Les hommes périront du fait de leur absence de foi, bien qu’ils soient soutenus visiblement par Mon adversaire, c'est-à-dire qu’ils gagnent en pouvoir et en richesse terrestres, en savoir et en renommée parce que c’est et reste un gain mondain qui n'est pas pérenne et qui laisse les âmes dans une totale pauvreté et la nécessité et les met de nouveau dans ce destin qui a été pour elles pendant un temps infiniment long un état de tourment. Les hommes veulent nier un Dieu et Créateur, ils sont convaincus de leur propre force et de leur intelligence, ils attribuent chaque succès terrestre à leur propre intellect et à leur travail et malgré cela ils sont seulement manipulés et veulent Me destituer de leur cœur et de leurs pensées. Ils ne croient pas dans un Dieu et ils ne croient pas davantage dans un être satanique, mais ils se trouvent dans son pouvoir. Et lorsqu’est arrivé l’instant où toute la foi diminuera parce que les hommes sont seulement influencés dans le sens d’une absence de Dieu, alors est venu aussi l'instant où l’action de l'adversaire sera arrêtée. Et il existe tous les signes comme quoi Mon adversaire domine sur le monde, qu'il pousse les hommes à employer leur force de vie seulement pour le terrestre qu'il déplace tout le divin-Spirituel tellement loin que les hommes ne s’efforcent pas pour L’atteindre. Il les manipule directement ou indirectement, il procède ouvertement contre la foi, ou bien il pourvoit les hommes si richement avec des biens terrestres qu’ils s’éloignent tous seuls de Moi pour ne pas être privés de leurs joies terrestres, dans la reconnaissance instinctive que les deux ensemble ne peuvent pas leur être concédés. Ils renoncent à Moi sans réfléchir, parce que le monde les stimule et les attire trop par ses tentations et ils ne peuvent pas résister à celles-ci. Cela restera donc une entreprise inutile que d'instruire les hommes sur quelque chose d'autre, parce que de telles voix d'avertissement sont étouffées par la partie contraire parce qu'elles sont réduites au silence, si ce n’est pas autrement, alors c’est par la violence. La graine vénéneuse est déjà répandue sur la terre encore inculte, c'est-à-dire qu’aux enfants il est déjà enseigné une représentation entièrement fausse sur le but de l'existence et chaque petite plante délicate qui se tourne vers la Lumière, est étouffée, et est rendue inapte à la vie (terrestre) par les graines empoisonnées. Déjà au stade d’enfant l'homme est guidé dans des pensées erronées et Mon adversaire avec des discours habiles cherche à se procurer la crédibilité. Et là où sa ruse ne suffit pas, il l’aide avec la violence parce qu'il domine les puissants qui s’affirment là où n'a pas été édifiée une solide fondation de foi qui ensuite pourrait résister à toutes les tempêtes.
Mais même si Je parle une Langue forte qui ne peut pas être ignorée, d’abord au travers d’événements tragiques de toutes sortes qui devraient indiquer à chaque homme la caducité du bonheur terrestre et des possessions terrestres, puis en parlant encore plus clairement, J’aurai seulement du succès avec ceux qui ne sont pas devenus encore victimes de Mon adversaire. D’innombrables hommes finiront leur vie terrestre dans cet état d'absence de Dieu et une obscurité qui est impénétrable et inimaginable pour vous les hommes les accueillera. Mais elle a été créée par eux-mêmes, c’est l'inévitable conséquence de leur mauvaise foi en un Dieu et Créateur ; c’est le destin qui attend toutes les âmes qui se livrent à Mon adversaire et qui ne cherchent pas à éviter la séparation de Moi. C’est leur propre faute, parce que chaque homme est en mesure de réfléchir avec une sérieuse volonté sur la Vérité. Aucun homme n’est forcé de faire sien les points de vue du prochain ou des puissants, parce que les pensées de chaque homme sont libres et il peut aussi employer son entendement. Et s'il le fait dans le désir de Vérité et de Justice, alors il lui sera aussi accordé de Ma part une pensée juste et il trouvera en lui la Vérité. Et pour cela J’agirai toujours sur les pensées des hommes à travers d’intenses coups du destin contre lesquels aucun homme ne pourra se défendre, parce que Je ne renonce pas encore à la lutte pour chaque âme. Et tant que l'homme existe sur la Terre, Je lui créerai la possibilité d'arriver encore à la juste connaissance, mais Je n'emploie pas la contrainte, comme aussi Mon adversaire ne peut pas obtenir le détachement de Moi par la contrainte, même pas lorsque les puissants de la Terre emploient des mesures coercitives. Parce que Je M’occupe seulement de la volonté de l'homme, de sa prédisposition intérieure envers Moi. Et chaque pensée tournée vers Moi reçoit aussi la Force et elle aidera l'âme au détachement de Mon adversaire. Mais il n'y aura plus à enregistrer de grand succès en nombres, mais chaque âme qui n'est pas de nouveau précipitée dans l'abîme le plus profond, est un gain pour Moi. Mon amour fera donc aussi tout pour sauver encore avant la fin ce qui n'est pas encore complétement dans les mains de Mon adversaire, pour leur rendre la foi en son Dieu et Créateur de l'Éternité, Lequel veut rendre à Ses créatures la vie dans la Liberté, la Force et la Lumière qu’elles possédaient au début.
Amen
TraducteursDe mensheid zal in de goddeloosheid te gronde gaan, hoewel zij duidelijk ondersteund wordt door mijn tegenstander, dus werelds aan macht en rijkdom, aan roem en wetenschap toeneemt. Want dit is en blijft werelds gewin dat niet bestendig is, dat de ziel volledig in armoede en gebrek laat en haar weer terugplaatst in het lot dat voor haar een eindeloos lange tijd een toestand van ellende is geweest. De mensen willen een God en Schepper loochenen. Zij zijn overtuigd van hun eigen kracht en intelligentie en schrijven ieder aards succes toe aan hun eigen denken en werken en worden toch slechts geleid door degene die Mij uit de harten en gedachten van de mensen wil verdringen. Zij geloven niet aan een God, zij geloven ook niet aan een werkelijk bestaande satan, maar bevinden zich toch in zijn macht. En wanneer het zover is gekomen dat ieder geloof verdwijnt omdat de mensen alleen nog in deze goddeloze richting beïnvloed worden, dan is ook het tijdstip gekomen waarop de activiteit van de tegenstander beëindigd wordt.
En alle tekenen zijn aanwezig dat mijn tegenstander de wereld beheerst, dat hij de mensen aanspoort hun levenskracht alleen maar aards te gebruiken, dat hij het goddelijk-geestelijke zo ver bij de mensen vandaan houdt dat zij niet de moeite nemen het te bereiken. Zij worden direct of indirect door hem bewerkt, hij treedt openlijk op tegen het geloof of hij bedenkt de mensen zo rijkelijk met aardse goederen dat zij zich zelf losmaken van Mij om niet van hun aardse vreugden beroofd te worden - in de instinctieve erkenning dat hun niet beide tezamen verleend kunnen worden. Zij geven Mij zonder nadenken op, want de wereld trekt en lokt te verleidelijk en deze kunnen zij niet weerstaan. Het blijft ook een nutteloos waagstuk de mensen anders te willen onderwijzen, omdat zulke waarschuwende stemmen worden overstemd door vijandige zijde en tot zwijgen worden gebracht, desnoods met geweld.
Het giftige zaad wordt reeds uitgestrooid op het nog onbebouwde land, dat wil zeggen de kinderen wordt reeds een geheel verkeerde voorstelling bijgebracht van het doel van hun bestaan. En ieder teer plantje dat zich toch nog naar het licht keert wordt verstikt, het wordt met vergiftigd zaad ongeschikt gemaakt om te leven. Als kind wordt de mens al een verkeerd denken bijgebracht en mijn tegenstander verstaat goed de kunst door vaardig spreken geloofwaardig over te komen. En waar zijn sluwheid ontoereikend is daar helpt geweld, want hij beheerst iedere machthebber die veld wint waar geen vast fundament van het geloof gebouwd werd dat bij elke stormloop standhoudt.
Maar ook Ik spreek een luide, niet mis te verstane taal. Allereerst door tragische gebeurtenissen van allerlei aard, die ieder mens de vergankelijkheid van het aardse geluk en van aardse bezittingen moesten tonen. En Ik zal nog duidelijker spreken, maar toch alleen succes hebben bij diegenen die nog niet geheel ten offer zijn gevallen aan mijn tegenstander. Talloze mensen beëindigen in deze goddeloze toestand hun aardse leven en worden omringd door een duisternis die ondoordringbaar en voor u mensen onvoorstelbaar is. Maar zij is door henzelf geschapen, zij is het onvermijdelijke gevolg van hun ongeloof in een God en Schepper. Zij is het lot dat alle mensenzielen te wachten staat die zich aan mijn tegenstander overgegeven hebben en de verwijdering van Mij niet trachten te herstellen.
Het is hun eigen schuld, want ieder mens is in staat door nadenken tot waarheid te komen als hij ernstig wil. Geen mens is gedwongen zich de meningen van mensen of machthebbers eigen te maken, daar van ieder mens de gedachten vrij zijn en hij ook zijn verstand gebruiken kan. En doet hij dat in verlangen naar waarheid en rechtvaardigheid, dan wordt hem ook van Mij uit een juist denken gewaarborgd en hij zal in zichzelf de waarheid vinden.
En daarom zal Ik steeds op het denken der mensen inwerken door onverhoopte slagen van het lot waartegen geen mens zich weren kan, want nog geef Ik de strijd om iedere ziel niet op. En zolang de mens op aarde leeft zal Ik hem ook gelegenheid geven nog tot het juiste inzicht te komen, maar Ik wend geen dwang aan. Ook mijn tegenstander kan niet door dwang een afkeren van Mij bereiken, zelfs niet als aardse machthebbers dwangmaatregelen nemen. Want Ik let alleen op de wil van de mens en de innerlijke verhouding tot Mij. En elke gedachte die op Mij gericht is ondervindt ook versterking en zal de ziel helpen bij het loskomen van mijn tegenstander.
Maar een cijfermatig groot succes zal niet meer te behalen zijn. Voor Mij echter is iedere ziel die niet meer in de diepste diepten terugzinkt een gewin. En mijn liefde zal daarom ook alles doen, om nog voor het einde diegenen te redden die nog niet geheel in de handen van mijn tegenstander zijn, om hun het geloof terug te geven in een God en Schepper van eeuwigheid, die Zijn schepselen het leven in vrijheid, kracht en licht terug wil geven dat zij bezaten vanaf het allereerste begin.
Amen
Traducteurs