente ed ora cerca Dio sempre ed ovunque.
Amen
TraduttoreWoorden zijn niet in staat om uit te drukken met welke liefde de Vader in de hemel voor Zijn kinderen zorgt. Hij is voortdurend om Zijn schepselen bezorgd en Hij wil steeds alleen maar hun liefde verkrijgen, opdat ze tot Hem komen en tot in alle eeuwigheid bij Hem blijven.
En Zijn zorg betreft in het bijzonder degenen, die zich onbezorgd mee laten drijven op de stroom van de tijd, die ongeacht het grote gevaar zich bij deze stromingen aansluiten en de vaste bodem onder hun voeten verliezen: het geloof in God, Die voor hen houvast en ondersteuning in het aardse leven is. Hun wil is noch naar het goede, noch naar het kwaad toegekeerd. Ze zoeken het kwaad niet, maar ze bieden er ook geen weerstand tegen, als ze er mee geconfronteerd worden. Ze hebben zich ook niet duidelijk van het goede afgekeerd, maar ze houden zichzelf ook niet bezig met werken van liefde. Ze zijn noch heet, noch koud, maar ze zijn zonder elke eigen drang om werkzaam te zijn. En dus hebben ze geen doel voor ogen en hun leven is leeg en zou nutteloos geleefd zijn, als de Vader in de hemel hen niet in hun trage rust zou willen storen.
Deze mensen moeten vaak heel hard getroffen worden, voordat ze hun kalmte verliezen en naar een ander denken streven. Alleen de diepste eenzaamheid en het smartelijkste leed zijn in staat om een indruk op deze zielen achter te laten en vaak is daar slechts ook alleen maar woede of verbittering het resultaat van. Want ze sluiten hun ogen en oren voor het lijden van de medemensen en niets wekt, wat dit betreft, hun medelijden op.
Dus moet God op een manier de aandacht trekken, die nood en narigheid voor de mens betekent. Want Zijn innigste liefde wordt niet herkend en de mens vindt in zijn zorgeloosheid de weg naar Hem niet meer terug. En de weg, die hij gaat, brengt hem op een dwaalspoor. Onuitsprekelijke ellende zal de mensen, die in de nood van de tijd de hand van God nog niet herkennen, daarom treffen. Onuitsprekelijk leed, dat ze zelf zullen voelen.
En de Heer zal wachten tot de roep uit het hart van de mens tot Hem doordringt. En het uur, waarin de mens de weg naar God vindt, zal gezegend zijn en een geestelijk ontwaken zal het gevolg van dit lijden zijn. Want nu pas begint hij te streven en aan zijn ziel te denken. Want hij drijft niet meer willoos in de maalstroom van het leven, maar hij heeft vaste bodem onder de voeten. Hij is gelovig geworden en zoekt God nu altijd en overal.
Amen
Traduttore