Celui qui se trouve dans la matière et lui concède trop de pouvoir sur ses pensées, pourra difficilement se rendre compte de l'esprit en lui car celui-ci est en totale opposition avec la matière. Donc celui qui veut réveiller en lui l'esprit, doit avoir d'abord dépassé la matière, il ne doit plus être son esclave, mais il doit être le patron sur elle. Elle ne doit plus le dominer. Il doit pouvoir s’en séparer facilement et ainsi s’en libérer tout seul en partageant ce qu'il possède en biens matériels, avec son prochain qui souffre la misère et qu’il peut aider en lui transmettant des biens terrestres-matériels. Ce processus d’activité d'amour dans les rapports avec son prochain est nécessaire pour donner à l'esprit en lui la vie, parce que de cette façon l'homme se forme lui-même pour que Mon Esprit puisse agir en lui, parce que l’étincelle spirituelle en lui est en union inséparable avec Moi, son Père-Esprit de l'Éternité. Il est compréhensible que le Divin dans l'homme, s'il veut S’exprimer, doive Se révéler à quelque chose de Divin, parce qu'une liaison du Divin avec quelque chose d'imparfait n'est pas possible, mais l'Amour transforme l'imparfait dans un être divin. Sans amour Mon Esprit dans l'homme ne peut pas S'annoncer, mais l'amour dans l'homme entre en activité dans les rapports avec le prochain, et ainsi celui-ci Me montre de l'amour et par conséquent il peut être aussi pourvu par Ma Manifestation d'Amour. Ma Force peut couler sur lui et se manifester par l’action de l'Esprit. L'amour désintéressé pour le prochain peut être exercé toujours seulement par cet homme qui est devenu patron de la matière, et alors l'esprit en lui peut devenir actif. Avec cela Moi-même Je Me mets en liaison intime avec l'homme, parce que son esprit est Ma Part. Vous les hommes reconnaissez-vous maintenant ce que vous gagnez si vous vous libérez de la matière ? Reconnaissez-vous combien sont nuls les biens terrestres, et qu’en renonçant à eux c’est Moi que vous gagnez ? Vous renoncez à peu et vous recevez en retour infiniment beaucoup ; le plus précieux devient votre propriété, Mon Amour, qui se déverse dans vos cœurs et qui vous offre une richesse spirituelle démesurée. La matière vous est donnée pour mettre à l'épreuve votre volonté, mais vous pouvez l'employer pour une activité salutaire, avec cela vous pouvez adoucir beaucoup de misère et agir dans l'amour sur la Terre. Alors la matière vous crée des biens spirituels, parce qu'avec elle vous l’employez pour de bonnes œuvres, alors entre vos mains elle est le moyen pour arriver à des trésors spirituels, mais toujours seulement lorsque vous vous en défaite, parce que la matière et les biens spirituels ne peuvent jamais être conquis en même temps tant que l'homme permet que son cœur soit encore captif de la matière. Elle doit être dépassée, et cela est votre tâche sur la Terre, si vous voulez porter au réveil l’étincelle spirituelle en vous et avec cela établir la liaison avec Moi, si vous voulez Me concéder le droit de demeurer dans votre cœur. Alors vous avez tout conquis, alors vous créez seulement pour le Règne spirituel, alors vous avez soutenu l'épreuve de la vie terrestre. Parce que lorsque J’ai pris une fois demeure en vous, Je ne vous laisse plus. Parce que vous êtes plein de Mon Esprit et vous aspirez à Mon Royaume qui n'est pas de ce monde – alors vous revenez à la Maison du Père, d’où vous êtes procédés autrefois, et Je ne repose pas avant que vous soyez redevenu Mien pour l'éternité.
Amen
TraducteursWie zich in de materie bevindt en haar te veel macht verleent over zijn gedachten, die kan bezwaarlijk de Geest in zich gewaarworden die lijnrecht tegenover de materie staat. Wie dus de Geest in zich wil laten ontwaken, die moet op de eerste plaats de materie overwonnen hebben, d.w.z. hij mag niet meer haar slaaf - maar hij moet haar meester zijn. Ze mag hem niet meer beheersen. Hij moet zich gemakkelijk van haar kunnen scheiden en bijgevolg zichzelf er van losmaken, doordat hij wat hijzelf bezit aan materiële goederen met zijn medemens deelt die nood lijdt en die hij door het geven van aardse materiële goederen helpen kan.
Dit proces om in liefde te werken tegenover de naaste is nodig om de Geest in zich het leven te geven, omdat daardoor de mens zich zo vormt dat Mijn GEEST in hem werkzaam kan worden, want de Geestvonk in hem staat in onlosmakelijke verbinding met Mij - zijn VADERGEEST van eeuwigheid. Begrijpelijkerwijs moet nu het goddelijke in de mens, wil het zich kunnen uiten, zich wenden tot het goddelijke, omdat een verbinding van het goddelijke met het onvolmaakte niet mogelijk is, de liefde echter het onvolkomen wezen tot een goddelijk wezen vormt.
Zonder liefde kan Mijn GEEST zich in de mens niet uiten. De liefde van de mens wordt daadwerkelijk tegenover de medemens en zo toont ook die mens Mij zijn liefde, en bijgevolg kan hem ook de uitwerking van Mijn Liefde ten deel vallen. Mijn Kracht kan op hem overstromen en in het werken van de GEEST tot uitdrukking komen. Onbaatzuchtige naastenliefde zal altijd alleen die mens beoefenen die heer over de materie is geworden, en dan kan ook de Geest in hem werkzaam zijn. Daardoor stel IK Mij Zelf in innige verbinding met de mens omdat zijn Geest een deel is van MIJ. Beseft u, mensen nu wat u wint als u zich van de materie vrij maakt? Ziet u nu hoe onbelangrijk aardse goederen zijn als u, door ze prijs te geven, MIJ wint? Weinig geeft u op en oneindig veel ontvangt u terug: het kostbaarste wordt uw eigendom, Mijn Liefde, Die zich uitstort in uw hart en u 'n onmetelijke geestelijke rijkdom schenkt. De materie is u wel gegeven om uw wil te beproeven, maar u kunt haar aanwenden om zegenrijk bezig te zijn, u kunt daarmee veel nood lenigen en zodoende in liefde werkzaam zijn op aarde. Dan bezorgt de materie u geestelijke goederen omdat u er goede werken mee verricht, dan is ze in uw handen het middel om geestelijke schatten te vergaren, maar altijd dan als u zich van haar losmaakt, omdat de materie en geestlijke goederen nooit tezamen verworven kunnen worden zolang de mens zijn hart nog door de materie gevangen laat nemen.
Ze moet overwonnen worden en dat is uw opdracht op aarde, wilt u de Geestvonk in u laten ontwaken en daarmee ook de verbinding tot stand brengen met MIJ, wilt u MIJ het recht geven te wonen in uw hart. Dan echter hebt u alles gewonnen, dan werkt u alleen voor het geestelijke rijk, dan hebt u de aardse levensproef doorstaan. Want als IK eenmaal Mijn intrek in u genomen heb, verlaat IK u nooit meer. Dan bent u met Mijn GEEST vervuld en hebt recht op Mijn rijk dat niet van deze wereld is. Dan keert u terug in het VADERhuis, naar MIJ, van WIE u eens bent uitgegaan en DIE niet eerder rust tot u van HEM geworden bent voor eeuwig.
Amen
Traducteurs