Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Le changement de la mort à la Vie - l'Aide Jésus Christ

À travers la Force de Dieu vous devez arriver à la Vie, bien que vous vous trouviez encore dans l’obscurité la plus profonde, dans l'état de mort, parce qu'elle réveille à la Vie tout le spirituel mort. Mais d'abord il est nécessaire que la Force de Dieu vous touche, si vous permettez ce contact. Même dans l'état de mort votre volonté n'est pas forcée. Cela vaut pour l'être qui a déjà regagné la conscience de soi, donc l'homme, et même l'être qui, après son chemin terrestre, est entré dans le Règne de l'au-delà dans l'état non mûr et s’est ensuite laissé tomber dans l'abîme, qui est la demeure et le règne obscur de l'adversaire de Dieu. Mais tant que cet être a encore la conscience de soi, tant qu’il se rend encore compte de son existence, même pour celui-ci il y a encore la possibilité de changer son état mort. Il peut de nouveau arriver à la Vie s’il se laisse toucher par la Force de Dieu. Mais vu que sa volonté est libre, il existe aussi le grand danger qu'il ne renonce pas à sa résistance contre le Rayonnement d'Amour de Dieu. Alors il se précipite toujours plus en bas, il se durcit dans sa substance spirituelle, il perd la conscience de soi et est à nouveau relégué dans les nouvelles Œuvres de Création. Et pour éviter le sort d’une Nouvelle Relégation, pour préserver le plus grand nombre possible d'êtres, il est agi continuellement sur ces âmes dans l'obscurité. Une Œuvre de Libération est en cours, elle est d’une dimension si grande qu’il n'y en a jamais eu de semblable auparavant dans le Règne spirituel. L'Amour de Dieu cherche à sauver tout ce qui peut encore être sauvé, le travail de Libération est exécuté avec des cœurs si pleins d'amour par les êtres de Lumière qu’il ne peut ne pas rester sans succès. Toujours de nouveau s'approchent des êtres obscurs des messagers de la Lumière qui cependant ne paraissent pas dans leur Lumière rayonnante, mais ils s'adaptent à l'obscurité et parlent à ces âmes avec douceur de caractère et patience et leur demandent de les suivre là où il fait moins atroce. Et quelques âmes se détachent toujours de nouveau de leur ambiance, même si initialement c’est contre leur volonté, mais l'amour de leurs sauveurs commence déjà à agir et elles se confient à leur guide. S'il réussit maintenant à sauver une de ces âmes, alors il se lève de nouveau un sauveur en plus dans le Règne spirituel, qui maintenant continue le travail de Libération sur les âmes c'est-à-dire avec une ferveur qui ne rend jamais un travail vain, parce que maintenant il connaît tous les tourments et leur cause, et donc il sait aussi prendre les âmes malheureuses et les convaincre plus rapidement. L'activité salvifique maintenant consiste à donner aux âmes connaissance de Jésus Christ et de Son Œuvre de Libération, de porter près d'elles le Guérisseur et Sauveur Jésus Christ, de leur expliquer que Lui Seul peut les mettre dans un état de bonheur et qu'elles doivent le Lui demander. Et Jésus Christ Lui-Même soutient tous les efforts pour le salut des âmes de l'obscurité encore avant la fin en venant en aide à toutes celles qui ne se mettent pas entièrement en défense contre Lui. Dès qu'il se lève seulement une pensée interrogative dans les âmes sur Jésus-Christ et Son Œuvre de Libération, une Croix frétille devant ces âmes, d'abord seulement comme une lueur, mais celle-ci s'éclaire toujours davantage, pour devenir enfin clairement visible pour elles, lorsque leurs pensées s'arrêtent plus longtemps près du Guérisseur et Rédempteur du monde. Tout cela représente déjà des apports de Force, qui cependant ne doivent pas forcer et donc sont appropriés à l'attitude de chaque âme. Mais l'âme arrive inévitablement à la Vie si seulement elle désire vivre. Et après l'état d'infini tourment dans l’obscurité le désir pour la Vie dans ces âmes devient toujours plus grand et toujours plus d’âmes montent de l'obscurité, lorsqu’elles sont invitées par des âmes qui veulent les aider à les suivre. Et leurs guides les mèneront toujours là où elles peuvent recevoir une petite Lumière, dont elles sentent le bénéfice, de sorte qu’elles ne veuillent presque plus s’éloigner de la Lumière. Et pour combien leur état est encore très insuffisant et compatissant, elles se sont libérées du plus profond abîme, et cela signifie aussi une remontée sûre, parce qu'elles ne craignent maintenant aucune fatigue, elles exploitent bien le moindre apport de Force et d’innombrables âmes restent épargnées d’une Nouvelle Relégation, d’innombrables âmes après un temps infiniment long prennent la voie vers le Haut.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

De ommekeer van dood naar leven - De helper Jezus Christus

Door de kracht van God zult u levend moeten worden, ofschoon u zich nog in de diepste duisternis, in de toestand van de dood bevindt, want ze wekt al het dode tot leven. Dat echter de kracht van God u aanraakt is allereerst noodzakelijk, want ze kan u pas dan treffen, wanneer u deze aanraking toelaat. Ook in de toestand van de dood wordt uw wil niet bepaald. Dit geldt voor het wezen dat het zelfbewustzijn al weer heeft teruggekregen - dus de mens - en ook voor het wezen dat na zijn wandel op aarde in onrijpe toestand is binnengegaan in het rijk hierna en dan weggezonken is in de diepte, van wie de verblijfplaats dus het duistere rijk van de tegenstander van God is. Maar zolang dit wezen nog zijn zelfbewustzijn heeft, zolang het zich nog van zijn bestaan bewust is, is er ook voor dit wezen nog de mogelijkheid zijn dode toestand te veranderen. Het kan weer levend worden, wanneer het zich door de kracht van God zal laten treffen.

Omdat echter zijn wil vrij is, bestaat het even grote gevaar dat het zijn weerstand tegen de bestraling door Gods liefde niet opgeeft. Dan zinkt het steeds dieper weg, het verhardt in zijn geestelijke substantie, het verliest zijn zelfbewustzijn en wordt weer opnieuw in de werken van de schepping verbannen. En om het lot van de hernieuwde kluistering af te wenden, om zoveel mogelijk wezens daarvoor te behoeden, wordt er onafgebroken op die zielen van de duisternis ingewerkt.

Er is een verlossingswerk van zo grote omvang gaande, zoals het nooit tevoren in het geestelijke rijk heeft plaatsgevonden. De liefde Gods tracht te redden wat er nog te redden valt. En het verlossingswerk wordt door de lichtwezens uitgevoerd met zulke van liefde vervulde harten, dat dit ook niet zonder resultaat blijft. Steeds weer komen boden van het licht de duistere wezens naderbij, die echter als boden niet in hun stralend licht verschijnen, maar zich als het ware aan de duisternis aanpassen en in zachtmoedigheid en geduld op die zielen inpraten, opdat ze hen daarheen zouden willen volgen waar het minder kwellend is. En steeds weer maken enkele zielen zich los uit hun omgeving, al is het in het begin met tegenzin. Maar de liefde van hun redders begint al te werken en ze vertrouwen zich toe aan hun leiding. Lukt het nu slechts één van deze zielen te redden, dan komt daar voor het geestelijke rijk weer een helper meer uit voort, die nu het verlossingswerk bij de zielen voortzet en wel met een ijver zodat hij nooit vergeefse arbeid verricht. Want hem zijn alle kwellingen en de oorzaak ervan nu bekend. En hij weet daarom ook de ongelukkige zielen juist aan te pakken en ze ook sneller te overtuigen.

De verlossende arbeid nu bestaat alleen daarin, de zielen in kennis te stellen van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk. Hun de Heiland en Redder Jezus Christus naderbij te brengen. Hun bekend te maken dat alleen Hij hen in een staat van blijdschap kan verplaatsen en dat Hij erom moet worden gevraagd. En Jezus Christus zelf ondersteunt alle inspanningen met betrekking tot de redding van de zielen uit de duisternis nog voor het einde, doordat Hij allen te hulp komt die zich niet geheel afwijzend tegenover Hem opstellen. Zodra er in de zielen maar een vragende gedachte over Jezus Christus en Zijn verlossingswerk opkomt, flitst er voor de zielen een kruis op, eerst slechts als een zwak schijnsel, maar dan steeds helderder, om uiteindelijk duidelijk zichtbaar voor hen te zijn, wanneer hun gedachten langer blijven stilstaan bij de Heiland en Verlosser van de wereld. Dit zijn allemaal al schenkingen van kracht, die echter geen dwang mogen uitoefenen en daarom aangepast zijn aan het gedrag van elke afzonderlijke ziel.

Maar onherroepelijk komt de ziel tot leven die maar begeert te leven. En na de toestand van eindeloze kwelling in de duisternis, wordt het verlangen naar leven bij die zielen steeds groter. En steeds meer zielen ontstijgen de duisternis wanneer ze door zielen die willen helpen worden aangemaand hen te volgen. En hun leiders zullen hen steeds daarheen leiden waar ze een klein lichtje kunnen ontvangen, waarvan ze de weldaad voelen zodat ze zich meestal ook niet meer van het licht willen verwijderen. En al is nu ook hun toestand nog zeer gebrekkig en beklagenswaardig, ze hebben zich daarentegen losgemaakt van de diepste afgrond en dat betekent ook een zekere klim omhoog. Want nu schuwen ze geen moeite. Ze benutten ook de geringste gave van kracht juist en zijn van hun kant weer tot hulp bereid. En ontelbare zielen blijven voor de hernieuwde kluistering behoed, ontelbare zielen nemen na eindeloos lange tijd de weg naar boven.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte