‘Moja je osveta....’ kaže Gospod.... i prema tome vi ne bi trebali inzistirati na osveti, namjesto toga trebali bi uciniti napor da na zlo uzvratite sa dobrom a ne razmišljati o tome kako sebe možete osvetiti poradi ucinjene vam nepravde. Jer svatko tko trpi nepravdu i nikada ne njeguje osvetoljubive misli je blage/popustljive naravi i strpljiv, i njegova volja nastoji eliminirati nepravdu time što ne cini ništa kako bi postigao zadovoljenje za sebe samoga. A to je jedan ogroman napredak za dušu.... Zasigurno je jako teško da se bude nepravedno tretiran a ipak prema neprijatelju odnosi sa ljubavlju, unatoc tome, to je izvanredno blagotvorno.... Ljudsko bice treba uvijek imati na umu da svaki osjecaj odmazde ovija dušu u mrak, da nikada ne može postati svijetlo i jasno u ljudskoj duši gdje i dalje postoji mjesta za misli o osvecivanju za zlo ucinjeno od strane druge osobe. Jer takve misli ce neizbježno voditi do osjecaja neljubaznosti/okrutnosti i time duhovne slabosti. I ljudsko bice ne može biti ljubavno aktivno ako ne zaustavi takve misli u njemu. Jer neprijateljstvo je danak protivnika [[(Sotone)]].... Svatko tko živi u neprijateljstvu sa njegovim bližnjim je vec podario zloj sili svako pravo da vlada nad njime. Svaki osjecaj mržnje i osvetoljubivosti mora biti prognan iz srca, jer on ce voditi do drugih necistih misli, baš kao što je, obrnuto, pobožan i blag/popustljiv karakter jedino uvijek zaokupljen time da ne cini loše nikome, i da sva nepravda mora biti ostavljena odgovornosti Samog Božanskog Gospoda(ra). Jer jedino Gospod može (pre)suditi krivnju dvojice partnera i što je dalo povoda neprijateljstvu. Zato ako se cini kako u zemaljskom životu mržnja i nesklad prevladavaju, ljudsko bice mora posebice pokušati eliminirati ove loše navike....
Nije dovoljno za covjeka da uznemireno izbjegava svadu/raspravu.... on mora smjerati sebe prilagoditi drugoj osobi gdje je to moguce i promijeniti neprijateljske osjecaje u suprotno. Uspjeh takve namjere ce se osjetiti neopisivo blagotvorno, sva ce mržnja dokoncati buduci ce ljubav, nježnost i strpljenje zauzeti njezino mjesto, i covjek ce doživjeti jedan unutarnji osjecaj zadovoljenja ako pokuša, gdje je to moguce, poništiti svu nepravdu koja mu je napravljena sa oružjem ljubavi.... Ljubav razoružava sav gnjev, osvetoljubivost i poriv za odmazdom.... Ljubav je reducirala osjecaj trpljenja nepravde i nece nikada uzeti u obzir naknadivanje, jer ona stremi za duhovnim savršenstvom a za to svaka degradirajuca misao mora najprije biti iskljucena, i Gospod ce se nastaniti tamo gdje se ljudsko bice izdiže iznad sebe samoga i srce je sebe preobrazilo u ljubav, nježnost i strpljenje, jer ovo je neizbježan temeljni uvjet za Gospoda da Sebe Objavi i tako takoder prakticira strpljenje sa Njegovom djecom.... Ljudska osveta i naknadivanje nisu dozvoljeni gdje duša želi sebe osloboditi od njezinih okova.... prema tome, sve izrucite Gospodu, jer On je Sama cista Ljubav i sprovest ce kaznu u skladu sa zakonom Ljubavi.... Na isti nacin, vi, takoder, trebate se potruditi prakticirati ljubav jedni medu drugima i uvijek i zauvijek ispuniti volju Gospoda, Koji vas upozorava protiv toga da sudite pregrubo neljubaznost vaših bližnjih ljudskih bica.
AMEN
Translator“Aan Mij is de wraak”, spreekt de Heer. En daarom moeten jullie niet vergelden. Jullie moeten je veeleer beijveren om het kwaad met het goede te vergelden en er niet over nadenken, hoe jullie het je aangedane onrecht kunnen vergelden. Want het denken van degene, die het onrecht verdraagt en nooit wraakgevoelens koestert, is zachtmoedig en geduldig en zijn wil spant zich in om het onrecht uit de wereld te krijgen, doordat hij niets doet om genoegdoening te krijgen. En dit is een enorme vooruitgang voor de ziel.
Onrecht geduldig over zich heen laten komen en toch in liefde aan de vijand denken, is weliswaar heel moeilijk, maar buitengewoon zegenrijk. De mens moet er steeds aan denken, dat elk wraakgevoel de ziel in duisternis hult. Dat het nooit licht en helder kan worden in de ziel van een mens, waar nog ruimte is voor gedachten aan vergelding van het boze richting de naaste. Want onvermijdelijk treedt er bij zulke gedachten het gevoel van liefdeloosheid en dus geestelijke zwakte aan de dag.
En de mens, die geen einde aan zulke gedachten in zich maakt, kan niet liefdevol werkzaam zijn. Elke vijandschap moet overbrugd worden, als ze eenmaal tot stand gekomen is. Want vijandschap is een eerbetoon aan de tegenstander. Degene, die in vijandschap met zijn naasten leeft, heeft de boze macht al heel veel rechten over zichzelf gegeven.
Elk haat- en wraakgevoel moet uit het hart verbannen worden, want dit levert nog andere gemene gedachten op, zoals omgekeerd een vroom en zachtmoedig gemoed er alleen maar op bedacht is, dat niemand onrecht geschiedt en dat de verantwoordelijkheid over al het onrechtvaardige aan de goddelijke Heer Zelf overgelaten moet blijven. Want alleen de Heer kan beoordelen, welke schuld de twee partners treft en waardoor de vijandschap veroorzaakt is.
Als dus in het leven op aarde de haat en de tweedracht lijken te overheersen, moet de mens op zich proberen om juist deze ondeugden uit de wereld te helpen. Het is niet voldoende, dat de mens enkel angstig een strijd uit de weg gaat. Hij moet zelf proberen om zich zoveel mogelijk aan de anderen aan te passen en vijandelijke gevoelens in het tegendeel te veranderen. Het resultaat van zo’n voornemen zal zo onnoemelijk weldadig te bespeuren zijn. Alle haat zal ophouden, omdat liefde, zachtmoedigheid en geduld in zijn plaats komen en de mens, die, waar het mogelijk is, alle onrecht die hem treft, probeert ongedaan te maken, zal, door het wapen van de liefde, een gevoel van innerlijke voldoening hebben.
De liefde ontwapent alle toorn, wraakzucht en vergeldingsdrang. De liefde verzwakt het gevoel van lijden vanwege het onrecht en zal ook nooit op vergelding zinnen, want haar streven is geestelijke volmaaktheid. En hiervoor moet eerst elke onedele gedachte uitgeschakeld worden. En de Heer zal daar intrek nemen, waar de mens zichzelf overwint en het hart zich verandert tot liefde, zachtmoedigheid en geduld, want dit is onvermijdelijk de voornaamste voorwaarde om de Heer Zichzelf te laten openbaren en dus ook geduld oefent ten aanzien van Zijn kinderen.
Wraak en vergelding van menselijk zijde zijn niet toegestaan, wanneer de ziel zich wil bevrijden uit haar boeien. Geef daarom alles over aan de Heer, want Hij is pure liefde op Zich en zal volgens de wet van de liefde vergelden. Evenzo moeten jullie je ook beijveren om de liefde onder elkaar te beoefenen en voortdurend de wil van de Heer te vervullen, die jullie waarschuwt voor een al te streng oordeel over de liefdeloosheid van jullie medemensen.
Amen
Translator