Voi non sapete quanto grande sia la Creazione di Dio, quanto il Signore del Cielo e della Terra ha formato immensamente voluminosa e diversificata questa Creazione e vi si aggiungono sempre di nuovo delle nuove Creazioni, colmando dello Spazio senza vita e calcola nuovamente l’ulteriore sviluppo degli esseri viventi! L’ultimo scopo di ogni Creazione è di guidare lo spirituale più vicino a Dio, e questo rimarrà così in tutta l’Eternità, perché è la Volontà del Creatore di conservare ciò che Egli ha creato. Quello che una volta è proceduto da Dio in tutta la perfezione, deve avere lo stesso stato di Luce, per poter di nuovo ritornare al suo luogo d’Origine. Inoltre dev’aver vissuto, passando attraverso ogni stazione di sviluppo, dev’aver passato ogni Opera di Creazione, per poter una volta far sorgere le stesse formazioni di Creazioni, dato che questo è il compito di tutti gli esseri di Luce nell’Eternità. Così Dio ha posto all’essere una meta, a cui dev’essere rivolto il suo tendere. Egli ha reso dipendente questa meta da una certa maturità e nuovamente lo stato di maturità dal suo tendere spirituale. E perciò ogni Creazione serve nuovamente soltanto sempre allo scopo di stimolare il tendere spirituale e questo ancora maggiormente, più attenzione viene data alla Creazione ed ai suoi migliaia di volte molteplici Miracoli. Chi passa a questi ottuso e cieco, il suo spirito non potrà mai più essere risvegliato, perché dimora ancora troppo sulla Terra con il corpo e con l’anima e non s’interroga sull’inizio e sulla fine. Chi osserva la divina Creazione e gli viene una volta chiaro che dei secoli e secoli non procurano nessun cambiamento nelle leggi della natura, chi lascia volteggiare il suo sguardo sulle infinite variazioni della Creazione divina e poi pensa di nuovo che tutto vive, allora in considerazione di questo pensiero deve sorgere in lui anche la domanda, a quale scopo c’è tutta la vita sulla Terra. Non può rispondere a questa domanda con vuoti modi di parlare se desidera seriamente la Risposta alla domanda, ma deve continuare a seguirla ed alla fine può risponderne solo spiritualmente in modo esauriente. Perché il corso del mondo rimane eternamente lo stesso, le leggi della natura non sottostanno nemmeno a nessun cambiamento temporaneo, è e rimane com’era sin dall’Eternità, sempre nello stesso ritmo, nella stessa regolarità ed in immutato sincronismo, così com’è la Volontà del Creatore sin dall’Eternità. Gli uomini sulla Terra sono impotenti di fronte a queste Leggi. Possono bensì rendersi utili le Forze inesplorate e questo in alta misura, ma non possono per nulla indurre questa Forza ad un altro effetto secondo il proprio beneplacito, non possono usare arbitrariamente una Forza per una altra attività di quanto è determinata da Dio attraverso le Leggi della natura, si devono piuttosto adeguare precisissimamente a queste Leggi della natura, se la Forza non si deve manifestare in modo dannoso. Ed ogni agire contrario punisce sé stesso, perché ogni non osservanza delle Leggi della natura ha per conseguenza una distruzione di ogni materia, ma mai un’edificare o aumentare negli interessi umani di ciò che gli si manifesta visibilmente o che può toccare. L’uomo sulla Terra è già attivo in modo creativo, ma in tutte le azioni si deve sempre sottomettere al divino Creatore ed alla Sua Volontà. Ma il suo compito nell’aldilà invece, nella conoscenza di tutte le Leggi della Creazione e la sua utilità è, di creare nuove formazioni attraverso la sua volontà, che però nello stato di Luce corrisponde totalmente alla Volontà vedere uno stato di felicità, che è molto più beatificante che il vostro misurare umano. E per via di questa meta finale dovete essere continuamente attivi sulla Terra ed aspirare alla perfezione con tutta la Forza.
Amen
TraduttoreJullie weten immers niet, hoe groot de schepping van God is. Hoe onnoemelijk omvangrijk en hoe vol afwisseling de Heer van de hemel en de aarde deze schepping vorm gegeven heeft en hoe er steeds weer nieuwe scheppingen bij komen, uitgestorven ruimten vullend, en weer op de verdere ontwikkeling van de levende wezens berekend.
Het ultieme doel van de hele schepping is om het geestelijke dichter bij God te brengen. En dit zal tot in alle eeuwigheid zo blijven. Want het is de wil van de Schepper om dat te behouden, wat Hij geschapen heeft. Wat eens in alle volmaaktheid van God uitging, moet dezelfde staat van licht hebben om weer tot zijn uitgangssituatie terug te kunnen keren. Het moet verder elk stadium van ontwikkeling doorleefd hebben. Het moet elk scheppingswerk doorgegaan zijn om eens dezelfde scheppingsvormen te kunnen laten ontstaan, omdat dit de opdracht van alle lichtwezens in de eeuwigheid is. Dus heeft God het wezen een doel gegeven, waar hij naar moet streven. Hij heeft dit doel afhankelijk gemaakt van een zekere rijpheid en weer van de staat van rijpheid van zijn geestelijk streven.
En weer daarom dient elke schepping steeds alleen maar het doel om het geestelijk streven te stimuleren. En dit des te meer, hoe meer op de schepping en haar vele duizendvoudige wonderen acht geslagen wordt. De geest van degene, die afgestompt en blind aan hen voorbij gaat, kan nooit opgewekt worden, want hij houdt zich nog te veel met lichaam en ziel met deze aarde bezig en vraagt niet naar het begin en het einde.
Bij degene, die echter de goddelijke schepping bekijkt en voor wie het duidelijk wordt, dat honderden en duizenden jaren geen verandering van de natuurwetten tot stand brengen, die zijn blik over de eindeloze variaties van de goddelijke schepping laat zweven en dan weer bedenkt dat alles leeft, moet dan, gezien deze gedachten, ook de vraag opkomen waarom al het leven op aarde bestaat. Hij kan deze vraag niet met holle frasen beantwoorden, wanneer het beantwoorden van deze vraag hem ernst is, maar hij moet verder streven naar het antwoord en kan haar uiteindelijk alleen maar geestelijk uitputtend beantwoorden.
Want de loop van de wereld blijft eeuwig dezelfde. De natuurwetten zijn eveneens niet onderhevig aan een tijdelijke verandering. Het is en blijft, zoals het van eeuwigheid af was. Steeds in hetzelfde ritme, in dezelfde wetmatigheid en met een onveranderd verloop, zoals het de wil van de Schepper van eeuwigheid af is.
En de mensen op aarde staan machteloos tegenover deze wetten. Ze kunnen zich wel de ondoorgrondelijke krachten ten nutte maken, en dat in grote mate, maar ze kunnen op geen enkele manier deze kracht naar eigen goeddunken een andere werking laten hebben. Ze kunnen niet willekeurig een kracht gebruiken voor iets anders, dan de door God door de natuurwet bepaalde werkzaamheid. Ze moeten zich veeleer uiterst precies aan deze natuurwet aanpassen, wil de kracht niet op een beschadigende manier tot uitdrukking komen. En elke overtreding straft zich vanzelf, want elke veronachtzaming van de natuurwet heeft een verwoesting van alle materie tot gevolg. Maar nooit door een in de menselijke belangstelling liggend opbouwen en toenemen van al dat, wat zich zichtbaar of voelbaar zich aan hem openbaart.
Reeds op aarde is de mens al scheppend bezig. Echter moet hij zich altijd bij alle handelingen aan de goddelijke Schepper en Zijn wil onderwerpen. Daarentegen is het zijn opdracht in het hiernamaals om met inzicht in alle scheppingswetten en hun doelmatigheid onophoudelijk door zijn wil nieuwe scheppingen te creëren, die in de lichttoestand echter volledig met de wil van God overeenstemmen. En om in dit voortbrengen en scheppen een gelukkig makende toestand te zien, die ver voorbij jullie menselijk oordeel, zaligmakend is. En voor dit einddoel moeten jullie op aarde voortdurend werkzaam zijn en met alle kracht streven naar volmaaktheid.
Amen
Traduttore