• Retour

Chrétiens vivants – la Force de la foi – la Présence de Dieu

Lorsque vous êtes arrivé dans une grande misère, seulement alors on verra si vous êtes des chrétiens vivants ou bien si vous vous appelez des chrétiens formels qui échouent lorsqu’ils doivent s’affirmer. Un temps viendra sur vous dans lequel seulement une foi vivante peut vous aider, dans lequel vous devrez vous affirmer, dans lequel la Force de la foi doit être mise à l'épreuve, et justement seulement une foi vivante peut l’avoir. La majorité des hommes se trouve seulement dans une foi formelle ; ils ne refusent pas ce qui leur est enseigné, mais ils ne se sont pas encore mentalement occupés sérieusement avec les enseignements. Et lorsqu’ils arriveront un jour au point où ils seront poussés à invoquer leur Dieu et Créateur, alors ils Le chercheront au loin parce qu'ils n'ont encore aucune communion avec Lui, une communion qui a pour effet le sentiment de la Présence de Dieu. Tant que ce sentiment n'est pas encore dans l'homme, Dieu n'est pas encore devenu vivant en eux, et la foi en Dieu est seulement une façon vide de parler, parce qu'ils ne la possèdent pas. Seulement le sentiment de la Présence de Dieu marque un chrétien vivant et celui-ci possédera ensuite aussi la force de la foi qui dans les situations de grandes misères lui font prendre la voie vers le Père pour lui demander Son Aide. Il viendra beaucoup de souffrance et de misère sur les hommes, justement pour mettre à l'épreuve leur foi. Il ne dépend pas de la confession, parce que chacune comporte des disciples vivants et morts, des hommes qui ont établi un intime lien avec Dieu, et des hommes desquels Dieu Est et reste loin, ils en connaissent certes le Nom, mais eux-mêmes n'ont encore aucun lien avec Lui, pour L’invoquer pour Son Assistance en cas de misère soudaine. Mais la misère viendra, elle doit venir pour les hommes qui marchent indifférents et qui ne se sont pas encore décidés comment ils doivent s’ajuster envers leur Dieu et Créateur de l'Éternité. Elle doit venir sur les hommes qui croient être chrétiens et qui le sont seulement selon le nom. De tous il est exigé une déclaration pour Jésus Christ, et une telle déclaration peut l’émettre seulement les hommes qui se trouvent dans une foi vivante, qui ont seulement connaissance de Lui, mais n’ont pas encore établi avec Lui le juste rapport qu'Il exige pour pouvoir Être leur Rédempteur du péché et de la mort. Chaque homme peut un jour se décider pour le juste rapport envers Lui, et il devrait le faire dans la libre volonté, parce que la vie terrestre lui fournit toujours de nouveau l'occasion pour cette décision. Mais celui qui est paresseux, qui reste toujours seulement un chrétien formel, qui connait bien le divin Rédempteur mais n'a jamais profité de Son Amour et de sa Grâce pour être racheté de son état lié, qui n'a jamais parlé comme un fils avec son Père devra d'abord passer à travers des souffrances et des misères pour trouver la voie vers Lui ; il devra d'abord être frappé si sensiblement qu'il lui reste seulement encore une porte de sortie, c’est de se réfugier en Dieu en Jésus-Christ et avec cela déclarer qu'il croit vivement en Lui, tandis que le chrétien formel perd souvent encore sa foi insipide lorsque les choses se font difficiles et avec cela il montre qu'il n'a encore aucun lien avec Lui, le divin Rédempteur Jésus Christ, avec Dieu Lui-Même. Plus on va vers la fin, plus cette épreuve de la foi devient nécessaire, parce que les hommes s'éloignent toujours davantage, même lorsqu’ils appartiennent à une communauté ecclésiastique, mais c’est seulement encore un lien apparent pour le prochain, il n'y a rien d'authentique, plus rien de vivant qui puisse être compté comme une «communauté de croyants». Les églises sont seulement encore des organisations mondaines, mais pas une union d'hommes profondément croyants qui voient le Fondateur de leur église en Jésus Christ, qui était fondée seulement sur une foi solide. Donc les hommes sont forcés par la vie de déposer une déclaration, parce que le temps qui arrive sera très difficile pour beaucoup d'hommes, mais pour le chrétien vivant ce sera de toute façon une bénédiction, parce qu'il nouera plus solidement le lien avec Dieu et même à travers sa foi il sera guidé hors de toute misère et oppression, parce que pour un chrétien vivant il n'existe rien qui ne puisse être résolu avec la «Force de la foi».

Amen

Levende christenen - De kracht van het geloof - De aanwezigheid Gods

Wanneer u in grote nood zult geraken, dan zal pas blijken of u levende christenen bent of u alleen maar als vormchristenen wordt bestempeld, die dan falen, wanneer zij zich moeten waarmaken. En deze tijd zal over u heen komen, waarin alleen een levend geloof u kan helpen, waarin u zich zult moeten waarmaken, waarin de kracht van het geloof moet worden beproefd, die juist alleen een levend geloof maar zal opbrengen. Het merendeel van de mensen heeft slechts een vormgeloof. Ze wijzen niet af wat hun werd geleerd, maar ze hebben zich nog niet serieus inhoudelijk met de leringen bezig gehouden. En zodra het eenmaal zover kom dat ze ertoe genoodzaakt worden naar hun God en Schepper te roepen, zullen ze Hem in de verte zoeken, omdat ze nog geen contact met Hem hebben. Een omgang die een uitwerking heeft als het voelen van de aanwezigheid van God. En zolang dit gevoel nog niet in de mens is, is God nog niet levend in hem geworden. En het geloof in God is slechts een lege zegswijze, want hij bezit het niet. Pas het gevoel van de aanwezigheid Gods kenmerkt een levende christen. En deze zal dan ook de geloofskracht bezitten die hem in grote noden de weg naar de Vader laat nemen en Hem om hulp vraagt.

Er zal veel leed en ellende over de mensen komen, juist om hun geloof op de proef te stellen. En het hangt niet van de kerkgenootschappen af. Want elk kerkgenootschap kan levende en dode aanhangers omvatten. Mensen die innige banden met God zijn aangegaan en anderen voor wie God de verre God is en blijven zal. Ze kennen Hem wel van naam, maar zelf hebben ze nog geen enkele band met Hem om Hem in geval van plotselinge nood aan te roepen om bijstand en hulp. Maar de nood komt. Hij moet komen ter wille van de mensen die onverschillig voortgaan en zelf nog niet hebben besloten hoe hun instelling is tegenover hun God en Schepper van eeuwigheid. Hij moet komen voor de mensen die menen christen te zijn en dit alleen in naam zijn.

Van allen wordt een belijdenis geëist voor Jezus Christus. En zo'n belijdenis afleggen kan alleen de mens die levend gelooft, maar kunnen niet diegenen die alleen maar weet van Hem hebben, maar nog niet de juiste verhouding met Hem tot stand hebben gebracht, die Hij eist om hun Verlosser te kunnen zijn van zonde en dood. Iedere mens kan eenmaal kiezen voor de juiste verhouding met Hem. En hij moet het in vrije wil doen, omdat het leven op aarde hem steeds weer gelegenheid geeft tot deze keus.

Maar wie traag is, wie steeds slechts een vormchristen blijft, dus wel op de hoogte is van de goddelijke Verlosser, maar nog nooit een beroep heeft gedaan op Zijn liefde en genade om uit zijn gebonden toestand verlost te worden, wie nog niet als een kind met zijn Vader heeft gesproken, zal eerst door lijden en noden moeten gaan om de weg naar Hem te vinden. Hij zal eerst zo gevoelig moeten worden getroffen, dat hem nog maar één uitweg overblijft: te vluchten naar God in Jezus Christus en daardoor te belijden dat hij levend in Hem gelooft, terwijl de vormchristen vaak nog zijn oppervlakkig geloof verliest wanneer het hard tegen hard gaat en hij daardoor bewijst dat hij nog geen enkele band had met Hem, de goddelijke Verlosser Jezus Christus, met God zelf.

Hoe dichterbij het einde is, des te noodzakelijker zal deze beproeving van het geloof zijn. Want de mensen zonderen zich steeds meer af, zelfs wanneer ze lid zijn van een kerkelijke gemeenschap. Er is echter alleen nog maar een schijnbare band omwille van de medemensen. Er is niets waars, levends meer dat tot een "gemeenschap van gelovigen" kan worden gerekend. De kerken zijn alleen nog wereldse organisaties, maar niet meer de aaneensluiting van diep gelovige mensen, die in Jezus Christus de stichter zien van hun kerk die alleen op vast geloof werd gegrondvest. En de mensen zullen daarom door het leven worden gedwongen een bekentenis af te leggen. Want de komende tijd zal zeer zwaar zijn voor veel mensen, maar voor de levende christen toch ook zegenrijk. Want hij zal de band met God steeds nauwer aanknopen. En hij zal door zijn geloof ook uit alle nood en benauwenis worden weggeleid. Want voor de levende christen bestaat er niets, wat niet met de "kracht van het geloof" zou kunnen worden overwonnen.

Amen