Diventerete beati, voi che vi mettete a disposizione del Signore. Perché sta scritto che tutti gli Angeli nel Cielo servono il Signore e la Terra si china dinanzi a Lui, e che risplende nella Luce, chi riconosce la Sua Maestà e Gli è sottomesso nel Cielo e sulla Terra. Il mondo può ben concedere il bene terreno, ma non può mai far giungere ai figli terreni la Luce della Verità, perché questo è unicamente possibile a Dio, il Quale E’ la Verità Stessa. E l’uomo più ricco sulla Terra è da chiamare povero, se non cela in sé la Verità, la conoscenza del Creatore e la fede nel Suo infinito Amore, ogni figlio terreno invece è da chiamare smisuratamente ricco, che possiede questi Beni, il cui cuore è colmo d’amore per il Salvatore e nel quale c’è la nostalgia per la conoscenza sempre più profonda. Tutto il terreno deve apparire inutile in vista del più alto Dono di Dio, la Verità da Dio. E chi aiuta per questo ed offre la sua mano, chi attraverso la sua volontà rende accessibile all’umanità la Verità, è un vero discepolo del Signore, un servitore sulla Terra ed un diffusore della Dottrina di Dio secondo la Volontà del Signore. Gli è vicina l’ora della Redenzione, tutto il peso terreno cadrà da lui, e dove crede di servire, egli dominerà, perché la Verità si farà strada, verrà riconosciuta e desiderata, toccherà incredibilmente benefica l’animo dell’uomo, che desidera e tende alla Verità. Dove un’anima sta nella Luce della Verità, aborrirà la menzogna, correrà attraverso tutto il mondo e rimarrà sempre attaccata alla Verità, perché non lascia mai ciò di cui ha preso possesso. Se si cerca di togliere all’anima la Verità, che lei una volta ha riconosciuta, se rinuncia alla lotta, allora cade nell’oscurità. Ma questa è la Preoccupazione del Signore di impedirlo. Egli non abbandona i Suoi figli e lascia risplendere raggiante la Luce, affinché la Verità faccia breccia ed all’anima sia concessa l’Assistenza. E così i servitori del Signore hanno una fervente attività. Gli uomini non afferrano ancora il Miracolo dell’Amore divino. Gli mettono contro ancora un minimo rifiuto e vengono comunque afferrati dalla Potenza dell’Amore. Tutto ciò che è Verità, deve di nuovo esprimersi nell’amore, quello che procede da Dio, come dall’Amore Stesso, deve inevitabilmente condurre anche di nuovo all’Amore; si deve sviluppare nella piena attività ciò che ha la sua origine nell’Amore, ed avrà di conseguenza di nuovo amore. E così la pura Verità risveglierà sempre alla Vita ed afferma la Vita, perché chi l’ha riconosciuta bene, vede nel giusto esaudimento della vita soltanto ora il vero scopo e quindi deve porsi affermativamente verso la Vita. Ciò vuole dire, che l’uomo con la conoscenza, con la giusta consapevolezza di Dio, non può considerare la vita dalla parte negativa, ma si dà lieto e contento alla Potenza divina, sempre con la fiducia di fede, di essere guidato in modo saggio e giusto e con ciò anche essere provvisto con la Forza divina contro tutto l’agire nemico. Gli uomini sovente non riescono ad afferrare come questa Forza si manifesta, ma la fede in questa la fa loro giungere completamente. Perché chi ha l’amore, è nella Verità, e chi è nella fede, ha la Forza di riconoscere la Verità e di vivere nell’amore.
Amen
TraduttoreZalig zullen jullie zijn, als jullie je aan de Heer ter beschikking stellen. Want het staat geschreven dat alle engelen in de hemel de Heer dienen en dat de aarde zich voor Hem buigt. En dat degene, die Zijn majesteit erkent en zich in de hemel en op aarde aan Hem onderwerpt, in het licht straalt.
De wereld kan wel aardse goederen verschaffen, maar nooit het licht van de waarheid aan de mensenkinderen doen toekomen, want dit is alleen voor God, Die de waarheid Zelf is, maar mogelijk. En de rijkste mens op aarde is arm te noemen als hij de waarheid, de herkenning van de Schepper en het geloof in Zijn eindeloze liefde niet in zich bergt. Daarentegen is elk mensenkind, die deze goederen bezit, wiens hart vol is van liefde voor de Heiland en in wie het vurige verlangen naar steeds dieper inzicht aanwezig is, onmetelijk rijk.
Al het aardse moet waardeloos lijken met het oog op het hoogste godsgeschenk: de waarheid uit God. En wie daarbij helpt en zijn hand reikt, wie door zijn wil de waarheid voor de mensheid toegankelijk maakt, is een ware volgeling van de Heer, een dienaar op aarde en een verspreider van de leer van God volgens de wil van de Heer. Voor hem is het moment van de verlossing nabij. Alle aardse moeilijkheden zullen van hem afvallen en waar hij gelooft te dienen, zal hij heersen. Want de waarheid zal de weg effenen. Ze zal beseft en begeerd worden. Ze zal onnoemelijk weldadig het gemoed van de mensen, waar naar waarheid verlangd en gestreefd wordt, raken. Waar een ziel in het licht van de waarheid staat, zal ze de leugen verafschuwen. Ze zal snel door de hele wereld gaan en steeds bij de waarheid blijven, want ze laat nooit datgene los waarvan ze bezit genomen heeft.
Als de waarheid, die ze eens heeft ingezien, van de ziel afgenomen wordt, dan geeft ze de strijd op en valt ten prooi aan de duisternis. Maar het is de zorg van de Heer om dit te voorkomen. Hij verlaat Zijn kinderen niet en laat het licht glanzend stralen, opdat de waarheid zich een weg baant en de ziel bijstand verleend wordt. En zo zijn de dienaren van de Heer ijverig werkzaam. De mensen begrijpen het wonder van de goddelijke liefde nog niet. Ze stellen hier nog een zwakke weerstand tegenover en worden toch door de macht van de liefde gegrepen.
Alles wat waarheid is, moet zich weer in de liefde uiten. Wat van God, als de liefde Zelf, uitgaat, moet onvermijdelijk ook weer tot de liefde leiden. Wat in de liefde zijn oorsprong heeft, moet zich tot volledige werkzaamheid ontwikkelen en dus weer liefde tot zich trekken. En zo zal de zuivere waarheid ook steeds tot leven opwekken en positief staan tegenover het leven, want wie het goed beseft heeft, ziet in de juiste vervulling van het leven nu pas het ware doel en moet zich dus positief ten opzichte van het leven opstellen.
Wat zoveel zeggen wil, dat de mens met het inzicht, met het juiste bewustzijn van God, het leven niet vanuit de negatieve kant beschouwen kan, maar zich blij en opgewekt aan de goddelijke macht overgeeft. Steeds met het gelovige vertrouwen om wijs en juist geleid te worden en dus ook met goddelijke kracht tegen alle vijandelijke werkzaamheid uitgerust te zijn. De mensen kunnen vaak niet begrijpen hoe deze kracht zich uit, maar het geloof hierin, laat hen deze kracht onverminderd toegestuurd worden. Want wie de liefde heeft, is in de waarheid. En wie gelovig is, die heeft de kracht om de waarheid te herkennen en in de liefde te leven.
Amen
Traduttore