Ed il Mio Regno è venuto dall’Alto, e l’umanità non lo crede. Si crede sapiente e sosta comunque nella più profonda oscurità dello spirito, ed ogni tentativo di scuoterla dal sonno, fallisce, perché la notte della morte tiene circondata l’anima, e non viene desiderato il giorno con la sua Luce. E tutto indica il tempo di cui fu fatta menzione sulla Terra. E così ascoltate dunque: Voi tutti che credete di camminare nello Spirito del Signore, osservate l’avvenimento del mondo, non provvedete al vostro bene temporale, ma pensate al tempo infinitamente lungo nell’Eternità, che porta la più amara sofferenza a coloro che sulla Terra non Mi hanno trovato. Perciò prendete su di voi tutto ciò che il mondo vi vuole causare, se con ciò potete soltanto assistere aiutando i molti smarriti. Non lasciate gli smarriti al loro destino, ma cercate di portare loro aiuto, perché se camminate nell’amore per Me, questi tentativi saranno benedetti, ma dovete prendere volenterosi su di voi la sofferenza della Terra e portarla con Me, vostro Salvatore e Redentore, perché la Terra sarà un unico incendio, perché si cerca dappertutto di staccarsi da Me e nel possesso terreno il risarcimento per ciò che si deve lasciare. Il tempo prezioso sulla Terra passa inutilizzato dagli uomini e porta solamente ancora la totale decadenza da Dio, al Quale si deve appunto tendere. Il calore del Sole non è in grado di irrompere nel gelo dei cuori, ed una volta sarà tormentoso lo stato senza i raggi riscaldanti del Sole, perché chi sosta nella notte, si sottrae al benefico effetto del divino Sole di Grazia; la sofferenza sulla Terra vi dev’essere d’Ammonimento, vi deve annunciare, che camminate ancora nel buio; per voi dev’essere il Mio amorevole Avvertimento di ritornare ancora sulla Terra dal cammino di vita fatto finora e di desiderare ancora la Luce. E riconosciate in ogni avvenimento mondiale l’Agire della Divinità, la Quale vi vuole rendere attenti alla vicina fine di questo tempo, alla purificazione in arrivo di tutto lo spirituale, e così desiderare coscientemente Dio, vostro Creatore e Redentore, affinché non cadiate nell’eterna oscurità. Perché le sofferenze sulla Terra sono solo di breve durata, ma i tormenti nell’aldilà sono infiniti. Il Regno di Dio è disceso, e non è di questo mondo. Non è rivolto al vostro corpo, ma unicamente alla vostra anima. E così lo dovete anche afferrare con l’anima e non domandare, quanto sia adeguato al vostro corpo terreno. Nulla rimarrà esistente di ciò che vi dà al momento gioia in beni terreni, invece sarà imperituro il Regno di Dio, e ben per colui che l’accoglie, quando giunge a lui. Il Mio Regno non è di questo mondo e perciò non può essere nemmeno percepito con occhi corporei, ma vi è possibile afferrarlo con lo spirito, e spiritualmente percepirete anche le Beatitudini e riconoscerete la Verità di tutto ciò che vi ho annunciato al tempo del Mio Cammino sulla Terra. L’immensa miseria sulla Terra Mi ha mosso a prenderMi cura nuovamente degli uomini terreni in tutto l’Amore e Misericordia e di portare nuovamente a loro il Mio Regno, ma il potere dell’avversario ha attizzato così forte la volontà di rifiuto, e la volontà dell’uomo non gli presta nessuna resistenza e si trova comunque nel più grande pericolo. E coloro che riconoscono questo, devono essere attivi per Me e cercare di portare continuamente la Luce a coloro, che camminano ancora nella notte più scura. Non faranno nulla senza la Mia Assistenza. Questa Mia Assicurazione dev’essere loro consolazione e contemporaneamente sprone ad un agire sempre più vivace per Me, perché sono figli Miei per i quali temo e che desidero con tutto l’Amore.
Amen
TraduttoreEn Mijn rijk is van boven gekomen, en de mensheid gelooft het niet. Ze waant zich wetend, maar blijft toch in de diepste duisternis van de geest. En elke poging om haar uit de slaap wakker te schudden, mislukt, want de nacht van de dood houdt de ziel omsloten, en er wordt niet naar de dag met zijn licht verlangd. En alles wijst op de tijd, waar Ik op aarde gewag van gemaakt heb.
En luister dan: Jullie allemaal, die geloven in de geest van de Heer te wandelen, sla acht op het gebeuren in de wereld. Zorg ook niet voor jullie tijdelijk welzijn, maar denk aan de eindeloos lange tijd in de eeuwigheid, die degenen, die op aarde de weg naar Mij niet vonden, het bitterste leed brengt. Aanvaard daarom, wat de wereld jullie wil berokkenen, als jullie daardoor maar de velen, die dwalen, helpend bij kunnen staan. Laat degenen, die dwalen, niet aan het noodlot over, maar probeer hun hulp te bieden, want als jullie in liefde voor Mij wandelen, zullen deze pogingen gezegend zijn. Maar het leed van de aarde moeten jullie gewillig voor Mij, jullie Heiland en Verlosser, op je nemen en dragen.
Want de aarde zal een onvergelijkelijke brandhaard zijn, want overal probeert men zich van Mij te verlossen en is het aardse bezit volop schadeloosstelling voor dat wat men opgeeft. De kostbare tijd op aarde gaat onbenut voor de mensen voorbij en brengt alleen nog maar meer de volledige afval van God, naar Wie ze toch moeten streven. De zon met haar stralen is niet in staat de kou van het hart te doorbreken en eens zal zonder de warme stralen van de zon de toestand kwellend zijn, want wie in de nacht blijft, onttrekt zich aan de weldadige werking van de goddelijke genadezon.
Het leed van de aarde moet een waarschuwing voor jullie zijn. Het moet jullie bekend maken, dat jullie nog in de duisternis wandelen. Het moet voor jullie Mijn liefdevolle waarschuwing zijn om nog op aarde terug te keren van de huidige levenswandel en nog naar het licht te verlangen.
En herken in al het wereldgebeuren het werken van de Godheid, die jullie opmerkzaam wil maken op het naderende einde van deze tijd, op de op komst zijnde reiniging van al het geestelijke. En verlang daarom bewust naar God, jullie Schepper en Verlosser, opdat jullie niet ten prooi vallen aan de eeuwige duisternis. Want het lijden op aarde is slechts van korte duur, maar de kwellingen in het hiernamaals zijn eindeloos.
Het rijk van God is afgedaald en het is niet van deze wereld. Het gaat niet om jullie lichaam, maar alleen om jullie ziel. En dus moeten jullie het ook met de ziel grijpen en niet vragen in hoeverre het bevorderlijk is voor jullie aardse lichaam. Niets, van wat je op dit moment vreugde geeft aan aardse goederen, blijft bestaan. Daarentegen zal het rijk van God onvergankelijk zijn en goed voor degene, die het aanneemt, zoals het tot hem komt. Mijn rijk is niet van deze wereld en kan daarom ook niet met lichamelijke ogen gezien worden. Maar voor jullie is het mogelijk om het met de geest te vatten en geestelijk zullen jullie ook de zaligheden waarnemen en de waarheid herkennen van wat Ik jullie tijdens Mijn gang over de aarde bekend gemaakt heb.
De ontzettende nood op aarde heeft Mij bewogen om de mensenkinderen opnieuw in alle liefde en barmhartigheid te aanvaarden en hen opnieuw dichter bij Mijn rijk te brengen. Maar de macht van de tegenstander heeft de wil om af te wijzen dus sterk aangewakkerd, en de wil van de mens biedt hem geen tegenstand, en hij verkeert toch in het grootste gevaar. En degenen, die dit beseffen, moeten voor Mij werkzaam zijn en vastberaden proberen om licht te brengen bij degenen, die nog in de diepste nacht leven. Zij zullen niets zonder Mijn hulp doen. Deze verzekering van Mij moet hen tot troost zijn en moet tegelijkertijd een aansporing zijn tot steeds actievere arbeid voor Mij, want het zijn Mijn kinderen om wie Ik vrees en naar wie Ik met alle liefde verlang.
Amen
Traduttore