• Retour

Le travail des domestiques de Dieu sur les croyants formels – l'Église du Christ

Votre travail particulier est d'agir sur les nombreux croyants qui se considèrent comme appartenant à l'église mais qui ne sont pas de toute façon à compter dans Mon Église, parce qu'ils ne sont plus sur les bases de la foi. Ils ont édifié leur église sur du sable qui s'émiette sous leurs pieds lorsque la foi doit être mise à l'épreuve. Ils se croient croyants et confesse même avec la bouche tout ce que l'église leur prescrit de croire. Malgré cela aucune doctrine de foi n’est devenue en eux une conviction très profonde, ils ne pourraient être complètement d’accord avec personne s’ils devaient prendre sérieusement position. Et cette foi formelle, qui a été seulement acceptée et ne sera pas laissée de coté vis-à-vis du monde extérieur, est presque encore plus grave qu'une incrédulité, parce qu'à un homme qui ne croit pas il peut être donné un éclaircissement sous forme de débats, même si c’est d’une manière litigieuse, tandis que dans le premier cas il existe peu d'occasion de l'instruire, parce qu’il professe tout seulement avec la bouche et est de toute façon très loin d'être un représentant convaincu de ce qu’il professe avec la bouche. Et il fera partie de ceux qui tombent lorsqu’il est exigé d’eux la décision de foi. Parce que seulement maintenant il prend position envers des questions épineuses et il n'aura aucune connaissance et il ne reconnaîtra pas la signification et la valeur de la juste foi et renoncera par ignorance à la chose la plus précieuse, la foi en Moi comme Créateur du Ciel et de la Terre, la foi en Jésus Christ comme Rédempteur du monde et la foi dans une continuation de la vie après la mort, qui le pousserait à mener sa vie sur la Terre en reconnaissant la responsabilité qu'il Me doit comme Père et Juge de l'Éternité. Mais ils ne trouveront aucune Grâce à Mes Yeux, parce qu'à eux il leur a été offert très souvent l'occasion de pénétrer dans les Vérités de la foi et d’acquérir une foi vivante, mais ils n'acceptent aucune instruction et ils ne déclarent pas ouvertement leurs points de vue contraires, mais ils laissent toujours seulement le prochain dans la croyance qu’ils appartiennent eux-mêmes à l'église que J'ai fondée en tant qu’Homme sur la Terre. J'ai regroupé les communautés croyantes dans le Mot « Mon Église » et Je considère toujours seulement que les hommes qui appartiennent à Mon Église, sont ceux qui montrent une foi vivante, parce que Mon Église n'est pas une organisation mondaine, elle n’est pas rendue reconnaissable de l'extérieur, mais elle est simplement l'union d'hommes croyants sur la Terre, elle est Ma Communauté, qui est certes petite, mais que J’aime beaucoup. Mais les croyants formels sont à l'extérieur de l'Enceinte de Mon Courant d'Amour, toutefois ils peuvent s’insérer à tout instant dans Ma Communauté, de sorte que ce qu'ils croient être devienne une réalité lorsqu’ils possèdent une foi vivante et ils sont bienheureux de la posséder. Cela est un signe de la foi vivante, car ils parlent avec joie de choses divines, ils cherchent les conversations spirituelles et ils les tiennent plein de ferveur et ils donnent des éclaircissements là où le prochain marche dans l'obscurité. Parce que celui qui a appartenu une fois à Mon Église, sait aussi être digne de Mes Trésors, il connaît la signification du temps et de la fin prochaine. Il restera fidèle à Mon Église, parce que pour lui il n’existe plus rien sur la Terre qui soit plus désirable. La foi vivante lui a ouvert ce savoir, et il connaît même l'effet épouvantable de la foi formelle, du sort de l'âme dans l'au-delà, et il fera même tout pour attirer l’attention des hommes sur le danger dans lequel ils se trouvent ; il cherchera à le leur rendre compréhensible, pour qu'ils puissent arriver à la foi vivante foi encore dans la dernière heure. Mais s’il y réussit ou non dépend simplement de la volonté de l'homme dont la liberté n'est pas limitée, si l'âme doit se développer vers le Haut. Et il est de votre tâche, d'agir le plus possible sur les croyants formels, vu qu’ils se trouvent dans le plus grand danger, et donc ils ont besoin d'aide, parce qu'à eux il manque la connaissance et là où il y en a besoin, l'aide doit être donnée, pour que personne ne puisse dire que les Grâces de la Miséricorde divine soient passées loin de lui. Je veux aider tous les hommes, mais les hommes eux-mêmes déterminent si Mon Aide est acceptée, et Je leur en laisse la liberté.

Amen

Het werk van de dienaren van GOD wat betreft de vormgelovigen

Uw opdracht in het bijzonder is - invloed uit te oefenen op de vele gelovigen die het gevoel hebben tot Mijn kerk te behoren, en die toch niet tot Mijn kerk te rekenen zijn omdat zij niet meer op het fundament van het geloof staan. Zij hebben hun kerk op zand gebouwd, dat onder hun voeten weg zal vloeien als hun geloof beproefd zal worden. Zij wanen zich gelovig en belijden ook alles met de mond wat hun kerk hun te geloven voorhoudt, en toch is geen enkele geloofsleer in hen tot een diepe overtuiging geworden, en geen enkele zou het er helemaal mee eens zijn als hij daar serieus een standpunt over zou moeten innemen.

Dit "vormgeloof" - dat zonder nadenken wordt aangenomen en vanwege de medemensen niet wordt opgegeven is bijna nog erger dan het ongeloof. Want aan een ongelovig iemand kan door discussies, vaak zelfs met veel verschil van mening, opheldering worden gegeven, terwijl bij de eerste weinig gelegenheid is hem wat te leren, omdat hij weer alleen met de mond zich achter alles schaart en er toch ver van verwijderd is overtuigd aanhanger te zijn van dat, wat hij met de mond belijdt.

Hij zal daarom tot hen behoren die afvallen als er van hen een geloofsbeslissing wordt geëist. Nu pas moet hij een standpunt innemen tegenover de omstreden vragen, maar omdat hij niet in het bezit is van de juiste kennis - bijgevolg ook niet de waarde en de betekenis van het ware geloof inziet - zal hij zonder het te beseffen het belangrijkste opgeven; het geloof in MIJ als Schepper van Hemel en aarde. Het geloof in JEZUS CHRISTUS als de Verlosser van de wereld en het geloof in een voortleven na de dood. Want dat geloof zou hem moeten aansporen zijn leven op aarde te leiden vanuit eigen verantwoordelijkheid, die hij MIJ als “Zijn” VADER en Rechter van eeuwigheid" verschuldigd is.

Die mensen zullen echter geen genade vinden in Mijn Ogen, want hun werd en wordt vaak genoeg de gelegenheid geboden dieper binnen te dringen in de waarheden van het geloof en zich zo zelf een levend geloof eigen te maken. Maar zij nemen geen onderrichtingen aan en komen ook niet openlijk met tegenovergestelde meningen tevoorschijn. Steeds laten zij hun medemensen in de waan tot de kerk te behoren die IK als mens op aarde gesticht heb.

IK vat de gelovige schare samen met de Woorden: Mijn kerk, en IK zal steeds alleen die mensen die een levend geloof het hunne noemen als tot Mijn kerk behorend beschouwen. Want Mijn kerk is geen wereldlijke organisatie en ook niet uiterlijk herkenbaar gemaakt. Ze is enkel en alleen de vereniging van alle waarlijk gelovige mensen op aarde. Dit is Mijn kudde die wel klein is, maar die MIJ bovenmate lief is.

De vormgelovigen echter staan buiten de stroomkring van Mijn Liefde. Ze kunnen echter altijd in Mijn gemeente worden opgenomen, wanneer dat wat zij menen te zijn, werkelijkheid geworden is. Wanneer zij het levende geloof hebben en in het bezit ervan zalig zijn. En dit is een teken van een levend geloof, dat zij met vreugde spreken over goddelijke dingen, dat zij bedacht zijn op geestelijke gesprekken en die vol ijver voeren, en dat ze opheldering verschaffen daar, waar de mensen nog in het duister tasten.

Want wie eenmaal tot Mijn kerk behoort, die weet ook Mijn schatten te waarderen, hij kent de betekenis van de tijd en het naderende einde. Hij zal Mijn kerk trouw blijven, want voor hem is er op aarde niets meer wat begerenswaardig zou zijn. Een levend geloof heeft hem dit inzicht ontsloten, en hij kent daarom ook de ontzettende gevolgen van een vormgeloof en het lot van de ziel in het hiernamaals. Hij zal er ook alles aan doen de mensen opmerkzaam te maken op het gevaar waarin zij verkeren. Hij zal trachten het hun duidelijk te maken, opdat zij in het laatste uur nog tot een levend geloof kunnen komen. Maar of dit succes heeft hangt alleen af van de wil van ieder mens afzonderlijk, die zelf moet beslissen, omdat diens vrijheid immers niet mag worden beknot - als zijn ziel zich positief moet ontwikkelen.

En toch is het uw opdracht zoveel als mogelijk op deze vormgelovigen in te werken, want zij verkeren in het grootste gevaar en hebben daarom hulp nodig, omdat het hun aan inzicht ontbreekt. En waar hulp nodig is moet er geholpen worden, opdat niemand kan zeggen dat de genade van de goddelijke Barmhartigheid aan hem voorbij is gegaan. IK wil alle mensen helpen, maar of Mijn hulp wordt aangenomen bepalen de mensen zelf - want IK laat ze hun vrijheid.

Amen