Compare proclamation with translation

Other translations:

ODREÐIVANJA PROVIDNOSTI SU BOŽANSKA VOLJA.... GARANCIJA ZA NAJVIŠU ZRELOST....

Volja je Gospodnja da sve što živi sebe podredi Njegovim zakonima, posljedicno tome ništa se ne može dogoditi što nije u skladu sa Božanskom voljom sve dok se to tice dogadaja koji od strane Providnosti afektiraju covjeka u svrhu unutarnjeg doživljaja. Volja ljudskog bica se ne može nikada suprotstaviti Božanskoj volji, on nece nikada uspjeti u poništavanju ili mijenjanju onog što je Bog odredio, jer takvo nešto nije unutar njegove moci (Matej 5:36). Volja ljudskog bica se mora uskladiti sa time, on se ucinkovito mora složiti cak ako to ne korespondira sa njegovom voljom, buduci ova prisila predstavlja njegovu garanciju da bude u stanju ostvariti najviši cilj, to jest, njemu je na taj nacin dana svaka prilika spram višeg razvoja.... Unatoc tome, da li se on time okoristi ili ne potpuno zavisi o njegovoj volji. Ali da je ljudsko bice bilo sposobno oblikovati svoju vlastitu sudbinu ova garancija mu ne bi bila dana, jer on nema ideje o tome što njegov duh potrebuje i na koji ga nacin može osloboditi. Prema tome, Bog Osobno odlucuje sudbinu svake pojedinacne osobe i ureduje ju tako da se Njegova volja ne može osujetiti zbog nedostatka razumijevanja ili buntovnicke volje. I tako Božanski Stvoritelj demonstrira sa Njegovim zakonima naj-ljubav-niju brigu za Njegove žive tvorevine; Njegova mudrost prepoznaje stanje svakog pojedinca i On uvijek smjera podariti svima najbolja moguca sredstva kroz odredivanja Providnosti koja osiguravaju duhovni napredak.

Cinjenica da toliko puno mogucnosti ostane neiskorišteno nije zbog volje Stvoritelja nego je u potpunosti zahvaljujuci ljudskom bicu ako on obraca premalo pažnje na njegov unutarnji život. Ipak ovoj bi osobi takoder mogao biti podaren drugaciji život ali on ga nikada ne bi iskoristio za dobrobit njegove duše, prema tome on nikada ne treba smatrati da je nezrelo stanje njegove duše rezultat njegove zemaljske sudbine.... Jer cak da mu je Bog dao slobodu da oblikuje njegovu vlastitu sudbinu on bi ostao na istom stupnju buduci njegova volja ne stremi ka usponu. Isto važi za one entitete koji, u potpunom posjedu njihove volje, nastanjuju svijet onostranog i koji su prema tome oslobodeni od svakog zemaljskog tereta. Oni su, takoder, predmetom izvjesnog zakona kojem se moraju podrediti. Ako su savršeni, oni mogu jedino željeti ono što je Božja volja.... A u stanju nesavršenstva, sudbina bica u onostranom je, kao i u zemaljskom životu, njima dodijeljena tako da ce navjerojatnije doprinijeti spram dušina procišcavanja, realizacije i napretka. Još jednom, Božanska volja se primjenjuje, i još jednom je ostavljeno na njima da sebe podrede, to jest, njihovu volju, Božanskoj volji ili da joj se odupru, ali oni nikada ne mogu promijeniti ovu volju ili ju uciniti neucinkovitom. Jedna volja vlada sv(akim)e.... Sve što sebe podredi ovoj volji samo od sebe [[(ili ‘bez prisile’) ]]je iskupljeno.... ipak prokleta su ona bica koja se žele protiviti Božanskoj volji.... Jer ova ce namjera jedino završiti sa njihovom propašcu. Božanska se volja ne može nikada iskljuciti. Cak gdje je ljudska volja na djelu i ostvaruje stvari koje su protivne Božanskoj volji, to je jedino sa Božjim dopuštenjem da to ljudsko djelo uspije kako bi se na taj nacin donijela pomoc duši u duhovnoj nevolji, s obzirom da se nikada ništa ne bi moglo dogoditi što bi bilo potpuno protiv Njegove volje. Jer Njegova mudrost, ljubav i svemoc odlucuju sve što se dogada.... A ova mudrost, ljubav i svemoc jedino žele što je najbolje za svako od Njegovih stvorenih bica.... I prema tome je nemoguce za ijedno bice da se suprotstavi ovoj volji. Jedino je oblikovanje njegove duše ostavljeno bicu da se njime samo pozabavi [[(ili ‘rukovodi’; ili ‘nadgleda’)]].... Ovo ni najmanje nije prisiljeno od strane Stvoritelja, i tako bice može koristiti svoju slobodnu volju u skladu sa njegovim vlastitim nahodenjem.

AMEN

Translator
Translated by: Lorens Novosel

Lotsbeschikking door de goddelijke wil – Garantie voor de grootste rijpheid

Het is de wil van de Heer, dat alles wat leeft zich aan Zijn wet onderwerpt en er kan dus niets gebeuren, wat niet binnen de goddelijke wil valt, voor zover het over gebeurtenissen gaat, die noodlottig voor de mensen zijn met als doel het innerlijk bewust meemaken. Nooit kan de wil van de mens zich tegen de goddelijke wil verzetten. Nooit zal het hem lukken om dat, wat God bepaald heeft, te beëindigen of te veranderen, want dit ligt niet binnen zijn macht. De wil van de mens moet zich schikken, hij moet in zekere zin verklaren ermee akkoord te gaan, ook wanneer het niet met zijn wil overeenkomt, want deze dwang betekent voor hem de garantie, dat hij het hoogste doel kan bereiken. Dat betekent, dat alle mogelijkheden tot opwaartse ontwikkeling hem daardoor gegeven zijn. Maar of hij ze gebruikt, hangt alleen van zijn wil af.

Maar als de mens zelf zijn lot een vorm zou kunnen geven, dan zou deze garantie hem niet gegeven worden, want het ontbreekt hem aan elke kennis over wat zijn geest mist en in welke vorm hij bevrijd kan worden. Dus heeft God Zelf het lot van elk individu bepaald en het zo beschikt, dat er niet in strijd met Zijn wil gehandeld kan worden vanwege onbegrip of de wil om in opstand te komen. En zo toont de goddelijke Schepper met Zijn wetten de liefdevolste zorg voor Zijn schepselen. Zijn wijsheid herkent de staat van elk individu en Hij probeert iedereen door spelingen van het lot de grootst mogelijke hulpmiddelen te geven, die een geestelijke vooruitgang garanderen.

Dat nu vele mogelijkheden onbenut blijven, ligt niet aan de wil van de Schepper, maar enkel aan de mens zelf, als hij te weinig aandacht schenkt aan zijn zielenleven. Maar dit mens zou het leven ook in een andere vorm ten deel gevallen kunnen zijn. Hij zou het nooit gebruiken voor zijn zielenheil, dus mag hij ook nooit zijn onrijpe zielstoestand als het gevolg van zijn aards lot beschouwen. Want als God hem ook de vrijheid zou willen geven om dit lot zelf vorm te geven, dan zou hij op dezelfde trede blijven staan, omdat zijn wil niet naar de hoogte streeft.

Datzelfde geldt voor deze wezens, die met volledige beschikking van hun wil het hiernamaals bewonen en dus onafhankelijk zijn van alle zwaarte van de aarde. Ook hun is een bepaalde wet gegeven, waarvoor ze zich moeten buigen. Ze kunnen, als ze volmaakt zijn, enkel willen, wat God wil. En in onvolmaakte toestand zullen de wezens in het hiernamaals net als in het aardse leven, hun lot net zo ten deel vallen, zoals het het snelst aan de loutering, het inzicht en de vooruitgang van de ziel bijdraagt.

Opnieuw geldt dus enkel de goddelijke wil en opnieuw is het aan hen, dat wil zeggen hun wil, overgelaten zich aan de goddelijke wil ondergeschikt te maken of zich tegen deze wil te verzetten, maar nooit kunnen ze deze wil veranderen of hem zonder uitwerking laten zijn. Eén wil regeert alles. Alles, wat zich uit eigen beweging aan deze wil onderwerpt, wordt verlost, maar die wezens die de goddelijke wil willen bestrijden, zijn verdoemd. Want dit voornemen zal alleen met de ondergang eindigen.

Nooit en te nimmer kan de goddelijke wil uitgeschakeld worden. Zelfs daar, waar de wil van de mens aan het werk is om dingen tot stand te brengen, die in strijd zijn met de goddelijke wil, is het weer enkel de toelating van God om daardoor weer zielen redding uit de geestelijke nood te brengen, maar nooit zou iets kunnen gebeuren, wat geheel tegen Zijn wil zou zijn. Want Zijn wijsheid, liefde en almacht zijn bepalend voor alles, wat er gebeurt. En deze wijsheid, liefde en almacht zal steeds alleen maar willen, wat het beste is voor de door Hem geschapen wezens.

En daarom zal geen wezen zich tegen deze wil kunnen verzetten. Alleen de geestelijke ontwikkeling staat elk wezen vrij. Hier oefent de Schepper niet de geringste dwang op uit en daarom kan het wezen zijn vrije wil naar eigen goeddunken gebruiken.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling