L'amour rend l'homme capable de porter chaque sacrifice et ainsi doit être fait votre amour, de sorte que vous donniez tout volontiers et joyeusement si avec cela vous pouvez aider le prochain. Un amour prêt à sacrifier est une bénédiction inénarrable, soit pour votre âme comme aussi pour l'âme du prochain qui est éduquée aussi à l'amour, parce que l'amour qui rayonne sur lui, allume aussi en lui l’étincelle d'amour qui peut se développer dans une flamme. L'amour doit pousser l'homme à l'action, parce que seulement alors c’est un vrai amour qui ne se manifeste non seulement en mots et en sentiments, mais aussi en mesure active. C’est un sentiment d’un très grand bonheur qui rend l'homme bienheureux, lorsqu’il a exécuté une action d'amour et qu’avec cela il a servi le prochain. Donc l'amour et déjà une récompense pour lui-même, parce qu'il rend heureux et stimule toujours de nouveau à agir dans l'amour. Un amour prêt à se sacrifier ne pense pas à lui-même; l'homme donne sans réfléchir de sa possession lorsqu’elle est utile à l'autre, il se libère et est heureux de pouvoir aider le prochain. Seulement un tel amour procure la maturité de l'âme, ce qui est son but sur la Terre, parce que son cœur devient réceptif à l'Amour divin Lui-Même, lequel a besoin comme demeure d'une telle âme pour pouvoir rester et agir dans l'homme. L'homme attire à lui l'Amour de Dieu Lui--Même par son amour et il ne sera jamais sans Amour, parce que l'Amour divin remplit son cœur et tout son être se change en amour. Il s'adapte à Dieu, il trouve l'unification avec Lui déjà sur la Terre, ce qui est l’objectif et le but de sa vie terrestre. Combien peu l'homme abandonne lorsqu’il porte un sacrifice par amour pour le prochain et combien plus il reçoit en échange! Tant qu’il est encore attaché à la possession terrestre, tant que les biens du monde sont encore tout pour lui, il n'est capable d'aucune œuvre d'amour, parce que son amour propre est trop grand et il l'empêchera de donner au prochain. Seulement l'amour le pousse à cela, l'amour pour le prochain lui fera apparaître sans valeur sa possession, il cherchera seulement à aider et il ne demandera pas quel avantage lui procurerait sa possession, il donne volontiers et joyeusement, parce qu’il y est poussé par l'amour. Mais celui qui n'a pas l'amour, n'est pas en mesure de se séparer des biens du monde et il n'aura éternellement aucune joie, il n'apprendra pas à connaître le bonheur que fait jaillir une action d'amour dans l'homme. Et pour assister ceux-ci, pour les éduquer à agir dans l'amour, Dieu laisse venir la misère sur la Terre, une misère qui devrait pousser chaque homme à s'exercer dans l'amour; une misère qui doit allumer l’étincelle d'amour dans le cœur de chaque homme pour qu'il s'active dans l'amour. Dès qu'il a une fois ressenti le bonheur d'agir dans l'amour, son cœur n'est plus endurci et donc vous les hommes vous devez exercer l'amour, vous devez donner ce qui vous est cher et a de la valeur pour vous, si avec cela vous pouvez adoucir la misère de l'homme, vous ne devez pas réfléchir longtemps si cela vous procure un avantage ou bien un désavantage; c’est l'amour du cœur qui doit vous pousser et celui-ci n’hésite pas longtemps, il porte le sacrifice, il se sépare volontairement de sa possession, il veut seulement aider et alléger le sort du prochain. Si vous pouvez porter des sacrifices, vous ne deviendrez pas plus pauvres, mais beaucoup plus riches. Parce que maintenant vous afflue la Force d'Amour de Dieu qui dépasse tous les biens terrestres dans sa valeur. Donnez des biens terrestres et en échange vous recevez des biens spirituels et ces biens seront votre propriété qui ne pourra pas vous être enlevée, elle vous restera même lorsque vous abandonnerez la Terre et entrerez dans le Royaume spirituel. Chaque sacrifice que vous avez apportez par amour pour le prochain augmente les biens dans l'Éternité. Donc, votre vie sur la Terre doit être une activité ininterrompue dans l'amour, servir et donner, aider et conseiller ceux qui sont encore faibles et nécessitent une aide matérielle et spirituelle. Vous devez porter des sacrifices, pour qu’aussi dans le prochain soit réveillé l'amour, pour que vous accomplissiez votre mission sur la Terre.
Amen
TraducteursDe liefde stelt de mensen in staat tot het brengen van elk offer. En zo moet de aard van uw liefde zijn, dat u graag en met plezier alles weggeeft als u de naaste daarmee van dienst kunt zijn. Een opofferingsgezinde liefde is van onnoemelijke zegen voor uw ziel, evenals voor de ziel van de medemens die daardoor eveneens tot liefde wordt opgevoed. Want de liefde die op hem overslaat, ontsteekt ook in hem de liefdesvonk die tot vlam kan worden. De liefde moet de mens ertoe brengen daden te verrichten. Want pas dan is het de ware liefde die niet alleen in woorden en gevoelens, veeleer in daadwerkelijke zorg tot uitdrukking komt. Het is een overgroot gevoel van vreugde dat de mens gelukkig stemt als hij een daad van liefde heeft verricht en de medemens daarmee heeft gediend. Dus loont de liefde al vanzelf de moeite, omdat ze gelukkig maakt en aanspoort tot steeds nieuwe werken van liefde.
Een offervaardige liefde denkt niet aan zichzelf. De mens geeft zonder te overwegen van zijn eigendom wat de ander van nut is. Hij geeft weg en is gelukkig de medemens te kunnen helpen. Zo’n liefde levert hem pas de zielsrijpheid op die zijn doel is op aarde. Want zijn hart wordt daardoor ontvankelijk voor de goddelijke liefde zelf die een zo gereedgemaakte ziel als woning nodig heeft om in de mens te kunnen verblijven en werkzaam zijn. De mens trekt door zijn liefde God als Liefde zelf tot zich en hij zal nooit meer zonder liefde zijn, want de goddelijke liefde vervult zijn hart en zijn hele wezen verandert tot liefde. Hij past zich aan God aan, hij vindt al op aarde de aaneensluiting met Hem, die zin en doel is van zijn aards bestaan.
Hoe weinig geeft de mens op als hij een offer brengt uit liefde voor de naaste en hoeveel krijgt hij daarvoor terug. Zolang hij nog aan het aardse bezit hangt, zolang de goederen van de wereld alles voor hem betekenen, is hij tot geen enkel werk van liefde in staat. Want de eigenliefde is te groot en ze belet hem zich ervan te ontdoen ter wille van de medemens. Pas de liefde zet hem ertoe aan, de liefde voor de medemens doet hem zijn bezit waardeloos voorkomen. Hij tracht alleen maar te helpen en vraagt er niet meer naar, welk voordeel er voor hem uit het bezit voortvloeit. Hij geeft graag en met vreugde, omdat de liefde hem daartoe aanzet. Maar wie de liefde niet heeft, is niet in staat zich los te maken van de goederen van de wereld. En hij zal ook eeuwig geen pure vreugde hebben, hij zal het geluk niet leren kennen dat een werk van liefde in de mens teweegbrengt.
En om diegenen bij te staan, om hen tot werkzaamheid in liefde op te voeden, laat God de nood over de aarde komen. Een nood die ieder mens ertoe zou moeten brengen zich in de liefde te oefenen. Een nood die de liefdesvonk in het hart van ieder mens moet ontsteken, opdat hij in liefde werkzaam zal zijn. Zodra hij eenmaal het geluk van het werkzaam zijn in liefde heeft ondervonden, is zijn hart niet meer verhard. En daarom moet u mensen de liefde beoefenen. U moet geven wat u dierbaar is, als u daarmee in staat bent de nood van de mens te lenigen. U moet er niet lang over nadenken of het u voordeel of nadeel oplevert, de liefde van het hart moet uw drijfveer zijn en deze overlegt niet lang. Ze brengt offers, ze doet vrijwillig afstand van haar bezit, ze wil alleen maar helpen en het lot van de medemens verlichten. En als u offers kunt brengen, zult u niet armer worden maar des te rijker, want Gods liefdeskracht die alle aardse goederen in waarde overtreft, stroomt nu naar u toe. U geeft aards bezit weg en neemt daar geestelijk bezit voor in ontvangst. En dit bezit is uw eigendom dat u niet meer wordt ontnomen, dat van u blijft, ook wanneer u de aarde zult verlaten en het geestelijke rijk zult binnengaan.
En elk offer dat u uit liefde voor de medemensen hebt gebracht, vermeerdert de goederen van de eeuwigheid. Daarom moet uw leven op aarde een ononderbroken werkzaamheid in liefde zijn, een dienstbaar zijn en geven, een helpen en raad geven aan diegenen die nog zwak zijn en lichamelijk en geestelijk hulp nodig hebben. U moet offers brengen, opdat ook in de medemens de liefde wordt gewekt, opdat u uw missie op aarde zult vervullen.
Amen
Traducteurs