Riječi koje od Mene primate su duh i život (Ivan 6:63).... Prema tome one također moraju govoriti duhu svakog čovjeka i dati mu život. On će osjetiti snagu Moje Riječi pod uvjetom da otvori njegovo srce i dozvoli Mi ući (Otkrovenje 3:20), pod uvjetom da sa zahvalnošću prihvati dar koji mu je ponuđen od strane Mene Osobno. I svatko tko Me ljubi i tko također ponudi ljubav njegovu bližnjemu će se uvijek osijećati dodirnut Mojom Riječju, budući će zahvaljujući njegovoj ljubavi on već imati povezanost sa Mnom i također će prepoznati Moj glas kao glas Oca Koji Njegovu djecu želi učiniti sretnom. ‘Moje ovce poznaju Moj glas....’ A Moj će se glas čuti jedino ako Sam Ja Osobno u stanju govoriti ljudima.... Vi ne možete opisati kao ‘Očev glas’ praznu riječ koja zasigurno može biti iskorištena od strane onih ljudi koji Mi još ne dozvoljavaju da budem prisutan sa njima, koji su i dalje duhovno neprosvjetljeni, koji doista tvrde kako propovijedaju u Moje ime ali kojima se Ja Sam još ne mogu okoristiti kako bi kroz njih govorio svima koji ih slušaju. Prepoznavanje Mojeg glasa potrebuje takvu svjesnu povezanost sa Mnom da ću Ja Osobno biti u stanju govoriti.... I ova veza mora biti uspostavljena od strane obadvojice, i propovjednika i onog koji sluša Riječ.... Onda će dobri Pastir Osobno mamiti Njegove ovce i one će dobrovoljno slijediti.... Moje ovce prepoznaju Moj glas.... Zar to ne pretpostavlja kako Ja opet i iznova govorim ljudima? Ja naglašavam činjenicu da Moje ovce prepoznaju Moj glas.... Otud razlikujem one koji Me slušaju, jer ne mogu se svi ljudi ubrajati u Moje Vlastite i prema tome neće svi prepoznati Mene u Riječi.... Ali Ja uvijek Osobno govorim Mojim Vlastitima tako da će se Moje obećanje ispuniti: da će oni čuti i posljedično tome također prepoznati Moj glas kao dokaz prisustva Onoga Kome su se predali. Otud Sam ovim riječima Ja također uputio na činjenicu da ću Ja uvijek i zauvijek govoriti vama ljudima, da Ja nisam mislio jedino na pisanu Riječ koja također može biti lišena duha i života ako ju Ja Osobno ne oživim, ako joj Moj duh ne poda život [[2 Korinćanima 3:6]].
Međutim, Ja Sam također znao kako će Moja Riječ jedino biti prepoznata kao Moja direktna komunikacija ako je život ljubavi rezultirao u buđenju duha unutar ljudskog bića, i prema tome Sam govorio o ‘Mojim Vlastitima’ jer ljubav je veza koja Me ujedinjuje sa njima i omogućava Moje direktno djelovanje unutar njih i za njih. Riječ zasigurno mogu svi čuti, ali Moj glas zahtjeva Moje prisustvo.... Tako Sam vam Ja također obećao Moje prisustvo, dokaz kojeg osiguravam putem Mojeg glasa.... I Moji Vlastiti će ga prepoznati kao ‘Očev glas’. No samo je malo stado koje čuje mameći poziv njihova pastira i slijedi Ga, ima samo nekoilko koji slušaju Njegov glas, budući ljudi rastuće više sebi dozvoljavaju biti obmanuti krasnim riječima koje glasno zvuče ali im nedostaje duh i život. A oni koji se ne ubrajaju u Moje Vlastite oni ne dijele Moj duh, oni su bez ljubavi i prema tome niti ne streme ka Meni. A ako im Ja govorim oni se okreću of Mene i odlaze na mjesta gdje Moj lukavo prerušeni protivnik govori, i oni su zadovoljni sa praznom čaurom iz koje ne mogu dobiti nikakvu snagu. Ali Moja je Riječ snaga koja će dati život svima onima koji sebi dopuste biti adresirani od strane Mene Osobno, koji žude za Mojim glasom i koji će, kao Moja djeca, također doživjeti Očevu ljubav.
AMEN
TranslatorWoorden die u van Mij ontvangt zijn geest en leven. En ze moeten ook de geest van ieder mens aanspreken en hem het leven geven. Hij moet de kracht van Mijn Woord gewaar worden zodra hij maar zijn hart opent en Mij Zelf toegang verschaft, zodra hij de gave in dank aanneemt die Ik Zelf hem aanbied. Die Mij liefheeft en die ook zijn naaste liefde betuigt, zal zich steeds door Mijn Woord aangeraakt voelen, omdat deze al door de liefde met Mij verbonden is en hij ook Mijn stem herkent als stem van de Vader, die Zijn kind gelukkig wil maken.
“Mijn schapen herkennen Mijn stem.” En Mijn stem weerklinkt altijd alleen dan, wanneer Ik Zelf ook tot de mensen spreken kan. U zult niet het lege woord als “stem van de Vader” kunnen bestempelen, waarvan zich ook die mensen kunnen bedienen die Mijn aanwezigheid in zich echter nog niet toelaten, die nog een ongewekte geest hebben, die wel beweren in Mijn naam te prediken, maar van welke Ik Zelf Me nog niet kan bedienen om door hen te spreken tot allen die naar hen luisteren.
Het herkennen van Mijn stem eist een zo bewuste verbinding met Mij, dat Ik Zelf dus ook spreken kan. En deze band moet tot stand worden gebracht door zowel de prediker als ook door hem die de woorden hoort. Dan lokt de goede Herder Zelf Zijn schapen en ze zullen Hem gewillig volgen. Mijn schapen herkennen Mijn stem. Stelt dit niet voorop dat Ik steeds weer tot de mensen spreek? Ik wijs er met nadruk op, dat Mijn schapen Mijn stem herkennen.
Dus maak Ik onderscheid bij degenen die Mij horen, want niet allen kunnen zich tot de mijnen rekenen. En daarom zullen niet allen Mij herkennen in het Woord.
Maar steeds zal Ik ook de mijnen Zelf aanspreken, opdat Mijn belofte in vervulling zal gaan: dat ze Mijn stem vernemen en dus ook zullen herkennen als bewijs van tegenwoordigheid van degene aan wie ze zich hebben overgegeven. Dus heb Ik ook door deze woorden erop gewezen, dat Ik u mensen altijd en eeuwig zal aanspreken, dat er niet alleen het geschreven Woord onder is te verstaan, dat zonder geest en leven kan zijn, wanneer Ik het Zelf geen leven inblaas, wanneer Mijn Geest het niet het leven geeft.
Maar Ik wist ook dat alleen dan Mijn Woord werd herkend als rechtstreekse overdracht door Mij Zelf, wanneer een leven in liefde het wekken van de Geest in de mens had opgeleverd. En daarom sprak Ik van de “mijnen”, want de liefde is de band die Mij met hen aaneensluit en Mijn rechtstreeks werkzaam zijn bij hen mogelijk maakt. Het Woord kan iedereen wel horen, maar de stem vereist Mijn aanwezigheid. Dus heb Ik u mensen ook Mijn tegenwoordigheid toegezegd en Ik geef u daar het bewijs van door Mijn stem.
En de mijnen zullen ze ook herkennen als “stem van de Vader”. Maar het is slechts een kleine kudde die de lokroep van haar Herder verneemt en er gevolg aan geeft. Het zijn er maar weinigen die aan Zijn stem gehoor geven, omdat de mensen zich steeds meer laten misleiden door mooie woorden die een verdovende klank hebben, maar zonder geest en leven zijn. En deze mensen horen niet bij de mijnen, want ze hebben Mijn geest niet. Ze zijn zonder liefde en daarom voelen ze zich ook niet tot Mij aangetrokken. En wanneer Ik tot hen spreek, wenden ze zich af en zoeken ze de plaatsen op, waar Mijn tegenstander zich onder handige vermomming vertoont. En ze nemen genoegen met de lege schil waaraan ze geen kracht kunnen onttrekken.
Maar Mijn Woord is kracht en het zal het leven geven aan allen die zich door Mij Zelf laten aanspreken, die verlangen naar Mijn stem en die als Mijn kinderen ook de liefde van de Vader zullen ervaren.
Amen
Translator