Vous êtes les fils de l'Amour, procédés de Ma Force d'Amour et pourvus et soignés constamment par Mon Amour qui ne faiblit jamais. Mon Amour pour vous dépasse les limites et il ne vous laissera jamais plus dans l’éternité aller vous perdre. Mon Amour vous a donné comme signe de reconnaissance de la perfection la libre volonté, autrement Mon Amour pour vous aurait été limité s'il vous avait refusé quelque chose qui fait partie de la perfection. Seulement la libre volonté vous rend des êtres divins qui, procédés de Moi, doivent aussi être semblables à Moi. La libre volonté vous rend donc aussi en même temps des êtres avec un droit d'auto-détermination, qui pouvaient désormais avec leur propre Force faire et ne pas faire ce qu’ils voulaient, et ils pouvaient affirmer ou refuser leur appartenance à Moi. Cette décision de la libre volonté devait être concédée aussi aux hommes pour qu'ils puissent prouver leur perfection qui exigeait absolument la liaison avec Moi. Un être crée parfait n'avait pas encore atteint le degré le plus haut, parce qu'il devait d'abord le conquérir en restant parfait grâce à la libre volonté, mais avec laquelle il pouvait aussi se précipiter. À vous les hommes sur la Terre la chute d’autrefois du spirituel de Moi peut être seulement représentée ainsi, pour qu’elle vous soit compréhensible, car le spirituel est tombé parce qu'il a péché contre Moi. Il a abusé de sa libre volonté et il s'est détourné de Moi, parce qu'il se croyait si fort et supérieur qu'il croyait ne pas dépendre de Ma Force d'Amour. À la décision de la libre volonté il devait être aussi donné l'opportunité de pouvoir se décider pour un autre but que pour Moi. Et ce pôle opposé était le premier être de Lumière procédé de Moi, mais il a employé pour son propre compte Ma Force qui lui affluait sans mesure, en créant des êtres sans nombre bien qu’avec Ma Volonté, parce que Je ne lui soustrayais pas la Force. Sa volonté avait cependant pour but le renforcement de sa force contre Moi, pour être indépendant de Moi. Il ne voulait pas Me reconnaitre pour ce que J'Étais, comme la Source d’UR de la Force qu’il recevait et qui le rendait capable de créer et de former selon sa volonté. Sa libre volonté se détournait donc de Moi et plaçait aussi cette volonté contraire dans les créatures spirituelles qui étaient procédées de Ma Force à travers lui. Ainsi vous étiez certes les fils de Mon Amour, mais aussi les fils d’une mauvaise volonté qui était tournée contre Moi. Et ainsi vous-même vous vous êtes autrefois séparés de Moi dans la libre volonté, sans cependant exécuter une totale séparation de Moi, parce que Je vous retiens grâce à Mon très grand Amour qui vous reconquerra de nouveau, parce qu’il ne vous laissera pas tomber, mais vous soulèvera toujours de nouveau de l'abîme, lorsque vous tendez vers lui dans la libre volonté. Mais Mon Amour n'a pas de fin, et il vous conquerra irrévocablement. Mais vous-mêmes déterminez le temps (24.11.1950) parce que vous avez une libre volonté. La libre volonté vous marque comme Mes créatures, comme des êtres autonomes, et en fonction de cette libre volonté vous vous créez à vous-mêmes un état relatif, sans en être empêché par Moi. Mais vu que Je vous aime et que Je veux vous conquérir, Je forme votre destin de sorte qu’avec une juste utilisation de votre volonté vous puissiez suspendre la séparation de Moi, que vous tendiez à l'union avec Moi et donc que vous assumiez aussi de nouveau votre être primordial et que vous soyez de nouveau en Vérité Mes fils qui maintenant se sont décidés tout seul pour Moi et refusent Mon adversaire. Mais Je veux le conquérir aussi, même si cela doit prendre une Éternité. Lui aussi était le fils de Mon Amour, procédé de Ma Force d'Éternité et pourvu avec tous les Dons qui le rendaient un être parfait. Donc Je ne le laisse pas aller se perdre dans l’éternité, Je le cherche aussi et Je lui fais toujours de nouveau sentir Mon Amour, mais sa volonté est encore rigidement détournée de Moi, et vu que Je lui laisse aussi libre cours, c’est encore une Œuvre d'une très grande Patience et de Miséricorde que de laisser la liberté à sa volonté agir sur lui pour qu'il se donne librement à Moi. Mais même si cela dure une l'Éternité, Mon Amour vaincra sur lui qui est encore dépourvu d'amour. Un jour il le reconnaîtra et désirera aussi Mon Amour, parce qu'uniquement Celui-ci offre la béatitude, et parce qu'aucun être ne peut se séparer éternellement de Moi, mais à la fin il tendra de toute façon à l'union qui le rendra inconcevablement bienheureux.
Amen
TraducteursU bent kinderen van Liefde, uit Mijn Liefdekracht voortgekomen en door Mijn nooit eindigende Liefde voortdurend met zorg omringd en begeleid. Mijn Liefde voor u is grenzenloos en zal u nooit voor eeuwig verloren laten gaan. Maar Mijn Liefde gaf u ook als kenmerk van volmaaktheid de vrije wil, daar anders Mijn Liefde voor u begrensd zou zijn geweest, wanneer ze u iets zou hebben onthouden wat bij de volmaaktheid hoort.
Pas de vrije wil maakt u tot goddelijke wezens, die - uit Mij voortgekomen - ook aan Mij gelijk moesten zijn. Maar de vrije wil maakt u tegelijkertijd tot wezens met zelfbeschikkingsrecht, die nu uit eigen kracht konden doen en laten wat ze wilden en hun saamhorigheid met Mij zelf konden bevestigen of afwijzen. Deze vrije wilsbeschikking moest de mensen ook worden toegekend, opdat ze hun volmaaktheid konden bewijzen, wat onvoorwaardelijke aansluiting bij Mij vereiste. Een volmaakt geschapen wezen had nog niet de hoogste graad bereikt, want deze moest het eerst verwerven, doordat het uit vrije wil volmaakt bleef, terwijl het ook kon wegzinken.
U mensen op aarde kan de vroegere afval van het geestelijke van Mij alleen zo worden voorgesteld, wil het voor u begrijpelijk zijn waarom het geestelijke viel, waarom het zondig werd tegen Mij. Het misbruikte zijn vrije wil en keerde zich van Mij af, omdat het meende zo krachtig en verheven te zijn dat het geloofde niet afhankelijk van Mijn Liefdekracht te zijn. Er moest hem voor een vrije wilsbeslissing de gelegenheid worden geboden voor een andere bestemming te kunnen kiezen dan voor Mij.
En deze tegenpool was het eerste uit Mij voortgekomen wezen, dat zich Mijn kracht - die hem zonder mate toestroomde - ten nutte kon maken, doordat het talloze wezens schiep. Wel met Mijn wil, omdat Ik hem de kracht niet ontnam. Maar zijn wil had versterking van de eigen kracht tegen Mij ten doel, om van Mij onafhankelijk te zijn. Het wilde Mij niet erkennen als dat, wat Ik was: als Oerbron van de kracht die het betrok en die het in staat stelde naar eigen wil te scheppen en te vormen. Zijn vrije wil keerde zich dus van Mij af. En deze wil, tegen Mij gericht, legde het ook in de geestelijke schepselen, die uit Mijn kracht door hem waren voortgekomen. Dus zo was u wel kinderen van Mijn Liefde, maar ook kinderen van een kwade wil die tegen Mij was gericht.
En zo hebt ook u zich eens in vrije wil van Mij gescheiden, zonder echter een algehele scheiding van Mij te kunnen voltrekken, omdat Ik u vasthoud op grond van Mijn overgrote Liefde, die u ook weer zal terugwinnen, die u niet laat vallen, maar u steeds weer opheft uit de diepte als u daar uit eigen wil naar streeft.
Maar Mijn Liefde eindigt nooit en ze wint u onherroepelijk. Maar de tijd bepaalt u zelf, want u hebt een vrije wil. De vrije wil kenmerkt u als Mijn schepselen, als zelfstandige wezens. En in overeenstemming met deze vrije wil schept u voor uzelf de desbetreffende toestand, zonder daar door Mij in te worden gehinderd.
Maar omdat Ik u liefheb en u wil winnen, bepaal Ik uw lotsbestemming zodanig, dat u bij juist gebruik van uw wil de scheiding van Mij zult kunnen opheffen, dat u streeft naar de verbinding met Mij en dus ook weer uw oerwezen aanneemt, dat u weer in waarheid Mijn kinderen bent, die nu uit zichzelf hebben gekozen voor Mij, en Mijn tegenstander afwijzen.
Maar Ik wil ook hem winnen, al gaan er eeuwigheden overheen. Ook hij was een kind van Mijn Liefde, uit Mijn oerkracht voortgekomen en begiftigd met alle gaven die hem tot een volmaakt wezen maakten. Daarom laat Ik ook hem niet voor eeuwig verloren gaan. Ook hem tracht Ik te winnen en Ik laat hem steeds weer Mijn Liefde voelen. Doch zijn wil is nog star van Mij afgekeerd. En daar Ik ook hem de vrije loop laat, is het nog een werk van overgroot geduld en erbarmen, zijn wil de vrijheid te laten en desondanks op hem in te werken, opdat hij zich vrijwillig aan Mij overgeeft.
Maar al duurt het eeuwigheden, Mijn Liefde zal zegevieren over hem die nog zonder enige liefde is. Eenmaal zal ook hij Mijn Liefde inzien en naar haar verlangen, omdat slechts zij alleen gelukzaligheid bezorgt en omdat geen wezen zich voor eeuwig van Mij kan scheiden. Integendeel, het streeft uiteindelijk toch de vereniging na, die het onuitsprekelijk gelukzalig maakt.
Amen
Traducteurs