Coloro che credono di poter entrare nell’eterna Beatitudine attraverso le Porte, perché apparentemente hanno vissuto sulla Terra facendo del bene e compiuto i loro doveri nell’esteriore, saranno gravemente delusi riconoscendo il loro errore, perché la Benignità del Signore dura bensì in eterno ed Egli non lascia i Suoi nella loro ricompensa non diminuita, ma agli altri verrà la ricompensa che spetta loro. Gli uomini hanno spesso bisogno di un Ammonimento a non considerare così importante la vita corporea, ma a rivolgersi di più alla loro vita spirituale. Ma tali Ammonimenti risuonano quasi sempre inascoltati ed inosservati. Se ora il Padre celeste esige dal figlio terreno tutto l’impegno e costui non esegue l’Esortazione divina, allora non può nemmeno mai ricevere la piena ricompensa, e dovrà accontentarsi di poco oppure cercare di recuperare con tutta la forza ciò che ha mancato di fare nella vita terrena. La grande Benignità del Padre concede all’anima anche nell’aldilà ancora la Grazia di poter tendere e di metterle così una meta raggiungibile, ma dovrà sempre essere considerato che un figlio che già sulla Terra era devoto fedelmente al Padre, deve stare molto più in alto nella reputazione, perché ha appunto impiegato il tempo terreno nell’amore per il Salvatore e si è conquistato un gradino, che nell’aldilà è molto più difficile da raggiungere. Il tempo terreno è un tempo di Grazia, l’incorporazione sulla Terra una Grazia immensamente grande per l’anima. Ma l’essere umano, che utilizza questo tempo di Grazia, dev’essere infinitamente caro al Signore, e la sua ricompensa sarà nuovamente Amore, che lo rende incommensurabilmente felice e che significa la Vita eterna. Ma quanto è poi comprensibile, che il Signore gratifica di meno coloro, che hanno badato poco alla Sua Parola ed il loro cuore non era così colmo dell’amore per Dio. A loro può essere ricompensato solo una piccola parte e devono tendere con tutte le loro forze per raggiungere uno stesso gradino, se vogliono conquistare lo stesso grado dell’eterna Beatitudine, che è destinata ai veri figli di Dio, che hanno aspirato già sulla Terra alla figliolanza di Dio e così vengono anche ricompensati riccamente dal Padre celeste in tutta l’Eternità.
Amen
TraduttoreDegenen die geloven door de poort tot de eeuwige gelukzaligheid te kunnen gaan, omdat ze op aarde schijnbaar rechtschapen geleefd hebben en hun plichten naar buiten toe nagekomen zijn, zullen zwaar teleurgesteld hun dwaling inzien. Want de goedheid van de Heer duurt weliswaar eeuwig en Hij geeft de zijnen onverminderd hun beloning, maar Hij laat niet diegenen loon ontvangen, die het niet toekomt.
De mensen hebben zeer vaak een aanmaning nodig om niet zoveel betekenis aan het lichamelijke leven te hechten, maar zich meer op het geestelijke leven te richten. Dergelijke aanmaningen sterven echter meestal ongehoord en onopgemerkt weg. Wanneer de hemelse Vader nu totale inzet van het mensenkind eist en het komt de goddelijke eis niet na, dan kan het ook nooit het volle loon in ontvangst nemen en het zal zich met minder tevreden moeten stellen of het zal met alle kracht moeten proberen in te halen wat het tijdens het aardse leven verzuimd heeft.
De grote goedheid van de Vader schenkt de ziel ook in het hiernamaals nog de genade om te kunnen streven en voor haar zo een bereikbaar doel te bepalen. Toch zal er steeds in aanmerking genomen worden dat een kind dat reeds op aarde de hemelse Vader trouw toegenegen was, veel hoger in aanzien moet staan, juist omdat het in de tijd op aarde de liefde voor de Heiland op de juiste wijze toegepast heeft en een graad verworven heeft, die in het hiernamaals veel moeilijker te bereiken is.
De tijd op aarde is een tijd van genade. De belichaming op aarde is een onzegbaar grote genade voor de ziel. Maar het menselijke wezen dat deze tijd van genade benut, moet de Heer oneindig dierbaar zijn. Dan zal zijn loon wederom Liefde zijn, die hem onmetelijk gelukkig maakt en die eeuwig leven betekent.
Maar hoe begrijpelijk is het dan dat de Heer diegenen minder beloont, die Zijn Woord minachtten en wier harten niet zo vervuld waren van de liefde voor God. Aan hen kan slechts een kleiner deel worden vergoed en ze moeten zich met al hun krachten inspannen om een zelfde traptrede te bereiken, wanneer ze dezelfde graad van eeuwige gelukzaligheid willen verwerven, als welke gegund is aan de ware kinderen van God, die op aarde het kindschap van God nagestreefd hebben en die zodoende ook door de hemelse Vader rijkelijk toebedeeld worden tot in alle eeuwigheid.
Amen
Traduttore