Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Il sapere spirituale (riassunto) - Il compito di esseri insegnanti

Il sapere spirituale comprende i più impensabili riassunti, ed un pre-istruito in un tale sapere non è mai straordinariamente attivo mentalmente. Solo l’ascolto più volte verso l’interno gli viene posto come compito, e così i risultati vengono quindi ricevuti nel cuore e devono anche essere trasmessi dal cuore. Ora l’intelletto elabora ciò che è stato accolto dal cuore e fa bene, a non voler apportare propri miglioramenti a ciò che gli era stato offerto chiaramente. Lo spirito da Dio nell’uomo si manifesta semplice, schietto e comprensibile, e proprio per questo la Parola divina ricevuta può durare dei tempi e trovare accesso ovunque. Il pensare dell’uomo a volte si deforma, la percezione del cuore però rimarrà eternamente la stessa, se la volontà nell’uomo desidera la Verità e la Sapienza. Se ora ad un uomo viene trasmesso un sapere così straordinario, allora questo non avviene unicamente per via di un uomo, ma questo è la bocca, attraverso la quale il Signore parla alle Sue creature. Lui se ne serve, per non mettere agli uomini a rischio la libertà di fede, ma trasmette sempre soltanto la Sua Parola, le manifestazioni della Sua Parola, attraverso la bocca d’uomo. E questa Parola non può essere trasmessa in un volume limitato, perché tutto il misurato, scarso o limitato non potrebbe essere chiamato divino. La Parola di Dio è senza fine, proprio come la Sua Forza e Potenza non trova mai una fine. E così il figlio terreno deve soltanto voler ricevere, allora gli giunge illimitatamente la Parola e quindi attraverso la Parola anche il sapere. Il sapere deve di conseguenza estendersi su tutti i campi, e da Dio non gli può essere posta nessuna fine, finché l’uomo stesso non mette fine a questa ricezione attraverso la sua volontà. L’attività d’insegnamento degli esseri nell’aldilà è quindi un compito che non finisce mai, che però per l’essere insegnante significa una onorificenza perché è un indiretto ricevere e condurre oltre la Forza divina, che è incredibilmente beatificante per questo essere insegnante e quindi rimane in certo qual modo uno stato di Beatitudine, finché rimangono in contatto la parte donante e ricevente. Perché tutto ciò che procede da Dio, ciò che Dio dà, dev’essere per l’essere che riceve, una sensazione di Beatitudine. E comprensibilmente anche tutto il sapere deve aver l’effetto beatificante, perché colui, che pensa bene vorrà impiegare questo sapere per istruire gli ignari; vorrà distribuire proprio come ha ricevuto, ed il dare sarà per lui uno stato beato, ha ricevuto la Sapienza e quindi è diventato portatore di Forza e come tale donante e ricevente, e quindi uno strumento di Dio, che Lo serve senza sosta.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Geestelijke kennis (conclusie) – Opdracht van de onderwijzende wezens

De geestelijke kennis omvat de onnoemelijkste conclusies en iemand, die met zo’n kennis gevormd is, is nooit buitengewoon actief met zijn gedachten. Slechts het vaker aandachtig luisteren naar de innerlijke stem is hem tot opdracht gemaakt. En zo worden de resultaten dus in het hart ontvangen en moeten ze ook door het hart overgedragen worden. Het verstand verwerkt nu datgene, wat door het hart opgenomen is en het doet er goed aan om zich niet voor te nemen eigen verbeteringen aan te willen brengen aan hetgeen hem duidelijk geboden is.

Eenvoudig, sober en begrijpelijk komt de geest van God tot uiting in de mens en juist daarom kan het ontvangen goddelijke woord tijden doorstaan en overal ingang vinden. Het denken van de mens is soms misvormd, maar het ervaren van het hart zal eeuwig hetzelfde blijven, als de wil in de mens naar waarheid en goddelijke wijsheid verlangt.

Als nu een zo buitengewoon weten aan een mens gegeven wordt, dan gebeurt dat niet alleen ter wille van één mens, want dit is alleen maar de mond, waardoor de Heer tot Zijn schepselen spreekt. Hij bedient zich alleen maar van deze mens om de vrijheid van geloof van de mens niet in gevaar te brengen, maar geeft Zijn woord, die uitingen zijn van Zijn wil, steeds alleen maar door de mond van een mens.

En dit woord kan niet in beperkte omvang gegeven worden, omdat al het gedoseerde, karige of begrensde niet goddelijk genoemd zou kunnen worden. Gods woord is eindeloos, zoals Zijn kracht en macht nooit een einde vinden zal. En dus hoeft het mensenkind alleen maar te willen ontvangen en dan wordt het woord hem onbeperkt toegestuurd en dus door het woord ook de kennis. En dus moet de kennis zich over alle gebieden uitstrekken en er kan hier van God uit geen einde aan gemaakt worden, zolang de mens zelf door zijn wil geen einde aan dit ontvangen maakt.

De onderwijzende werkzaamheid van de wezens in het hiernamaals is dus eveneens een nooit eindigende opdracht, die echter voor het onderwijzende wezen een onderscheiding betekent, omdat het een indirect ontvangen en doorgeven van goddelijke kracht is, dat ongelofelijk zaligmakend is voor dit onderwijzende wezen en die dus om zo te zeggen in een zalige toestand blijft, zolang het gevende en ontvangende deel met elkaar in contact blijven. Want onvermijdelijk moet alles, wat van God uitgaat, wat God geeft, voor het wezen dat ontvangt, een gevoel van zaligheid teweegbrengen.

En begrijpelijkerwijs moet ook alle kennis een zaligmakende uitwerking hebben, want de weldenkende mens zal deze kennis altijd willen gebruiken voor het onderwijzen van de onwetenden. Hij zal eveneens uit willen delen, wat hij ontvangen heeft en het geven zal voor hem een zalige toestand zijn. Hij heeft wijsheid ontvangen en is dus drager van kracht geworden en als zodanig ontvangend en gevend. En dus een werktuig van God, dat Hem onophoudelijk dient.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling