• Retour

Autres traductions:

La progéniture de Dieu – la très grande mesure de souffrance sur la Terre

Pour conquérir l’état de progéniture de Dieu sur la Terre, l'homme doit se former dans l'amour et se rendre avec cela à même d’établir l'unification avec Dieu déjà sur la Terre, pour qu'il puisse entrer totalement mûr dans les sphères de Lumière dans l'au-delà lorsqu’il décèdera de la Terre. Il doit avoir purifié son âme à travers des actions d'amour pour que Dieu Lui-Même puisse prendre demeure en elle et que son esprit s’unisse avec l'Esprit du Père. Et alors l'homme a résolu définitivement sa tâche terrestre et a atteint son but car il a trouvé de nouveau l'accès dans le Règne spirituel comme être de Lumière, où dorénavant il crée et agit de nouveau. Mais ce degré de maturité demande un total renoncement aux biens terrestres. Mais tant que l'homme est encore attaché à la matière, cette fusion avec l'éternelle Divinité est impossible, parce qu'alors le cœur n'est pas encore entièrement libre de scories et de désirs et ainsi il n'est pas encore préparé pour l'accueil de l'Esprit divin, et alors l'homme doit prendre sur lui beaucoup de souffrances pour permettre la dernière purification de l'âme, et pour cela sur les hommes outre mesure bons et pieux il est chargé beaucoup de souffrances, pour que la purification de leur âme puisse procéder plus rapidement. Et là où une souffrance particulièrement lourde opprime les hommes et que malgré cela il naît une profonde foi, c’est que l'âme peut avoir choisi une vie terrestre particulièrement difficile avant son incorporation, pour arriver au dernier but, à la progéniture de Dieu sur la Terre. Parce que les hommes doivent tendre à ce but et il doit être atteint sur la Terre mais il demandera toujours des conditions de vie les plus lourdes, parce que l'âme doit entrer dans le Règne de l'au-delà totalement pure et sans scories, et cela demande un processus de purification particulièrement efficace. Parce que la souffrance est toujours un moyen auxiliaire pour atteindre le but spirituel. Il doit mener à Dieu, si l'âme est encore détournée de Lui, ou bien il doit purifier et cristalliser l'âme, pour qu'en tant qu’être pur elle puisse venir à la Proximité de Dieu, pour pouvoir maintenant entreprendre la plus bienheureuse unification avec Lui. La souffrance et l'amour doivent agir ensemble pour la spiritualisation d'un homme sur la Terre. Et donc l'homme qui est dans l'amour, ne doit pas craindre la souffrance, mais la prendre sur lui avec patience, avec des pensées tournées vers le haut : et ce but peut être atteint sur la Terre, parce que lui-même a choisi sa voie terrestre dans la connaissance et pour que celle-ci l'aide à la plus grande maturité, si maintenant sa volonté ne s'y oppose pas. Mais les délices de la progéniture de Dieu contrebalanceront un jour mille fois toutes les souffrances de la vie terrestre. Et le temps terrestre est bref, il est comme un instant dans l'espace temps de l'Éternité. Et lorsque l'homme est dans une profonde foi, il peut aussi toujours accueillir la Force de Dieu, pour supporter tout ce qui est chargé sur lui. Parce que sa prière sera alors tournée intimement vers Dieu, et Dieu Lui-Même le fortifiera et le rendra victorieux de la vie terrestre, et Dieu Lui-Même prendra Son fils avec Lui lorsqu’il aura soutenu l'épreuve de la vie terrestre et maintenant il décèdera de la Terre en tant qu’être pur. Mais son parcours terrestre sera toujours marqué par l'amour et la souffrance, parce que sans ceux-ci l'âme ne devient pas totalement pure pour l'accueil de Dieu dans le cœur de l'homme. Et cela est l’unification totale avec Dieu, elle doit se dérouler sur la Terre, autrement l'âme ne résiste pas vis-à-vis des tentations du monde, autrement la souffrance ne peut pas lui procurer la purification totale, parce qu'il lui manque la force pour supporter cette souffrance sans broncher, et chaque murmure ou chaque cabrage contre cela lui fait manquer encore une totale soumission à la Volonté de Dieu. Mais l'âme doit devenir une avec Dieu, elle doit être dans une intime union avec Lui, elle doit même vouloir la souffrance et accueillir avec gratitude celle-ci comme un Don de Dieu en reconnaissant qu’elle abat les dernières barrières entre Dieu et l'homme et que seulement le dépassement de la souffrance lui apportera la plus sublime béatitude, pour qu’elle devienne un fils de Dieu avec tous les droits et les devoirs. Et cela est le but de tous les hommes sur la Terre, mais seulement peu l’atteignent. Seulement peu sont intimement unis avec Dieu par l'amour, et reconnaissent même dans la souffrance Son très grand Amour de Père qui voudrait leur préparer le sort le plus bienheureux dans l'Éternité. Leur sort sur la Terre n'est de toute façon pas enviable, mais dans le Règne de l'au-delà ils auront droit à la marche la plus haute, ils se trouveront à la Proximité directe de Dieu et donc ils seront bienheureux d’une manière inexprimable, parce qu’en tant que Son fils ils pourront agir selon leur volonté qui est cependant aussi toujours la Volonté de Dieu. Ils pourront créer et former et toujours de nouveau contribuer au salut de ce qui est dans l'éloignement de Dieu et a encore besoin de nombreuses Créations pour se développer vers le Haut. Et cela est le sort le plus bienheureux qui récompense totalement et contrebalance les souffrances de la vie terrestre, et qui donc doit être le but de tous les hommes sur la Terre.

Amen

Traducteurs

Het kindschap GOD's Buitensporig veel leed op aarde

Om het kindschap GOD's op aarde te verkrijgen, moet de mens zich vormen tot liefde en zichzelf daardoor in staat stellen de vereniging met GOD al op aarde tot stand te brengen, zodat hij geheel gerijpt in de lichtsferen van het hiernamaals kan binnengaan als hij van de aarde weggaat. Hij moet dus door werken van liefde zijn ziel zo gelouterd hebben, dat GOD Zelf kan wonen in zijn ziel en zijn Geest zich met de VADERGEEST verbindt. En dan heeft de mens zijn opgave op aarde helemaal tot een goed einde gebracht en zijn doel bereikt en als lichtwezen binnen mogen gaan in het geestelijke rijk, waar het nu schept en werkt.

Maar deze graad van rijpheid vereist een volledig afstand doen van aardse goederen. Zodra de mens nog aan de materie hangt, is deze versmelting met de eeuwige GODHEID onmogelijk, want het hart is nog niet geheel vrij van afvalstoffen die bestaan uit begeerten en bijgevolg ook nog niet voorbereid om de goddelijke GEEST op te nemen, en dan moet de mens veel leed op zich nemen om de laatste loutering van de ziel te bewerkstelligen en daarom zullen ook de uitermate goede en vrome mensen veel leed krijgen opgelegd, opdat de loutering van de ziel plaats heeft.

Waar een buitengewoon zwaar leed de mensen terneerdrukt en er zich toch een dieper geloof openbaart, daar kan de ziel vóór haar belichaming een bijzonder moeilijk leven op aarde voor zichzelf hebben uitgekozen, om het laatste doel: het kindschap GOD's, op aarde te bereiken. Want dit doel moet op aarde worden nagestreefd en bereikt, en altijd zal het de zwaarste levensvoorwaarden eisen, omdat de ziel geheel rein en zonder afvalstoffen het rijk hierna moet binnengaan en dit een bijzonder doeltreffend louteringsproces verlangt. Want steeds is het leed een hulpmiddel om het geestelijke doel te bereiken. Het moet naar GOD leiden als de ziel nog van GOD is afgekeerd, of het moet de ziel louteren en kristalliseren, dat ze als 'n geheel rein wezen in de nabijheid van GOD kan komen om nu de meest gelukzalige vereniging met HEM te kunnen binnengaan.

Leed en liefde moeten samenwerken om een mens op aarde te vergeestelijken en daarom moet de mens die in de liefde leeft, het leed niet vrezen, het integendeel met overgave op zich nemen, zijn gedachten gericht op het hoge doel dat hij op aarde kan bereiken, want hij heeft voor zichzelf zijn weg over de aarde gekozen vanuit het inzicht dat deze hem helpt rijp te worden tot de hoogste graad, wanneer zijn wil er zich niet tegen verzet.

Doch de verrukkingen van het kindschap GOD's wegen duizendvoudig op tegen al het leed in het leven op aarde. En de tijd op aarde is kort, hij is als een ogenblik in het tijdsbestek van de eeuwigheid. En zodra de mens een diep geloof heeft, kan hij ook steeds de kracht van GOD in ontvangst nemen om alles te verdragen wat hem is opgelegd, want zijn gebed zal dan innig op GOD zijn gericht en GOD Zelf zal hem sterken en hem tot overwinnaar van zijn leven op aarde maken.

GOD Zelf haalt Zijn kind tot Zich als het de proef van het leven op aarde heeft doorstaan en nu als 'n geheel rein wezen van de aarde scheidt. Maar steeds zal zijn weg over de aarde gekenmerkt zijn door liefde en leed, omdat zonder deze twee de ziel niet volledig rein wordt om GOD in het hart van de mens op te nemen en deze innige band met GOD al op aarde moet plaatsvinden, daar anders de ziel niet standhoudt tegen de verzoekingen van de wereld, daar anders ook het leed haar niet de volledige loutering kan opleveren, omdat haar de kracht ontbreekt om dit leed zonder klagen te dragen en elk morren of het in verzet komen, nog het volledige onderwerpen aan de Wil van GOD doet ontbreken.

Maar de ziel moet een worden met GOD. Ze moet de innigste band met HEM hebben, ze moet zelf het leed willen en ook dit als een geschenk GOD's dankbaar in ontvangst nemen vanuit het inzicht dat het de laatste barrières tussen GOD en zichzelf neerhaalt en dat alleen een overwinnen van dit leed hem de hoogste gelukzaligheid oplevert: een kind van GOD te worden met alle rechten en plichten.

En dit is het doel van alle mensen op aarde, maar slechts weinige bereiken het. Slechts weinigen zijn door de liefde zo innig met GOD verbonden dat ze ook in het leed Zijn overgrote VADERLiefde onderkennen, Die hun het meest gelukzalige lot zou willen bereiden in de eeuwigheid. Hun lot op aarde is niet benijdenswaardig, maar in het rijk hierna staan ze op de hoogste trap - ze zijn in de onmiddellijke nabijheid van GOD en daarom ook onuitsprekelijk gelukkig, want ze kunnen, als Zijn ware kinderen, naar believen handelen volgens hun wil, die ook steeds de Wil van GOD is. Ze kunnen scheppen en vorm geven en steeds weer bijdragen aan de verlossing van datgene wat nog ver verwijderd van GOD, de meest verschillende scheppingen nodig heeft om zich opwaarts te ontwikkelen. En dit is het meest zalige lot dat in overvloed schadeloos stelt en opweegt tegen het lijden van het aardse leven en daarom het doel van alle mensen moet zijn op aarde.

Amen

Traducteurs