Benedetti coloro, che sono di buona volontà. Nella profondità del tuo cuore senti le Parole del Salvatore, che a tutti coloro, che amano Dio, è vicina l’ora della loro Redenzione. Ogni figlio che si affida intimamente al Padre, viene accolto dalla schiera degli Angeli, viene protetto da loro finché non entra nel Regno del Padre. Al posto dell’esistenza terrena subentra ora uno stato dell’essere totalmente staccato, nella ricerca dell’infinita Divinità all’anima cadono come scaglie dagli occhi, si ritrova di nuovo in una solitudine e sente soltanto una apparente inspiegabile ardente nostalgia per il Salvatore. Così il Signore annuncia la Sua Vicinanza, e la consapevolezza della sua precedente attività porta l’anima vicina alla sua nuova attività nell’aldilà, perché il tendere sulla Terra alla perfezione continua ora e perciò si unisce sempre più intimamente con il Salvatore. A cui ora tende, rende oltremodo felice, promette la Benedizione agli esseri, che circondano quest’anima, quando sono ancora poco progrediti per l’Eternità. Rende felice l’anima stessa, perché l’amore in lei la spinge al continuo agire per il Regno di Dio. Una misura d’amore per quanto piccola, non va perduto, viene percepito in modo benefico dagli esseri spirituali che cercano e che sono smarriti, che attingono la Forza dall’amore degli esseri spirituali che stanno al di sopra di loro, per lavorare su sé stessi. Attraverso dei millenni delle anime vogliono essere liberate, incalcolabili anime attendono il tempo in cui venga loro incontro l’amore, quello che voi sulla Terra valutate troppo scarsamente. Nell’aldilà potrete riconoscere la Forza dell’Amore divino come la Cosa più sublime. E’ di molto vantaggio per voi, se sacrificate tutto il vostro agire e non agire al Salvatore, allora vi date volontariamente nella Sua Custodia, e tutto sarà per la vostra Benedizione. Date con mani piene e di tutto cuore, ma date sempre soltanto amore, se l’Occhio del Padre deve risposare benevolmente su di voi. E così portate nell’Eternità una misura colma di opere buone, e nel chiaro splendore di queste vi renderà felice la pienezza di Luce, e riconoscerete quale Forza procede dall’amore, come venite sollevati attraverso questa nelle Regioni di delizia celeste. Ma ora il lavoro diventa per voi l’attività che vi rende infinitamente felici, perché non riposerete prima finché non avete indicato anche ad altre anime la via verso il Signore. Vedete il vostro compito nell’aldilà nel condurre degli esseri erranti al Signore e di guidare al Padre i figli Suoi, ed il Signore E’ con voi tutti i giorni, e voi state nel Suo Amore. Dio E’ affezionato a tutti gli esseri, l’uomo terreno non afferra l’Amore e la Bontà di dio, altrimenti non farebbe nemmeno quasi soltanto il minimo per rattristarLo, ma la misura dell’Amore che Egli rivolge ai Suoi, è inesauribile e dura in tutta l’Eternità.
Amen
TraduttoreGezegend zij die van goede wil zijn. In de diepte van je hart verneem je de woorden van de Heiland dat het moment van verlossing nabij is voor allen die God liefhebben. Elk kind dat zich innig aan de Vader toevertrouwt, wordt door de engelenschaar ontvangen. Het wordt door hen beschermd totdat het binnengaat in het rijk van de Vader. In plaats van het aardse bestaan ontstaat er nu een toestand van volledig losgelaten zijn. Tijdens het zoeken naar de oneindige godheid vallen bij de ziel de schellen van de ogen. Ze bevindt zich opnieuw in afzondering en ervaart slechts een brandend verlangen naar de Heiland dat haar onverklaarbaar toeschijnt. Zo maakt de Heer Zijn nabijheid bekend. En het bewustzijn van haar vroegere werkzaamheid brengt de ziel dichter bij haar nieuwe werkzaamheid in het hiernamaals. Want nu zet ze haar aardse streven naar volkomenheid voort en ze verbindt zich daardoor steeds inniger met de Heiland.
Waar ze nu naar streeft, is zo uitermate zaligmakend. Het belooft zegen voor de wezens die deze ziel omgeven en die voor de eeuwigheid nog niet vergevorderd zijn. Het is zaligmakend voor de ziel zelf, want de liefde in haar dringt haar tot onophoudelijk werken voor het rijk Gods. Geen enkele mate van liefde - al is het nog zo klein - gaat verloren. Het wordt als weldadig ervaren door de zoekende en dwalende geestelijke wezens die uit de liefde van de geestelijke wezens die boven hen staan, de kracht putten om aan zichzelf te werken. De zielen willen al duizenden jaren verlost worden, ontelbare wachten op het moment waarop hen liefde tegemoet komt. Wat jullie op aarde veel te weinig waarderen, de kracht van de goddelijke Liefde, zullen jullie in het hiernamaals als het hoogste erkennen.
Het strekt jullie tot voordeel, wanneer jullie al je doen en laten aan de Heiland opofferen. Dan plaatsen jullie je gewillig onder Zijn hoede en zal alles jullie tot zegen strekken. Geef met volle handen en van ganser harte. Maar schenk steeds alleen in liefde, opdat de ogen van de Vader welgevallig op jullie mogen rusten. En zo brengen jullie een mengeling van goede daden naar de eeuwigheid. En in de heldere glans van deze daden zal jullie de overvloed aan licht verblijden en jullie zullen herkennen welk een kracht er van de liefde uitgaat, hoe jullie door haar omhoog geheven worden in regionen van hemelse verrukking. Maar nu wordt het werk jullie tot een oneindige zaligmakende bezigheid, want jullie zullen niet eerder rusten totdat jullie ook andere zielen de weg naar de Heer hebben gewezen. De dwalende wezens naar de Heer te leiden en de Vader Zijn kinderen te doen toekomen, daarin zien jullie je opgave in het hiernamaals.
En de Heer is bij jullie, alle dagen, en jullie vertoeven in Zijn Liefde. God is alle wezens toegenegen. De aardse mens vat de liefde en goedheid van God niet, anders zou hij niet ook maar het geringste doen om Hem te bedroeven. Maar de omvang van de Liefde die Hij tot de zijnen richt, is onuitputtelijk en duurt tot in alle eeuwigheid.
Amen
Traduttore