Compare proclamation with translation

Other translations:

ISUSOVO USKRSNUĆE JE SMRTI UKLONILO ŽALAC

(Hošea 13:14; 1 Korinćanima 15:55)

Čas smrti svakog čovjeka je predodređen.... A ipak on se ne treba bojati smrti pošto to nije njegov stvarni kraj, umjesto toga, on će se ponovno ustati (uskrsnuti).... budući će njegova duša jedino odbaciti njezinu zemaljsku čauru, koja ju je u zemaljskom životu samo sputavala, i ući će u kraljevstvo onostranog neopterećena, pod uvjetom da je njezin način života na Zemlji korespondirao sa Mojom voljom.... da je njegova duša stoga ostvarila određeni stupanj zrelosti na Zemlji. Time, nema kraja, i premda smrt postoji, to jest, mrtvo stanje duše, duša neće biti uništena/nestati. To je razlog zašto Sam umro na križu i opet uskrsnuo trećeg dana, tako da ljudsko biće, to jest, njegova duša, također može doživjeti uskrsnuće, tako da se može ustati iz groba i iznova ući u kraljevstvo, koje je njezin stvaran dom.

Činjenica da duša neće prestati postojati je neopozivi zakon jer.... sve što je proizašlo iz Mene.... jeste i ostat će neuništivo/vječno. A duša je duhovno biće koje je proizašlo iz Mene, time ona nastavlja postojati čak ako će tijelo umrijeti, ali činjenica da se nakon njezine fizičke smrti može ponovno ustati u svjetlu i sjajnosti je postala moguća jedino nakon Mojeg raspeća i Mojeg uskrsnuća, pošto je prije toga ova bila i dalje opterećena izvornim grijehom njezina prošla otpadništva od Mene.... I dalje je postojala tama, grobna tama, kojoj duša nije bila sposobna izmaći.... grobni kamen još nije bio otklonjen Isusom Kristom (Ivan 11:39), Božanskim Iskupiteljem.... drugim riječima: okajanje za te duše još nije bilo izvršeno a bez okajanja krivnje grijeh nije mogao biti iskupljen.... Posljedično tome, u ljudskim je dušama bila jedino tama, njima je nedostajalo sve vjere u uskrsnuće nakon smrti, propali su u hladnu grobnu noć i smrt će postala zastrašujući događaj....

I Ja Sam ustao/uskrsnuo trećeg dana iz mrtvih da bi ljudima dobavio dokaz kako smrt tijela nije kraj, da će duša ponovno ustati i iza sebe jedino ostaviti tijelo, koje još nije toliko produhovljeno da ga može ponijeti sa sobom u duhovno kraljevstvo kao što Sam to Ja bio sposoban učiniti pošto su duša i tijelo bili obučeni u duhovno odijelo i tijelo više nije moralo prolaziti kroz daljnji proces sazrijevanja na ovoj Zemlji.... Kroz Moje uskrsnuće Sam želio otkloniti strah koji su ljudi imali od smrti, želio Sam im dokazati kako duša samo mijenja svoju lokaciju kada odbacuje zemaljsko tijelo, kada nastupi neizbježni čas smrti. Iz tog razloga Sam uskrsnuo iz mrtvih, jer pobijedio Sam smrt, to jest, onog koji je smrt donio na svijet. I ni jedan se čovjek ne treba bojati časa smrti, jer ona je jedino ulazak u stvaran život koji je vječan....

Smrt je izgubila svoj žalac.... Usprkos tome nužno je da ljudsko biće prizna Moje djelo Spasenja i prihvati blagoslove koje Sam za vas zadobio kroz Moju patnju i umiranje na križu.... da sebi dopusti biti iskupljen od strane Isusa Krista, da je stoga njegov izvorni grijeh bio najprije okajan tako da Isus Krist naknadno može odgurnuti grobni kamen tako da duša ustane iz grobne tame na blistavo svjetlo, da ona na taj način uđe u vječni život.... Svatko tko se boji časa smrti je i dalje opterećen ovom ogromnom krivnjom, on još nije pronašao spasenje kroz Isusa Krista, on sebe još nije oslobodio od tame koja ga obavija, on i dalje leži u grobu njegova grijeha, makar njegovo tijelo i dalje živi na Zemlji.... Jer on će izgubiti sav strah od fizičke smrti kada je sebe položio u Moje ruke, kada Meni iskreno apelira da se pobrinem za njega u času njegove smrti.... Jer on će blaženo zaspati u miru sa njegovim Bogom i Ocem, za sobom će na Zemlji jedino ostaviti njegovo tijelo dok će njegova duša ustati, ona će se izdignuti do svjetla, neće osjetiti kako ju okružuje grobna tama, jer Isus Krist Osobno će uzeti njezinu ruku i izvesti je iz njezine fizičke čaure, On će ju provesti kroz kapije života. I znat će kako je, također, uskrsnula iz mrtvih, da će sada živjeti u vječnosti....

Činjenica da je čovjek Isus uskrsnuo iz mrtvih je zasigurno istinita, i oni koji vjeruju u Njega kao Sina Božjega i Iskupitelja svijeta, kao Moga Poslanika u Kojem Sam Ja utjelovio Sebe na Zemlji, neće se plašiti njihovog vlastitog časa smrti, jer Isus Krist im je obećao kako će On otići i pripremiti mjesto za one koji vjeruju u Njega (Ivan 14:2).... Stoga će oni također uskrsnuti u vječni život i On Osobno će doći po njih kako je obećao.

AMEN

Translator
Translated by: Lorens Novosel

Door de verrijzenis van Jezus Christus heeft de dood zijn prikkel verloren

Voor ieder mens is het uur van zijn einde voorbestemd. En toch hoeft hij dit niet te vrezen, omdat het niet het eigenlijke einde is, maar hij verrijzen zal, omdat zijn ziel alleen het aardse omhulsel aflegt, dat voor haar alleen een keten was in het aardse bestaan, en ze nu onbezorgd het rijk hierna binnen kan gaan, vooropgesteld dat haar levenswandel op aarde zo is geweest, zoals het mijn wil is, dus dat zijn ziel een zekere graad van rijpheid op aarde heeft verworven. Er bestaat dus geen einde, ofschoon er een dood kan zijn - een dode toestand van de ziel - maar zij nochtans niet is vergaan. En daarvoor ben Ik aan het kruis gestorven en op de derde dag weer verrezen, opdat ook de mens, dat wil zeggen zijn ziel, die opstanding kan beleven. Dat ze uit het graf kan opstijgen en nu het rijk weer kan betreden dat haar ware vaderland is. Dat de ziel niet vergaat, is een onomstotelijke wet, omdat wat uit Mij voortkwam onvergankelijk is en blijft. En de ziel is dat geestelijke wezen dat van Mij is uitgegaan, dus zal ze ook blijven bestaan ofschoon het lichaam sterft. Maar dat ze nu na haar lichamelijke dood kan verrijzen in licht en glans, dat werd pas na mijn kruisdood en mijn verrijzenis mogelijk, want tevoren was ze nog belast met de oerzonde van haar eertijdse afval van Mij. Er was nog steeds duisternis, het was het donker van het graf, dat de ziel niet kon ontvluchten. De grafsteen was nog niet weggerold door Jezus Christus, de goddelijke Verlosser, ofwel: er was voor die zielen nog geen boete gedaan en hun zondeschuld kan zonder boetedoening niet teniet worden gedaan.

En het was daarom ook donker in de zielen der mensen. Elk geloof aan een opstanding na de dood ontbrak hun. De duistere nacht van het graf omgaf hen en de dood was voor hen tot een verschrikking geworden.

En daarom ben Ik op de derde dag uit de dood opgestaan, om de mensen het bewijs te leveren dat het met de dood van het lichaam niet was afgelopen, dat de ziel opstaat en alleen het lichaam achterlaat, dat nog niet zo vergeestelijkt is dat ze het tegelijkertijd mee omhoog kan nemen in het geestelijke rijk, zoals het Mij wel mogelijk was, omdat lichaam en ziel het geestelijke kleed hadden aangetrokken en het lichaam geen verder rijpingsproces op deze aarde hoefde door te maken.

Door mijn verrijzenis wilde Ik de mensen de angst voor de dood ontnemen. Ik wilde hun bewijzen dat het slechts een verandering van verblijfplaats is voor de ziel, wanneer ze het aardse lichaam afleggen, wanneer het onafwendbare uur van de dood heeft geslagen. Daarom ben Ik verrezen uit de dood, want Ik heb de dood overwonnen, dat wil zeggen: diegene die de dood in de wereld heeft gebracht. Aldus hoeft geen mens het uur van de dood te vrezen, want het is alleen het uur van het binnengaan in het eigenlijke leven dat eeuwig duurt.

De dood heeft zijn prikkel verloren.

Maar één ding is noodzakelijk: dat de mens ook mijn verlossingswerk erkent en de genaden aanneemt die Ik door mijn lijden en sterven aan het kruis voor u verwierf. Dat hij zich laat verlossen door Jezus Christus, dat dus ook zijn oer-schuld tevoren is tenietgedaan en Jezus Christus nu de grafsteen kan wegrollen, opdat de ziel nu uit het donker van het graf opstijgt in het heldere licht, dat ze nu het eeuwige leven binnen zal gaan.

Wie het uur van de dood vreest, bevindt zich nog in de ban van die grote schuld. Hij heeft de verlossing van Jezus Christus nog niet gevonden. Hij heeft zich nog niet vrijgemaakt van het hem omhullende duister. Hij bevindt zich nog in het graf van zijn zonden, hoewel zijn lichaam nog op aarde leeft.

Want hij zal elke vrees voor het einde van zijn leven verliezen, wanneer hij zich heeft overgegeven in mijn armen, wanneer hij Mij innig vraagt hem te gedenken wanneer zijn uur is gekomen.

Want deze zal zalig inslapen, in vrede met zijn God en Vader. Hij zal alleen zijn lichaam achterlaten op deze wereld, maar de ziel zal opstaan. Ze zal opstijgen naar het licht. Ze zal het donker van het graf om zich heen niet bemerken, want Jezus Christus zelf zal haar bij de hand nemen en haar uit haar lichamelijk omhulsel wegvoeren. Hij zal haar leiden door de poort van het leven. En ze zal weten dat ook zij is opgestaan uit de dood, dat ze nu zal leven in eeuwigheid.

Dat de mens Jezus is opgestaan uit de dood is zeker waar. En die in Hem geloven als Gods Zoon en Verlosser van de wereld, als mijn afgezant in wie Ik Me zelf heb belichaamd op aarde, die zullen ook geen vrees hebben voor het uur van hun eigen dood. Want Jezus heeft hun de belofte gegeven alleen maar vooruit te gaan om de woning gereed te maken voor allen die in Hem geloven.

Dus zullen ook zij verrijzen tot het eeuwige leven en Hij zelf zal ze naar zich toe halen, zoals Hij het heeft beloofd.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte